Als mijn ouders vroeger nachtdienst hadden, kon het soms druk zijn. Dan was mijn vader uit bed gebeld en had mijn moeder panikerende patiënten aan de deur. Op een winternacht waren dat vijf dronken buurtgenoten met verbrande voeten. Gloeiende kooltjes en mislukte stoere mannendingen. Mijn moeder hield niet van nachtwerk, parkeerde ze alle vijf met de voeten in bad en sliep verder. Zachtjes zongen ze haar toe. Er was groot onderling vertrouwen. Dat wens ik iedereen deze Kerst ook toe.