De onderstaande recensie van De schoonheid van de echtgenoot komt uit 2001; de heruitgave verscheen het afgelopen jaar.

Laatste tango

De Canadese dichteres Anne Carson schrijft de laatste drie jaar opvallend lange verhalende verzen die breeduit over de pagina uitwaaieren en vaak tamelijk onbekende Griekse mythen verbinden met eigentijdse geschiedenissen. Zo legt ze in het schitterende Autobiography of Red uit 1998 (ook in het Nederlands vertaald) een relatie tussen een mythe over een van de werken van de Griekse halfgod Heracles en het leven van een Amerikaanse jongeman die betrokken raakt bij onderzoek naar de werking van vulkanen. Hetzelfde vertellende systeem volgde ze in Economy of the Unlost uit ’99 waarin ze de Griekse antieke lyricus Simonides verbindt met het werk van de dichter Celan.

In De schoonheid van de echtgenoot dat prachtig tweetalig door de veelgeplaagde uitgeverij Meulenhoff is uitgegeven, verbindt ze teksten van de jong gestorven Engelse dichter John Keats (1795- 1821) met herinneringen aan een (haar eigen?) slecht huwelijk. Een fictie-essay in 29 tango’s luidt de ondertitel en we maken inderdaad in 29 fragmenten opkomst en ondergang van een huwelijk mee gelardeerd met tekstfragmentjes van Keats en tamelijk volgepropt met verwijzingen naar en toespelingen op de klassieken en het werk van Johan Huizinga, Samuel Beckett, George Bataille en andere algemeen goedgekeurde grootheden uit het westerse literaire repertoire.

Waarom werkt het deze keer niet? Carson gaat er in dit boek te veel van uit dat interessant over een pagina verspreide tekst vanzelf mooie poëzie oplevert. Maar daar is geen sprake van ze vertelt een nogal triviaal verhaal over een mislukt huwelijk en maakt daarbij aan de lopende band gebruik van allang bekende beelden en damesromannetjesproza. Citeren heeft geen zin, ik kan wel aan de gang blijven.

Poëzie wordt het in de verste verte niet, het zingt niet, het is niet woedend, laat staan wanhopig of verschrikkelijk van een krankzinnige woede of totaal onbegrijpelijk van bittere bittere wraakzucht. Of dat het gigantisch uit de bocht vliegt van gillende geilheid. Keurig zelfmedelijden van een welopgevoede vrouw die wel eens een boek gelezen heeft. Met interessante woorden erin als Schoonheid, Maîtresse en Pathos. Niks over het raadselachtige van huwelijken, niks over het geheim van mensen die jarenlang met elkaar optrekken. Afgesleten clichés krijgen we.

Anne Carsons vertellende poëziesysteem is hier niet meer dan een trucje. Waarom die teksten van Keats? Wat heeft zijn werk met dit van Carson over een huwelijk te maken? Zeg maar rustig niks, het zijn niet meer dan potsierlijke motto’s. Die verwijzingen naar de
oude Grieken en die andere schrijvers? Het is niet meer dan namedropping, ze verwerkt nergens in dit boek de citaten of verwijzingen op een
vlammende wijze, maar gaat ervan uit dat wij al direct geïmponeerd zijn wanneer een tekst van een oude Griek afkomstig is of van een sjieke Europese schrijver. Morgen brengen. Al die opgeklopte verwijzingen naar ‘Schoonheid’ moeten aan haar boek een indruk van diepzinnigheid geven. Blijkbaar meent ze dat lezers een boek vanzelf mooi vinden als je maar vaak genoeg het woord Schoonheid erin gebruikt. Toenemende
schaamte en ergernis bij mij tijdens het lezen. Verdorie, ze heeft toch zulk schitterend werk geschreven en nu dit cliché-boek. Met ook nog die verschrikkelijke en platgetreden metaforiek van de tango erin.

Kees ’t Hart

Anne Carson – De schoonheid van de echtgenoot. Vertaald door Marijke Emeis. Meulenhoff, Amsterdam.

Deze recensie verscheen voor het eerst op 28 september 2001 in de Leeuwarder Courant.
De heruitgave van dit werk verscheen bij Koppernik en daarover schreef Hanz Mirck eerder dit jaar dit.