Je huis of je leven!

De titels van de gedichten in Anne Louïse van den Dools bundel Ontbindende voorwaarden laten er geen misverstand over bestaan. ‘Bezichtiging’, ‘Fundering’, ‘Overbod’, ‘Voorbehoud van gebreken’, ‘Asbestclausule’, ‘Inkelderen’, ‘Slimme meter’, het zijn maar zeven van de 39 titels, maar de teneur is duidelijk. Deze gedichten gaan over het kopen van een huis. Althans, ze gaan óók over het kopen van een huis. Of misschien gaan ze wel helemaal niet over het kopen van een huis, want als er iets duidelijk is in (goede) poëzie, dan is het wel dat er altijd weer een andere interpretatie op de loer kan liggen. Natuurlijk, je kunt niet zo maar een beetje ongeremd in de ruimte gaan zitten interpreteren, zoals Ellen Deckwitz zo aardig uitlegt in haar boek Dit gaat niet over grasmaaien. Er zijn inderdaad grenzen, maar zolang je jouw kijk op een gedicht kunt staven met argumenten uit de tekst is er best veel mogelijk. En dat is nog volkomen legitiem ook, want zodra je begint met lezen is het immers jouw gedicht.

Dat maakt het ook zo leuk om het er met elkaar over te hebben. Poëzieanalyse in op school is geen zoektocht naar één gezamenlijke oplossing van een raar soort puzzel, het is een eerder een reis zonder vaste routebeschrijving die op heel veel verschillende manieren kan worden afgelegd. Om Ellen Deckwitz te parafraseren: oké, het gaat dus niet over grasmaaien, maar beeld je nou eens in dat dit gedicht speciaal voor jou geschreven is. Waar zou het dan over gaan? En ja, dan hebben twintig lezers ineens twintig verschillende gedichten gelezen. En dan eindigt zo’n les niet met de onverbiddelijke vaststelling wat goed is en wat fout, maar met de verrassende openbaring dat er naast het jouwe ook nog een stel andere gedichten in diezelfde woorden zat.

Goed, de gedichten uit Ontbindende voorwaarden gaan dus zeker niet alleen maar over de huizenmarkt. Kijk daarom eens mee naar het begin van het gedicht ‘Voorbehoud van gebreken’:

we zien af van een bouwtechnische keuring
wegens het vertrouwen dat richting
de verkopende partij uitstraalt
ontslaan we onszelf van onze onderzoeksplicht
doen geen deuren open slaan de bovenkamers over
wie weet wat zich daar voor intieme rommel bevindt

al tijdens het binnendragen van de dozen valt ons op
dat de muren niet draagkrachtig lijken
ze maken zich hol en bol als in cat cow poses
het is de spierballerij van een eerste date, houden we onszelf voor
we moeten nog warmdraaien, het wantrouwen wegnemen

Het lijkt wat naïef, een huis kopen zonder bouwtechnische keuring, al zijn er, met een beetje goede wil, situaties denkbaar waarin je het vertrouwen van de verkoper niet wilt beschamen. Of dat niet durft, bijvoorbeeld omdat de concurrentie groot is en je niet wilt dat een ander er met woning vandoor gaat.
Maar goed, dat zijn uitzonderingen. Meestal is een gedegen bouwtechnisch rapport een van de eerste dingen waar je naar vraagt. Dat ligt natuurlijk weer helemaal anders als het niet om een huis gaat maar om een mens. Want wie vraagt er nou om een bewijs van fysieke en geestelijke gezondheid bij een nieuwe liefde? Laat staan om een bewijs van vastheid van karakter of van eeuwige trouw? Ook daarbij kan een gebrekkig vooronderzoek zich makkelijk wreken. En ook daar heet het in het begin nog ‘wennen’, terwijl we verderop in het gedicht lezen:

ik geef jou twee maanden om de situatie te herstellen
stel de door mij geleden kosten vast op meerdere tonnen
(de emotionele schade buiten de rekensom gelaten)
jij blijft in verzuim, beroept je op een
non-existente ouderdomsclausule
(ik beticht jou van onvolwassenheid)
een externe partij moet ons uit elkaar trekken

Relatie en woning, bouwval en gebroken hart blijven om elkaar heen draaien in deze regels. En dit gedicht is geen uitzondering. Ergens in het begin van de bundel lezen we al in ‘Kadastrale kaart’ (is er een zakelijker titel denkbaar?):

het betreffende registergoed wordt omschreven als een
woonhuis met grond, erf, tuin, berging en verdere aanhorigheden
ter grootte van een are en vijftig centiare
de laatste keer dat we die oppervlaktematen zagen waren we tien
schreven we nullen bij alsof het winegums waren

op de kadastrale kaart zien we geen mogelijkheden tot ontsnapping
gelukkig troffen we tijdens de bezichtiging een gat in de heg

we besluiten ons eigen bestemmingsplan te schrijven
ons kunnen geen beperkingen worden opgelegd

Iemand die hier volhoudt dat de bundel echt alleen maar over de aankoop van een huis gaat, moet bij dit gedicht wel erg teleurgesteld zijn. Als het alleen maar gaat over wat hier staat, mag je je terecht vragen of dit überhaupt wel poëzie is. Toch zou met name die laatste regel je op andere gedachten kunnen brengen. Op ‘ons kunnen geen beperkingen worden opgelegd’ reageert de gevorderde poëzielezer immers met een hartgrondig: ‘Dat zullen we nog weleens zien!’ En, eerlijk is eerlijk, als je weet hoe klein anderhalve are is, zeker voor ‘woonhuis met grond, erf, tuin, berging en verdere aanhorigheden’, helpt het om de claustrofobie van de ik-figuur te begrijpen. De dreiging van de scheiding uit het eerder geciteerde gedicht is hier al volop voelbaar. Want ook hier gaat het behalve over dat huis, ook over de geliefde. Als dit prille begin al zo beklemmend is, als je nu al snakt naar een gaatje in de heg om te ontsnappen, dan beginnen de alarmbellen al heel voorzichtig te rinkelen.

Ontbindende voorwaarden van Anne Louïse van den Dool is een bundel die je op meerdere niveaus moet, nee mág, lezen. Het is goede en soms zelfs vermakelijke instappoëzie die als een soort ready-made de keiharde werkelijkheid de maat neemt. Maar aan wie bereid de gedichten een tweede kans te bieden, tonen ze een baaierd aan emoties, van beklemming en angst, van onvrede, opstandigheid en anarchisme, tot ontsnapping en zelfrelativering toe, want ‘denken dat je een plek voor jezelf nodig hebt / is een overschatting van wat dat zelf precies is’. Als de gedichten ons het mes op de keel zetten en dreigen met ‘Je huis of je leven!’ dan staat de keuze ons vrij (het is tenslotte maar poëzie), maar ik zou dan toch voor dat leven kiezen. De gedichten worden er zo veel rijker van.

Jan de Jong

Anne Louïse van den Dool – Ontbindende voorwaarden. Querido, Amsterdam. 80 blz. € 20,00.

Deze recensie stond eerder in Levende Talen Magazine 2024-8