Recensie: Carys Davies – Helder
Een woord voor wat is verdwenen
Een Schots eiland, met een kerk vol hooi, bewoond met schapen, een oud paard, een koe en één man. Carys Davies beschrijft in haar derde roman Helder het dagelijks leven van Ivar in 1843. Ivar is de laatste bewoner van een onherbergzaam eiland in de Noordzee. Zijn vrouwelijke familieleden zijn naar Canada vertrokken, zijn broers waren verdronken ‘nog voordat ze een man waren geworden’. Ivar zorgt voor het land en voor zijn dieren, spint wol, breit mutsen en drinkt thee uit een Wedgwood-theepot die ooit is aangespoeld. Hij spreekt alleen met zijn paard Pegi, maar ‘hij had zichzelf nooit eenzaam gevonden, of zelfs maar alleen’. Tot hij de bewusteloze John Ferguson op het strand vindt.
Ivar neemt John mee naar zijn huis en verzorgt hem. In Johns kleding vindt Ivar het portret van een jonge vrouw, dat hij in zijn eigen kleding verbergt. Dagenlang slaapt John en als hij eindelijk wakker wordt, ontstaat een bijzondere band tussen de twee mannen:
Ivar kon onmogelijk met zekerheid zeggen wanneer precies zijn gevoelens van genegenheid waren overgegaan van Mary op John Ferguson. […] Het was zo lang geleden dat iemand echt naar hem had gekeken, afgezien van Strachan, en als hem gevraagd was zijn gevoel te omschrijven, had hij misschien teruggegrepen op het woord in zijn taal dat omschrijft wat er gebeurt als de zee een rots aan het oog onttrekt en weer blootlegt – als het water kortstondig stijgt en de rots onderdompelt voordat het weer zak en hem prijsgeeft. Dat was hoe Ivar zich voelde toen de golf van emotie hem overspoelde.
Langzaam herstelt John en beide mannen veranderen door hun samenleven. John, die wordt beschreven als een strenge, humorloze en saaie predikant, kan in deze ongewone situatie warmer en ontspannen zijn. Ivar begint uit te kijken naar de begroetingen van John als hij thuiskomt en verandert ‘in iets wat hij nooit was geweest, of ieder geval al heel lang niet meer: deels broer en deels zus, deels zoon en deels dochter, deels moeder en deels vader, deels echtgenoot en deels echtgenote’.
Hun communicatie gaat moeizaam. Ivar is de laatste man die zijn taal spreekt. John heeft voor zijn komst wel geprobeerd om iemand te vinden die dat ‘Orkadisch dialect’ spreekt, want hij moet Ivar een boodschap overbrengen en wil dat doen ‘in woorden die hem vertrouwd zijn’. Johns taal, zijn Schotse vertaling van de evangeliën, is letterlijk uitgewist door het zeewater. Hij gebruikt de bladen nu om een woordenlijst aan te leggen van Ivars taal en vindt zo troost in het verlies van zijn eigen woorden. Langzamerhand groeit de woordenlijst en groeit hun genegenheid.
Ondertussen weet de lezer waarom John op weg was naar het eiland. Welke moeilijke boodschap hij aan Ivar moet overbrengen. En wat Johns vrouw Mary onderneemt om ‘deze dwaze onderneming’ tot een goed einde te brengen. Desondanks is Helder een spannend boek en niet alleen vanwege de onvoorspelbare natuurelementen zoals stormen en een aardbeving. Het is ook een interessante historische roman over de ‘Clearances’, een gruwelijke periode in de Schotse geschiedenis. Een tijd waarin mensen minder belangrijk waren dan schapen of de jaarlijkse pacht in de vorm van veren, wier of geborduurde kleding.
Net als in haar vorige roman, Het missiehuis, speelt Carys Davies met thema’s als zorg, geheugen en herinnering. In een interview vertelde ze dat Helder haar lockdown-roman was. Haar personages verliezen weliswaar verbindingen, maar hebben de moed om nieuwe, ongebruikelijke vriendschappen te sluiten. Terugblikkend is voor Ivar ‘slechts een ding volkomen helder, en dat was dat hij had genoten van de tijd die hij had doorgebracht met John Ferguson’.
Bovenal is Helder een ode aan de taal. In haar nawoord vertelt Carys Davies dat ze in de leeszaal van de National Library of Schotland op een woordenboek van het Norn stuitte. Ze bouwde haar verhaal op rond de duizend woorden van deze uitgestorven taal, die ooit werd gesproken op de Orkney en Shetlandeilanden in het uiterste noorden van Schotland. Ze heeft zich laten raken door de rijkdom van deze taal met minstens tien woorden voor ‘mist’. Ik ben nu heel benieuwd naar het woord dat John van Ivar leerde: ‘een woord voor wat is verdwenen of zoekgeraakt; iets wat nooit zal worden gevonden, al wordt er nog zo hard gezocht.’ Het is onherroepelijk in de mist verdwenen.
Petra Teunissen
Carys Davies – Helder. Uit het Engels vertaald door Nicolette Hoekmeijer. Meulenhoff, Amsterdam. 208 blz. € 21,99.