Recensie: Joke van Leeuwen – Alle tijden zijn onzeker
Het spiegelende verleden
De nieuwe historische roman van Joke van Leeuwen heeft een Escher-achtige gelaagdheid omdat het de lezer steeds een spiegel voorhoudt. In bijna iedere scene is iets te herkennen van onze eigen samenleving. Zelfs de titel lijkt naar deze gelaagdheid te verwijzen: Alle tijden zijn onzeker.
Van Leeuwen schrijft over Parijs in 1783-1784. De broeierige tijd vlak voor de Franse Revolutie (1789) toen de eerste luchtballonen werden opgelaten. Die vaartuigen spelen een belangrijke rol in haar verhaal. Ze werden afgelopen zomer eventjes actueel, toen in Parijs een luchtballon werd opgelaten ter gelegenheid van de Olympische Spelen. Ook dat gevaarte was een verwijzing naar het einde van de achttiende eeuw. Inmiddels zijn er plannen om de Olympische luchtballon een permanente plek te geven in de Franse hoofdstad.
In het boek van Van Leeuwen spelen dit soort technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen op de achtergrond mee, ze geven de lezer houvast. De hoofdpersonen zijn Marie, Vince en Pierre. Marie is letterzetter in de drukkerij van haar vader en getrouwd met Vince, een jonge, zeer verstrooide uitvinder die graag de wereld wil veranderen. Pierre is een radicaal, die het kwaad ziet in ‘de buitenlandse koningin’. Zonder dat haar naam ooit valt is het heel duidelijk dat het hier om Marie-Antoinette draait, de koningin van Frankrijk.
Daarmee zijn de ingrediënten voor een parabel over onze samenleving gegeven. Het gaat over informatie, over wetenschap, maar ook over het, uit teleurstelling, zich afzetten tegen de maatschappij. Vince heeft groot vertrouwen in de vooruitgang van de wetenschap, een te groot vertrouwen. Zo probeert hij te lopen op water, wat natuurlijk mislukt. Niet uit het veld geslagen probeert hij er uiteindelijk een show van te maken. Hij zet zijn wetenschappelijke kennis in om uitgebreide goocheltrucs op te zetten, hij weet mensen te verbazen en te betrekken bij wat hij kan. Door ze daarna uitleg te geven, hoopt hij begrip te kweken voor zijn experimenten.
Marie zet getrouw de letters, voor ieder boek, pamflet en vlugschrift dat in de drukkerij van haar vader terechtkomt. Ze is goed in haar werk en toch hangt er steeds een dreiging boven haar bestaan. Ze doet iets wat niet bij een vrouw hoort. Ze doet ook dingen die ze niet wil, zoals het publiceren van allerlei zaken waar ze zich niet achter kan scharen. Daaronder zitten heel smerige aanvallen op Marie-Antoinette, allerlei schotschriften en quasiwetenschappelijke kennis. Het doet natuurlijk wel heel sterk aan sommige hoekjes van het internet denken.
Ondertussen laat de eenzame Pierre zich verleiden door een straatpredikant, die hem als een discipel ziet. Wanneer die overlijdt, ziet Pierre het als zijn taak om zelf de wereld te waarschuwen voor de dreigende gevaren. Hij begrijpt niet helemaal wat hij precies vertellen moet, maar voelt wel de dreiging en wil daar ook graag naar handelen. Ook hier dringt een vergelijking met vandaag de dag zich heel sterk op.
Wat het boek goed maakt, is de macht die Van Leeuwen over de taal heeft. Het wordt nooit nodeloos gecompliceerd, het is nooit hard werken om dit boek te lezen. Je kijkt mee over de keukentafel van zowel Marie en Vince als Pierre. Steeds heb je het gevoel dat je te maken hebt met mensen die echt bestaan. Van kleine details tot de grote lijnen, het klopt allemaal binnen de grenzen van deze historische roman. De impliciete verwijzingen naar de late achttiende eeuw zijn heel fijn, omdat je geen expert hoeft te zijn om de meeste op te pikken – zoals ‘de buitenlandse koningin’, de tot letters verkorte straatnamen, of de philosophes die niet bij naam genoemd worden. Het helpt allemaal om het decor te zetten voor de onvermijdelijke confrontatie tussen de hoofdpersonen.
Iets minder geslaagd is Van Leeuwens opvatting van wetenschap in de late achttiende eeuw. Daar ligt de verwijzing naar onze huidige tijd er wel heel dik bovenop, waardoor het contact met het verleden verdwijnt. Dat is misschien nodig om de spanning op te bouwen, maar het zijn wel heel een-en-twintigste-eeuwse opvattingen die Vince is toegedaan. Dat is een jammer, omdat het Van Leeuwen steeds zo goed lukt om het verleden tot leven te wekken. En misschien doet het daarom af aan de interpretatie van de late achttiende eeuw. Toch is dat door de vingers te zien, want dit is fictie en geen historische verhandeling. En het is fictie van hoog niveau.
Arjen Dijkstra
Joke van Leeuwen – Alle tijden zijn onzeker. Querido, Amsterdam. 256 blz. € 23,99.