Voor de bus gegooid

Gemeentepolitiek is niet meteen een tak van sport waar veel mensen warm voor lopen. Het voelt te veel aan als gehakketak over afval en losliggende tegels. Toch zijn er talloze mensen actief op gemeentehuizen die, overtuigd van hun eigen importantie, een ware machtsstrijd voeren. Lisa Scheerder schrijft in haar debuutroman Blaam over een stinkende zaak, die de gemeente Amsterdam een hele tijd bezighield.

Scheerder was jarenlang topadviseur voor de gemeente Amsterdam en protagonist Lucy in deze roman is, mag je aannemen, een fictieve Lisa. Die maakt van dichtbij mee hoe haar vriendin en mede-ambtenaar Samira, die Marokkaanse wortels heeft, onschuldig slachtoffer wordt van een machtspelletje, waarin burgemeester Waldemar, een fictieve Eberhard van der Laan, de centrale rol speelt. Voor inhoudelijk beleid lijkt niemand bij de gemeente aandacht te hebben, wat telt zijn imago en public relations, welbeschouwd weinig meer dan dat.

Klinkt als een sleutelroman, en dat is dit ook, maar gezien het nawoord van Scheerder eveneens als een poging om helder te krijgen wat er gebeurd is of gebeurd zou kunnen zijn. Zij verliet haar positie bij de gemeente namelijk voordat de zaak zijn beslag kreeg in de vorm van de volledige vrijspraak van de verdachte, die in het echt Saadia heet, zoals te leren valt uit het nawoord.

Waar de roman om draait is een geheim antiradicaliseringsprogramma, dat Samira in opdracht van burgemeester Waldemar vorm moet geven en waarvoor ze de financiën buiten beeld moet houden. Vooral die laatste opdracht gaat haar op zeker moment opbreken, als de burgemeester haar naar buiten toe niet verdedigt. Sterker, wanneer hij, mede onder invloed van ambtelijke rivaliteit binnenshuis en rivaliteit met de burgemeester van ‘Havenstad’ buitenshuis, alleen nog maar oog heeft voor zijn eigen positie. Samira wordt daarmee ‘voor de bus gegooid’, waarbij haar Marokkaanse achtergrond voluit wordt misbruikt om haar veroordeeld te krijgen.

Stellen jullie je eens voor welke onrust in de stad ontstaat als blijkt dat het radicaliseringsbeleid is uitgevoerd door een jonge, gelovige moslima, die mogelijk onder invloed staat van een buitenlandse mogendheid.

Scheerder weet van de hoed en de rand en schetst de werkomgeving met talloze hyperambitieuze en/of rancuneuze collega’s nauwgezet. Dat gebeurt inclusief ambtenarentaal (annoteren, terugkoppelen) en uiteraard nooit eindigende overleggen, de gemeentelijke en persoonlijke strategieën, de onderlinge persoonlijke relaties, de man/vrouw-verhoudingen, de rol van de vaak slecht geïnformeerde, maar nog vaker manipulerende media, die met elkaar de verziekte werksfeer bepalen.

Lucy had een hekel aan al dat gedoe over wie waar wanneer wat mag zeggen.

Daarbij heeft Lucy ook nog te maken met een kwakkelende moeder, een soort boomer-hippie in haar laatste jaren, die theatraal ook al iedereen tracht te manipuleren. Of die intermezzo’s zinvol zijn naast het grote verhaal van het stadhuis is twijfelachtig. Het benadrukt de hectiek in het leven van Lucy, dat wel, maar heeft er verder weinig mee te maken.

Ook vraag je je van tijd tot tijd af waarom Scheerder na haar vertrek bij de gemeente uitgerekend de Schrijversvakschool is gaan bezoeken, om daarna haar ervaringen in een romanvorm te gieten. Gelooft zij zo sterk in de maatschappelijke impact van de hedendaagse literatuur?

Om de achtergronden van de minne streken die haar vriendin en oud-collega geleverd zijn onder de aandacht te krijgen, had een non-fictievorm waarschijnlijk meer opgeleverd. Haar prettig leesbare, maar weinig aan de verbeelding overlatende, wat journalistieke stijl, was haar daarbij goed van pas gekomen. Nu lijkt ze fictie in de eerste plaats te gebruiken als verdedigingslinie tegen gevreesde kritiek op haar ‘onthullingen’. Het aan de hand van feiten ontmaskeren van de bijkans heilig verklaarde oud-burgemeester Eberhard van der Laan kan beter zonder ‘literaire omweg’.

André Keikes

Lisa Scheerder – Blaam. De Geus, Amsterdam. 304 blz. € 21,99.