Céline en Rabelais

Eind jaren 1970 onderging ik Dood op krediet, Louis-Ferdinand Céline’s grote autobiografische roman uit 1936, een boek dat mij – en naar ik aanneem iedere lezer ervan – een onvergetelijke leeservaring bezorgde.
Dood op krediet bevat enkele passages met fragmenten van een middeleeuwse legende, waarvan je denkt dat het anomalieën zijn in de romantekst. Als je ook Céline’s latere werk leest, ontdek je dat die legende, althans fragmenten daarvan, vaker opduikt. En ogenschijnlijk ook dan zonder direct verband met de thema’s van de hoofdtekst.

Van Céline weten we dat hij zich opwond over het negeren van de enorme rijkdom en levendigheid van volks taalgebruik door de romanciers van zijn tijd: rigor mortis kenmerkte hun taal. Maar lees Rabelais! Lees Gargantua en Pantagruel! Rabelais, toevallig net als Céline arts en schrijver, liet zich inspireren door de taal die op straat en in de kroegen werd gesproken en die vol grove grappen, scatologische vondsten en creatief schelden zat. Er loopt wat dat betreft een rechte lijn van Rabelais naar Céline. Zou het kunnen dat Céline met het opnemen van fragmenten van de Krogold-legende, verwoord in Rabelaisiaanse taal met een flinke scheut Céliniaanse bloederigheid, zijn schatplichtigheid aan het laat-middeleeuwse en zestiende-eeuwse Frans toont?

In 2021 werden in Frankrijk vier ongepubliceerde manuscripten van Céline ontdekt, waarvan De wil van koning Krogold het derde is dat nu in vertaling verschijnt. In feite gaat het hierbij om twee teksten, een typoscript van De wil van koning René, en een manuscript van een latere versie daarvan, De wil van koning Krogold. Céline’s uitgever, Robert Denoël, weigerde om de tekst(-en) uit te geven, waarna Céline fragmenten ervan opnam in Dood op krediet, zo is duidelijk geworden. Hij hechtte er kennelijk zozeer aan, dat hij dezelfde methode ook in latere romans gebruikte.

De wil van koning Krogold vertelt het verhaal van een (vroeg?)middeleeuwse hofintrige in een koninkrijk in het noordwesten van Europa. Koning Krogold verslaat het leger van de trouweloze prins Gwendor en trekt op naar de stad Christiana, waar men angstig de komst van zijn leger afwacht.

Het verhaal van De wil van koning René gaat daar in chronologische zin min of meer aan vooraf. De hoofdrol is voor Thibaut, een rondtrekkende minstreel, die leeft van zijn muziek, van zijn poëzie en van kruimeldiefstal. Samen met zijn vriend Joad gaat hij op weg naar Christiana, zich vermakend in kroegen en in het bordeel, waar hij blijk geeft van gewelddadig-misogyne lusten.

In hun voorwoord en nawoord gaan Véronique Chovin, respectievelijk Alban Cerisier, diep in op de geschiedenis van de totstandkoming van beide teksten en op hun betekenis voor Céline en zijn oeuvre. Het nawoord bevat ook een inventarisatie van vindplaatsen van fragmenten van de legende in Céline’s romans en de functie aldaar van die fragmenten.

Céline lezen moet, maar zal door niemand die eraan begint worden ervaren als gehoorzamen aan een plicht. Elke lezer zal bovendien al snel inzien hoe plat, eendimensionaal en armoedig wokisme is. Ja, Céline was in de late jaren 1930 en tijdens de oorlogsjaren fout, heel erg fout. Antisemitisme, racisme, het kan en moet hem allemaal worden verweten, en ook dat hij na de oorlog niet tot inkeer kwam. Maar tegelijkertijd moet je erkennen dat hij een geniaal schrijver was van ontzettend goede romans, waarin de ellende van het menselijk bestaan wordt weergegeven met niets ontziende directheid en dito agressieve, zwartgallige grappen en met bittere humor. Romans kortom, die je steeds weer herleest omdat fragmenten uit je geheugen naar boven blijven komen.

Nogmaals, Céline lezen moet, maar begin met Reis naar het einde van de nacht, Kanonnenvoer en Dood op krediet. Het is mooi dat De wil van koning Krogold er is en in vertaling bovendien, maar dan toch vooral voor de al ingevoerde Céline-lezer.

Hans van der Heijde

Louis-Ferdinand Céline – De wil van koning Krogold. Vertaling Tatjana Daan. Voorwoord Véronique Chovin; nawoord Alban Cerisier. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam. 316 blz. € 27,99.