Safranski over Kafka

Met zijn boeken over Nietzsche, Goethe, Schiller, Heidegger, E.T.A. Hoffmann en Schopenhauer heeft de Duitse filosoof Rüdiger Safranski (1945) een eigen biografisch genre geschapen: biografieën waarin ideeën en werk van zijn onderwerp centraal staan en de beschrijving van diens levenswandel dient om die ideeën op toegankelijke wijze te kunnen presenteren. En dus een ondergeschikte rol speelt. Safranski’s soepele stijl helpt flink bij het inzichtelijk maken van die ideeën.

Zijn nieuwe boek is weer zo’n biografie, over Kafka ditmaal en simpelweg Kafka getiteld. Uitgeverij AtlasContact heeft snel voor een vertaling gezorgd, van de hand van Mark Wildschut.
Kafka is met 270 bladzijden maar ongeveer half zo dik als Safranski’s andere biografieën. Omdat het leven van Franz Kafka zo kort was? Hij stierf in 1924 op 40-jarige leeftijd aan tuberculose. Toch is dat niet de verklaring voor de verhoudingsgewijs beperkte omvang van Kafka. In zijn voorwoord schrijft Safranski dat hij maar één enkel spoor volgt in Kafka’s korte leven: ‘het schrijven zelf en zijn gevecht daarmee’. Een consequentie daarvan is dat sommige aspecten van zijn leven en zijn jeugd en adolescentie slechts spaarzaam worden behandeld. Safranski haalt daar alleen elementen uit die sporen van betekenis hebben getrokken in het literaire werk. Bij leven heeft Kafka maar weinig gepubliceerd. Het grootste deel van zijn werk waarover we beschikken, waaronder de romans Het proces en Het slot, is postuum uitgebracht. Dat hebben we te danken aan Kafka’s vriend Max Brod, die Kafka’s opdracht zijn nagelaten manuscripten te verbranden heeft genegeerd. Brod had het goed gezien: de manuscripten bevatten teksten van uitzonderlijk grote literaire waarde. Literaire waarde die niet tijdgebonden is gebleken bovendien: Het proces bijvoorbeeld mag dan meer dan honderd jaar geleden geschreven zijn, deze roman heeft in die eeuw eerder aan kracht gewonnen dan ingeboet.

Dat heeft mede te maken met de veelheid aan uiteenlopende interpretaties die Kafka’s teksten bieden. Draait het bij hem om vervreemding, vervreemding die veroorzaakt wordt door de bureaucratisering van bijna elk facet van het leven? Om het vermalen worden door de moloch van de verburgerlijkte staat? Of gaat het vooral om gevoelens van schuld en onmacht, veroorzaakt door een benauwde seksuele moraal? Moeten we Freud erbij halen, of joods-theologische teksten? Speelt zionisme een rol? Wat bedoelde Kafka toen hij schreef dat Karl Rossmann, die door zijn ouders naar Amerika was gestuurd, het standbeeld van de godin van de vrijheid zag en meende dat zij zojuist haar arm met het zwaard had geheven?
Safranski komt in Kafka met een nieuw interpretatiekader. Alles wat Kafka schreef gaat over het schrijven zelf, dat wil zeggen: zijn schrijven, aldus Safranski. Zijn schrijfproces – het woorddeel proces doemt niet toevallig op – is een diep, heel diep afdalen in zijn geest, het vinden van taal voor wat hij daar aantreft en het construeren van een verhalende structuur of narratief voor die taal. Veelal ontwikkelde die narratieve structuur zich gaandeweg en is dat er de oorzaak van dat manuscripten als dat van Het slot onvoltooid zijn gebleven.

Het punt is dat wat Kafka in de diepte aantrof, gekleurd was door gevoelens van schuld. Zijn keuze voor het schrijverschap – zijn schrijverschap – betekende moeten afzien van de kansen die zijn vader hem bood, afzien van een keurig huwelijk met kroost in het verschiet en tot verdriet van zijn familie afzien van enige sociale status überhaupt. Hij moest steeds weer de mensen om heen, zijn ouders, zijn familie en zijn liefdes teleurstellen. Zijn schuldgevoelens daarover werden vervolgens weer een bron van zijn schrijverschap. Niet altijd een gewenste, maar nooit een bron die genegeerd kon worden. Safranski staaft zijn pleidooi met passages uit Kafka’s literaire werk en uit zijn brieven, met name die aan de vrouwen die Kafka heeft liefgehad.
Safranski lezen is altijd genieten van zijn stijl, die elegant is zonder krullendraaierij en nooit stijl om de stijl is, maar altijd de inhoud dient. Heel goed dus, dit boek, maar het belangrijkste compliment is toch dat iedere lezer ervan Kafka-titels uit de bibliotheek gaat halen of uit zijn boekenkast trekken en die opnieuw gaat lezen.

Hans van der Heijde

Rüdiger Safranski – Kafka. Vertaling Mark Wildschut. Atlas Contact, Amsterdam. 270 blz. € 24,99.