Una giornata particolare

6 januari 2025.

Het begon met een bezoek aan het Spaarneziekenhuis, locatie Zuid, voor een gezichtsveld test, na mijn twee opeenvolgende cataractoperaties, enige maanden geleden excellent uitgevoerd door dokter Wolff.

Je moet dan, om beurten met één oog kijkend op een scherm, willekeurig oplichtende puntjes beantwoorden met een druk op een knopje van een in de hand gehouden apparaatje. Hoe meer lichtpuntjes je waarneemt hoe hoger je score.

Welnu, dokter Wolff, een aantrekkelijke jonge vrouw, die mij al tweemaal eerder op gedachten had gebracht die het daglicht niet kunnen velen, was tevreden, hetgeen betekende dat er nog geen glaucoom dreigt, al is mijn oogzenuw wel enigszins aan het kloten.

Op de terugweg naar huis raakte ik in een stormwind verzeild waartegen bijna niet viel op te fietsen, erger nog, ik werd op zeker moment gewoon weggegooid, met fiets en al, dwars op de rijbaan, waarbij de chauffeur van een naderende auto keurig op tijd remde. Nu heb ik door jarenlang cafébezoek en vroege judo-aspiraties heel goed leren vallen en ik rolde dus netjes op het natte asfalt rond.
        Valbreken heet dat.
        De chauffeur en ik staken een hand naar elkaar op en ik liep, toch licht geschrokken, met mijn fiets aan de hand over het fietspad een eind verder richting huis.
        Het moet een indrukwekkend tafereel geweest zijn, want een andere chauffeur kwam naast me rijden, opende het zijraampje en vroeg of ik nog heel was. Aardig, ‘zeer attent van u, meneer’ zei ik en vervolgde mijn weg al fietsend.
        Ik denk dat ik door windkracht 8 gegrepen werd, aangezien mijn fiets een zware slagersfiets betreft en ikzelf een kilo of 82 weeg. Niks mee te maken: ik werd dwars weggesmeten.

Nu bleek ik een oude versleten spijkerbroek aan te hebben, die er door de val niet beter op geworden was, maar wel slechter, zeg maar gerust moest worden afgedankt. En voordat ik thuis was zocht ik de Levi’s Shop in de Grote Houtstraat op om een nieuwe te kopen. En wat bleek: 50% korting op de broek die ik wilde hebben (lichtblauw, band 33, lengte 30, een moeilijke maat.) Ze hadden er nog twee, die ik allebei heb gekocht.

Wat een mazzel die val, want anders had ik die korting nooit opgemerkt!

Toch mooi, dat een man van tachtig, door de wind van zijn fiets geblazen, nog steeds soepel over het asfalt kan rollen.

Ik had met judo de blauwe band en was later ook vaak blauw, net zoals mijn Levi’s jeans; zo grijpt alles soms wonderlijk in elkaar.

L.H. Wiener