Acrobatieën van angst en pijn

Als een goed boek moet schuren om te glanzen, dan heeft de Roemeens-Zwitserse Aglaja Veteranyi (1962-2002) met Waarom het kind in de polenta kookt een flonkerende roman geschreven. Veteranyi vertelt in haar debuutroman grotendeels haar eigen levensverhaal over een jong meisje dat opgroeit in een disfunctionele, rondreizende circusfamilie die in de jaren ‘60 het Roemenië van dictator Ceaușescu ontvlucht. Het gezin reist nadien door West-Europa (en een stuk Afrika), hopend op een betere toekomst. Zo droomt de naamloze ik-verteller ervan een rijke en beroemde actrice te worden. Maar terwijl de vader het Westen afschildert als ‘het paradijs’ verglijden de hoop en de mooie toekomstdromen snel in een nachtmerrie. Het kleurrijke circusleven heeft een duistere achterkant, een achterkant die niet leidt naar roem en overvloed, maar naar onzekerheid, ontbering en angst.Die angst is heel de roman door voelbaar. Het meisje en haar oudere halfzus staan elke avond doodsangsten uit omdat hun moeder een gevaarlijke jongleer act uitvoert in de nok van de circustent. Om die angsten te bezweren vertelt haar zus gruwelijke verhalen, zoals dat over het kind dat in de polenta kookt, een verhaal dat telkens gruwelijker eindigt om de vrees te kunnen overstemmen.

Wanneer de gewelddadige en incestueuze vader ervandoor gaat, belanden de zussen in een tehuis. Ook daar blijven ze buitenbeentjes. Niet veel later worden de zussen opgesplitst en keert de ik-verteller terug naar de moeder. Ze belandt in het variététheater, waar ze – onder het goedkeurend oog van de moeder – als minderjarige een stripteaseact uitvoert.

Zo zwaar en somber de thematiek klinkt, zo lichtvoetig en bijna speels is de stijl van Veteranyi. Maar die lichtvoetige eenvoud bedriegt en is vaak niet meer dan een povere camouflage voor de constante treurnis en pijn.

Verdriet maakt oud. Ik ben ouder dan de kinderen in het buitenland. In Roemenië worden de kinderen oud geboren omdat ze in de buik van de moeder al arm zijn en moeten luisteren naar de zorgen van hun ouders.

Veteranyi lijkt ook bewust korte, puntige zinnen en grote witruimtes te gebruiken om haar woorden extra kracht bij te zetten. Dat doet ze ook door volledige zinnen in hoofdletters te schrijven: ‘MIJN FAMILIE IS IN HET BUITENLAND GEBROKEN ALS GLAS’. Of: ‘IK DROOM DAT MIJN MOEDER DOODGAAT. ZE LAAT ME EEN DOOS MET HAAR HARTSLAG NA.’ Het wemelt in het boek van dergelijke originele beelden en metaforen. ‘Zijn moedertaal klinkt als spek met paprika en room.’ Soms is de ik-verteller ook gewoon grappig, maar zelfs die humor proeft snel bitter naar ‘verdriet dat op zijn kop gezet wordt’, zoals Felix Timmermans zou zeggen.

Als je iets niet lust, begint mevrouw Hitz altijd over de arme kinderen in Afrika, die omkomen van de honger. Daaraan merk ik dat ze nooit in Roemenië is geweest, anders zou ze niet telkens met hetzelfde voorbeeld komen. In Afrika is ze ook niet geweest, denk ik.

De onconventionele stijl in combinatie met het originele vertelperspectief maken Waarom het kind in de polenta kookt tot een unieke leeservaring, een ervaring die nog een extra laag krijgt door de verwevenheid met het persoonlijke levensverhaal van Veteranyi. Zij werd in 1962 in Boekarest geboren in een familie van rondreizende circusartiesten die in 1967 het land moesten ontvluchten om aan Ceaușescu te ontsnappen. Het gezin kreeg asiel in Zwitserland en zwierf vervolgens jarenlang door Europa, Afrika en Zuid-Amerika. Door dat nomadische bestaan bleef Veteranyi tot haar 17de analfabeet en heeft ze nooit leren schrijven in haar moedertaal. Na haar terugkeer naar Zwitsterland in 1978 leerde Veteranyi zichzelf Duits lezen en schrijven.

Waarom het kind in de polenta kookt kende bij de publicatie in 1999 meteen een groot succes. Het boek leverde Veteranyi internationale erkenning op. Kort na haar overlijden in 2002 – Veteranyi verdronk zichzelf in het Meer van Zürich – verscheen haar eveneens autobiografische roman Das Regal der letzten Atemzüge. Nu Waarom het kind in de polenta kookt ook in het Nederlands is vertaald en veel lezers kon bekoren, is het hopelijk niet te lang wachten op de vertaling van haar tweede boek.

Maarten De Rijk

Aglaja Veteranyi – Waarom het kind in de polenta kookt. Uit het Duits vertaald door Josephine Rijnaarts. Oevers, Zaandam. 200 blz. € 22,00.