Oogkleppen af

Martin Bossebroek is een van de meest gelezen historici in Nederland. Hij weet met boeken als De Boerenoorlog en De Zanzibardriehoek door zijn voortreffelijke stijl en verhalende aanpak vele lezers aan zich te binden. Een polemist toonde hij zich in deze werken nooit, hij was een verteller. Maar nu hij zich grote zorgen maakt over de manier waarop de geschiedschrijving in de ban is geraakt van een eenzijdige interpretatie van ons slavernijverleden, slaat hij een andere toon aan. Hij besloot tot het schrijven van een vlammend pamflet, Kolonialisme! De vloek van de geschiedenis, waarin hij een aantal harde noten kraakt over de huidige eenzijdige geschiedbeoefening.

Bossenbroek constateert dat het Nederlands verleden van twee kanten wordt opgeëist. Aan de ene kant zijn er de borstkloppers, populisten die het verleden als een gouden periode vereren waarin er nog plaats was voor vaderlandse helden, een periode zonder migratie, zonder Europese regels en zonder islam. Voor hen is de geschiedenis een ‘romantisch sprookjesbos met een hoog hek eromheen en Langnek als grenswacht.’ Daartegenover plaatst hij de boetedoeners die de geschiedenis indelen in daders en slachtoffers. Deze ‘postkoloniale verzetsbrigade’ ziet het verleden als een gitzwarte periode waarin het westen zich met de trans-Atlantische slavenhandel voor eeuwig heeft geblameerd. Wat beide partijen gemeen hebben, is dat ze lijden aan een ernstige vorm van tunnelvisie.

Bossenbroek neemt de lezer mee op een mondiale zoektocht om te kijken hoe elders met de koloniale geschiedenis en het slavernijverleden wordt omgegaan. Het levert weinig aanlokkelijke voorbeelden op. In de politiek verdeelde VS leidt de discussie over het slavernijverleden alleen maar tot scherpere stellingnames, zonder kans op een gezamenlijke visie. In autoritair bestuurde landen wordt de eigen geschiedenis stelselmatig ter meerdere eer en glorie vervalst en elke vorm van kolonialisme genegeerd of goedgepraat. Kijk naar Rusland, dat steeds dieper in Afrika infiltreert, maar Europa expansionisme aan haar westgrens verwijt. Of kijk naar China, dat de Zuid-Chinese Zee en een deel van de Oost-Chinese Zee steeds meer als een binnenzee beschouwt en dreigt Taiwan te annexeren.

Enige hoop put Bossenbroek uit de manier waarop twee oud-koloniën van Nederland met het koloniale verleden in het reine proberen te komen. In Zuid-Afrika werd al in de tijd van Nelson Mandela en Desmond Tutu een weg naar verzoening en samenwerking tussen de erfvijanden gezocht. Deze lijn lijkt te worden doorgetrokken door de huidige president Cyril Ramaphosa. In Indonesië, waar men zich niet zo druk maakt over het koloniale verleden, had de voormalige Indonesische president Joko Widodo de moed het eigen verleden onder ogen te zien. Hij erkende dat zijn land zich zelf schuldig had gemaakt aan grove schendingen van de mensenrechten, bijvoorbeeld in 1965 bij de massamoord op communisten. Beide machthebbers hebben niet in alle opzichten een onbevlekt blazoen, erkent Bossenbroek, maar ze hebben een weg gevonden om de geschiedenis in te zetten voor verzoening en herstel.

Aan de hand van de resultaten van zijn speurtocht komt Bossenbroek tot een aantal duidelijke conclusies. Allereerst: kolonialisme en slavernij zijn van alle tijden en van alle continenten. Europa zocht zijn expansie overzee, niet in gebiedsuitbreiding ten kosten van omliggende landen. ‘Tot dan toe had het kolonialisme alleen op paard en kameel gereden, sindsdien voer het ook per schip.’ Maar de mechanismen die aan de expansie ten grondslag lagen, waren dezelfde. Een tweede conclusie: het zijn de Europeanen zelf geweest, met als eerste de Engelsen, die de slavernij hebben afgeschaft. Daar kwam zeker eigenbelang bij kijken, maar er speelden ook morele en godsdienstige overwegingen een rol bij. Europa heeft die humanitaire voortrekkersrol ook later doorgezet en deze opvattingen klinken door in talloze verdragsteksten die inmiddels internationaal zijn aanvaard.

Waarom dan toch die kritische houding tegenover de Westerse koloniale geschiedenis? Waarom verliest het westerse model van de democratische rechtsstaat steeds meer zijn aantrekkingskracht? Bossenbroek wijst hier naar het occidentalisme, de afkeer van de eigen westerse beschaving, zoals uitgedragen door toonaangevende intellectuelen als Edward W. Said, die menen dat de niet-westerse wereld het willoze slachtoffer is van een wreed en door racisme gedreven gedrag van het westen. De wereld ingedeeld in daders en slachtoffers. Dergelijke opvattingen zijn koren op de molen van de niet-westerse critici die het westen graag de maat nemen. ‘Als je kijkt naar de globale interpretatie van het koloniale en slavernijverleden valt inderdaad een verontrustende overeenkomst vast te stellen tussen westerse postkoloniale academici en niet-westerse machthebbers, in het bijzonder de autocraten onder hen.’ En verderop schrijft Bossenbroek:

Waar ik wel problemen mee heb en waarover ik me eerlijk gezegd zorgen maak, is dat onze geschiedenis onder cynisch schaterlachen in Moskou en Beijing wordt herschreven tot de ultieme ‘Dark Ages’ waarvoor tot in alle eeuwigheid schuld moet worden bekend en boete moet worden gedaan.

Dat laatste punt vind ik wel problematisch. We kunnen onze kritische zin, die schatplichtig is aan de ideeën van de Verlichting, toch niet laten varen omdat anderen die ons niet welgevallig zijn, met de resultaten daarvan aan de haal gaan? Maar verder kan ik mij geheel vinden in het pleidooi van Bossenbroek om met open blik naar het verleden te kijken: sine ira et studio, ‘zonder toorn en voorliefde’, zoals Tacitus schreef. Niet het ene paar oogkleppen vervangen door het andere, maar alle oogkleppen afleggen, dat is het pleidooi van Bossenbroek. ‘Vervang geen oude mythes door nieuwe sprookjes.’ Het is eigenlijk veelzeggend voor deze tijd dat een vooraanstaand hoogleraar geschiedenis over zoiets evidents een pamflet moet schrijven…

Aart Aarsbergen

Martin Bossenbroek – Kolonialisme! De vloek van de geschiedenis. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam. 192 blz. € 22,50.