Recensie: Hans Boland – Vaderinstinct
Scheiden doet lijden
Zelfs als de naam Hans Boland u niets zegt, is het niet onwaarschijnlijk dat u al iets van hem hebt gelezen. Boland vertaalde immers meerdere grote Russische auteurs, onder wie Dostojevski, Poesjkin en Tolstoj. In 2015 ontving hij daarvoor de Martinus Nijhoffprijs, de grootste onderscheiding voor literair vertalers, en die krijg je heus niet zomaar. Sla er zijn vertaling van Anna Karenina maar eens op na, of Jevgeni Onegin. Vooral die laatste, een roman in verzen en op rijm, moet een enorme opgave zijn geweest, maar Boland klaarde de aartsmoeilijke klus met bravoure.
In mei 2014 ‘debuteerde’ Boland als romanschrijver met De zachte held, over zijn jaren in Indonesië, in 2015 volgde Mijn Russische ziel, en nu is er dus het wederom sterk autobiografische Vaderinstinct, een boek over Bolands zoon en kleinzoon, maar vooral over de familievetes met de moeders van die twee. ‘Geboekstaafd onrecht geeft je de macht over jezelf terug,’ schrijft Boland, en dat is dan ook het opzet van dit boek: Boland schreeuwt het onrecht dat hem werd aangedaan uit in twee ‘brieven’: de langste is gericht aan zijn kleinzoon, afsluiten doet hij met een kort epistel aan zijn schoondochter.
De ik-figuur in dit boek, die te veel overeenkomsten met de auteur vertoont om hem er niet in te herkennen, deed zijn eindexamen van de middelbare school in 1968, kort na de Summer of Love dus. Zoals gebruikelijk in die tijd leidde hij een tijdlang een zwerversbestaan om met ander langharig werkschuw tuig rond te reizen, onder meer naar Marokko, in die tijd nog een populaire hippiebestemming (‘De Marokkaanse mensen waren zo gastvrij – ze brachten water en olijven als je stond te liften, liepen achter je aan om je eten en een slaapplek aan te bieden, en lieten je niet gaan wanneer je ’s morgens weer verder wilde – dat we na vier maanden opgelucht waren toen we op de veerboot terug naar Franco stapten’).
Op een van zijn tochten ontmoet hij Anna, een mooie kunstschilderes. Als zij op haar vijfentwintigste een dringende kinderwens voelt, biedt de nochtans openlijk homoseksuele hoofdpersoon (‘Jouw vader heeft me nooit anders gekend dan als homo,’ schrijft hij aan zijn kleinzoon) aan om haar zwanger te maken. Om praktische en financiële redenen trouwen ze kort daarna, ook al was dat huwelijk slechts ‘tijdelijk’ bedoeld en gold voor beide partners dat ze het niet zo nauw hoefden te nemen met de echtelijke trouw.
Wat waren we dom. De flowerpowergeneratie is de naïefste jeugd geweest die ooit op Moeder Aarde heeft rondgelopen. Ze was geboren in reactie op de meest barbaarse oorlog die de mensheid sinds de aanvang der tijden had geteisterd, en misschien was dat onze rechtvaardiging.
Het is al vaker verteld: de Summer of Love kon niet blijven duren en naïeve hippie-idealen als vrije liefde bleken in de praktijk nogal wat wrevel te veroorzaken. Het sprookjesachtige flowerpowerhuwelijk – met bloemen in het haar – ontaardt in een nachtmerrie, een venijnige vechtscheiding die veel langer zal duren dan de wittebroodsweken, gekenmerkt door bitse conflicten over de opvoeding van zoon Domenico. Het probleem is echter dat er altijd twee kanten aan zo’n verhaal zijn en dat je de argumenten van de tegenpartij, die ongetwijfeld een andere versie van de feiten heeft, niet te horen krijgt.
In dit boek zijn de passages waaruit liefde voor de zoon of kleinzoon spreekt dan ook veel mooier dan die waarin uiting wordt gegeven aan verbittering over een mislukt huwelijk, zoveel is zeker. Stilistisch houdt Boland zich wat op de vlakte, als een schaatser die achteloos rondjes rijdt, hoewel hij perfect in staat is om met achteloze sprezzatura zomaar opeens een driedubbele pirouette te maken: ‘Dostojevski heeft de wereld de ogen geopend voor de neiging tot zelfdestructie die de homo sapiens is aangeboren en zich zowel manifesteert in het groot, wanneer hij met stompzinnige argumenten ten oorlog trekt, als in het klein, wanneer hij uit irrationele motieven zijn eigen geluk verwoest.’
Vooral in de laatste brief, die gericht is aan de schoondochter met wie de hoofdpersoon ook in onmin is geraakt, ontspoort dit boek en worden de grenzen van het fatsoen overschreden. ‘De enige reden dat je jouw moeder geen vals kreng kon noemen was dat ze daar te dom voor was,’ klinkt het bijvoorbeeld. Zo krijg je als lezer het ongemakkelijke gevoel dat je getuige moet zijn van een familieruzie waar je niets mee te maken wilt hebben. Het is jammer om zoiets te moeten lezen van een schrijver en literair vertaler die voor zijn andere werk zoveel bewondering afdwingt.
Daan Pieters
Hans Boland – Vaderinstinct. Van Oorschot, Amsterdam. 126 blz. € 17,99.