Kaakslag

Ik kan niet zo goed tegen geluid, zeker niet om twee uur ’s nachts. Ik woon vlakbij een grote vijver en afgelopen zaterdagnacht bleken enkele studenten daar ’s nachts een verjaardag te vieren. Muziek hard aan, zodat enkele honderden omwonenden ook konden meedelen in de feestvreugde. In het verspreiden van geluid zijn studenten vaak vrij altruïstisch. Ik had een zware week achter de rug, waarin dood, ziekte en honderd andere aandachtsknagers mijn reserves hadden uitgeput. De woede nam toe toen ik mijn kleren aantrok, nam toe toen ik mijn schoenen aandeed, nam toe toen ik de voordeur achter me dichttrok, nam toe toen ik door het gras naar de plek van de studenten liep, nam toe toen ik daar een box in de hand kreeg. En die gooide ik daarna kapot op de tegels.

Er is geen goede manier om dan te vertrekken (‘Het was gezellig, doei!’). Ik kreeg een jongen met Duits accent achter me aan die me, toen ik me omdraaide, een vuistslag op mijn kaak gaf, waardoor ik terstond in het gras kwam te liggen, een scheur aan de binnenkant van mijn wang opliep en twee uur lang bloed spoog. Gelukkig hielden andere feestgangers hem tegen, anders was het allemaal erger afgelopen. Gelukkig heb ik niet teruggeslagen en was mijn basisreactie bij moeilijke situaties teruggekeerd: weglopen.

Erg goed voor je nachtrust is zo’n nachtelijk uitstapje niet: het was dan wel stil buiten, maar in jezelf raast de storm door. Je denkt vooral na over je eigen domheid, je eigen botte agressie tussen het bloedspuwen door. Achteraf waren het waarschijnlijk helemaal niet zulke kloterige studenten, maar juist vrij aardige, die niet wisten dat muziek nogal ver draagt bij zo’n vijver. Mijn agressie veranderde nogal rap in schaamte en een lichte vrees over die niet te beteugelen woede die blijkbaar ook in me zit.

Kortom: wie vorige week zaterdagnacht zag dat zijn box naar de gallemiezen werd gesmeten mag via het politiebureau aan de Rademarkt in Groningen verhaal halen: ik zal de schade vergoeden. Wie mij in het openbaar tegenkomt: niet te veel lawaai maken. Je bent gewaarschuwd.

Coen Peppelenbos

Deze column verscheen eerder in een iets andere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 16 juni 2018.

(foto via Flickr Commons)