Recensie: Sarah Sluimer – Keizer
De val van de keizer
Behalve in bepaalde takken van sport, vind je de term ‘debutant’ vandaag de dag alleen nog terug bij iemand die zich voor het eerst manifesteert in literaire fictie of poëzie. Over beginnende bouwvakkers of restaurantexploitanten zegt nooit iemand dat het debutanten zijn. Wat moet je ook nog met die archaïsche uitdrukking in de eenentwintigste eeuw, waarin immers alles mogelijk is. Sarah Sluimer, programmamaker en publicist, schreef met Keizer haar debuutroman. Maar verwacht geen beginnersproza, hier is een vakvrouw aan het werk. Nu schreef ze ook al langer, voor onder meer de Volkskrant, Elle en De Correspondent, maar daarmee heb je nog geen roman in je vingers. Het maakt niet uit, dit resultaat mag er zijn.
De beroemdste toneelregisseur van Nederland, Leo Landrauff, ter wereld gekomen met een wonderlijk gat boven in zijn hoofd, een open fontanel die maakt dat hij extreem gevoelig is voor de wereld in het algemeen en licht en geluid in het bijzonder, leeft ondanks of dankzij die afwijking geheel voor de kunst. Het brengt een uitzonderlijke afkeer voor ‘de anderen’ met zich mee. Alleen zijn partner Bob weet volledig wat hem drijft en deze neemt genoegen met een bijrol als volgzame assistent. Leo verwacht niet anders, vertrouwt hem blind, maar accepteert ook geen initiatieven van zijn kant. Hij, Leo, is keizer.
Ook de acteurs van zijn theatergroep volgen hem onvoorwaardelijk, met name Elly, het al wat oudere, fragiele kindvrouwtje. Ze verklaarde menigmaal niet zonder hem te kunnen, hem overal te zullen volgen. Ook dat verbaasde Leo, heilig overtuigd van zijn buitengewone kunstenaarschap, niet.
Na zo’n introductie van de hoofdpersonages, dwalen je gedachten al snel af naar de grote Amsterdamse toneelregisseur, zijn hondstrouwe acteurs, en de bekende actrice met onvervulde kinderwens in het bijzonder, net als Elly in Keizer. Een sleutelroman dus? Dat gaat misschien wat ver, maar het lijkt wel helder dat Sluimer zich mede heeft laten inspireren door de uiteenlopende verwikkelingen rond het befaamde toneelgezelschap uit de hoofdstedelijke Marnixstraat.
Leo blijkt door zijn overgevoeligheid permanent op zoek naar rust en vrede in zijn hoofd en als Victor Marbre, een in New York geslaagde, oudere Nederlandse kunstenaar hem in ruil voor een theaterstuk over zijn leven een etherisch wit appartement aanbiedt, waar Leo zich waarlijk los van het menselijk gedoe kan wanen, valt hij voor de aanbieding. Het blijkt een pact met de duivel, want Victor en diens insolente zoon Ros nemen Leo’s hele wereld over. Zelfs Elly wordt gemakkelijk van hem losgeweekt.
Het snel verlopende proces waarin Leo verandert van een zelfgenoegzame narcist in een wanhopig wrak, brengt Sluimer effectief in beeld met terugblikken op Leo’s jeugd in een zweverig internaat, diens confrontaties met zijn verloederende moeder en de latere breuk met partner Bob. Steeds blijkt daarbij zijn kwetsbare hoofd met het gat, waarin de wereld zo hard binnendringt, maar waaruit ook zijn gevoel steeds dreigt te ontsnappen, van doorslaggevende betekenis. Het is een heel sterke premisse, die door het boek heen consequent wordt uitgewerkt.
Maar Sluimer weeft nog veel meer verrassende aspecten door dit uiterst vaardig geschreven werk. Het behandelt ook subtiel de mechanismen van al dan niet uitverkoren worden, relaties maken en behouden, de aantrekkelijkheden en risico’s van verleiding en niet in de laatste plaats de houdbaarheidsdatum van generaties. Als Leo en Victor, die elkaar lange tijd vervloekten, toch nog in gesprek raken, is dat ook een moment van erkenning dat hun tijd er op zit:
‘Kijk vriend,’ zei Victor. ‘Uiteindelijk is het een kwestie van door blijven ademen. Misschien daag ik de dood uit. Misschien schop jij hem weg. Ik ben al verloren. De mensen willen geen gore mannen meer die aan het einde bloed ophoesten, kwast nog in de hand. Het maakt ze ongemakkelijk. (…) De tijd is niet meer van ons. We moeten maar gewoon een beetje doorgaan tot het voorbij is. Oké?’
Ook keizers komen aan hun einde. Leo begon zijn ‘regeerperiode’ al op het internaat, toen hij als amateur-regisseur de directeur trachtte over te halen Caligula van Albert Camus te mogen opvoeren met het argument dat het over een keizer gaat ‘die grootse fouten maakt, de mensheid verwerpt en daardoor alleen en eenzaam sterft’. Nog zonder te weten hoe het hem later zelf zou vergaan. Sarah Sluimer maakt indruk met haar eerste roman. Waar zijn de sterren en ballen toch als je ze nodig hebt.
André Keikes
Sarah Sluimer – Keizer. Lebowski, Amsterdam, 240 blz. € 19,99.