Recensie: Wiesław Myśliwski – De horizon
Een oefening in geduld
Het lezen van De horizon van Wiesław Myśliwski is een oefening in geduld en doorzettingsvermogen. De schrijver vraagt veel van de lezer en geeft weinig terug. Zo worden veruit de meeste scènes verteld en niet getoond, gebeurt er nauwelijks iets spannends, vraagt de lezer zich vaak af: waarom krijgt dat personage zoveel aandacht of waarom is dit belangrijk, is er nauwelijks een verhaallijn te ontdekken, zijn er maar een paar scènes waarin een personage naar iets streeft, krijgt de lezer een kolossale cliffhanger, die wel wordt herhaald, maar de hanger moet maar blijven hangen: de schrijver komt er niet meer op terug. Het meest afschrikwekkend is echter dat verschillende scènes zo uitvoerig worden beschreven dat de concentratie van de lezer verslapt. Het is best aardig om te lezen dat een moeder en haar zoon op zoek gaan naar een schoen die hij is verloren, maar daar dertig pagina’s over te lezen is wat te veel van het goede. Bij vrijwel elke scène is er sprake van zo’n uitweiding en overdaad aan details dat veel lezers zouden afhaken.
Misschien moet de roman op een andere manier gelezen worden, bijvoorbeeld als studieobject voor een literatuurstudie. Myśliwski past namelijk veel interessante literaire technieken toe. Zo begint hij met een ik-personage dat een foto ziet en daardoor herinneringen krijgt. Al snel komen tussen die herinneringen door ook gebeurtenissen waarvan de ik-figuur niets af weet, wat de ik-figuur ook letterlijk noemt. De verteller wordt daarmee een soort alwetende ik-verteller, terwijl we gewend zijn de alwetende verteller en de ik-verteller los van elkaar te zien. Verder schakelt de verteller vaak van de ene herinnering naar de andere. Zo zit hij het ene moment met een ingenieur aan tafel, de regel erop ziet hij de ingenieur jaren eerder zijn aktetas bij de buurvrouwen ophalen. Dat de lezer deze wisselingen moeiteloos maakt getuigt van groot vakmanschap van de schrijver. Ook het rond maken van het verhaal door te eindigen met een foto is bestudering waard. Door al die herinneringen en langdradige scènes dringt een vergelijking met het werk van Marcel Proust zich op. Om ook de achterflap te citeren: ‘Waar bij Proust de reconstructie en de herleving van de verloren tijd doel op zich zijn, zijn ze bij Myśliwski een poging te ontdekken wat in de individuele ervaring universeel is.’ Misschien is dat ook interessant om te onderzoeken, die individuele ervaring die ook universeel is.
Ook met een geschiedkundig perspectief is dit een interessant boek om te lezen. Het gaat om de jonge Piotr die met zijn familie tijdens en na de Tweede Wereldoorlog op het Poolse platteland en in een Pools stadje woont. Het geeft een interessant beeld van de armoede en omstandigheden van Polen in die tijd, met interessante details zoals veel koeien die na de oorlog van Duitsland naar Rusland werden gevoerd en dat de zwakkere koeien alvast in Polen werden geslacht. Zo hadden de Polen die tijdens de oorlog nauwelijks vlees aten – het slachten van varkens was verboden – opeens een groot overschot aan vlees.
Er is nauwelijks enige chronologie of ander houvast in het boek, maar er zijn wel terugkerende elementen te ontdekken. Zo is de vader van Piotr ziek en verergert zijn toestand tot hij sterft. Zijn moeder is hard aan de slag om met Piotr rond te kunnen komen. Boven het gezin wonen de zussen Poncka van wie Piotr de tango leert. Piotr wordt verliefd op Anna en wil met haar de tango dansen op het schoolfeest, maar iemand anders is hem steeds voor. Hij wordt dronken en gaat naar de zusters Poncka en de lezer verwacht dat er wat zou gebeuren tussen Piotr en de vrouwen die hoeren worden genoemd, maar: nee.
Verder zijn alle personages nogal hardvochtig en onbehouwen, op misschien Anna na. Haar krijgen we nauwelijks te zien in het boek, behalve in het laatste hoofdstuk als Piotr en Anna gaan kanoën. In het verhaal lijkt ze ook opeens verdwenen: Piotr bezoekt verschillende mensen met zijn zoontje Pawel, maar naar Anna wordt niet meer gevraagd. Dat staat in schril contrast met de aandacht die andere personages krijgen, zoals de burgemeester, die net zo goed niet in het boek verwerkt had kunnen worden. Haast niets in het boek is noodzakelijk, haast niets en niemand is onmisbaar. Misschien is dat wel de harde boodschap over het leven in Polen rond de Tweede Wereldoorlog en de individuele ervaring die universeel is. Prettige vakantie.
Erik-Jan Hummel
Wiesław Myśliwski – De horizon. Vertaald door: Karol Lesman. Querido, Amsterdam. 624 blz. € 27,99.