Recensie: Juli Zeh – Lege harten
Een simplistische waarschuwing
In haar nieuwe roman Lege harten beschrijft de Duitse schrijfster Juli Zeh onder meer de gevolgen van onverschilligheid door grote politieke veranderingen. Het is een moralistische roman waarin de grenzen tussen goed en kwaad vervagen door de dominantie van nut en winst.
De roman Lege harten van Juli Zeh speelt zich af in de nabije toekomst en in de jaren die nog voor ons liggen is er veel veranderd. Donald Trump en Vladimir Poetin hebben een einde gemaakt aan de oorlog in Syrië, Angela Merkel is niet langer kanselier van Duitsland en is opgevolgd door Regula Freyer van de Bezorgde Burger Beweging. Er is sprake geweest van een Frexit en de wereld werd weer getroffen door een financiële crisis. Is dit een ‘ander tijdperk’ zoals Britta denkt? Niet echt, want de basis voor deze enge toekomstvisie is immers al gelegd. Volgens Britta ziet Knut, de man van haar vriendin Janina, het wezen van de politiek niet in: ‘Het moge duidelijk zijn dat Knut niet begrijpt dat politiek net als het weer is: iets wat plaatsvindt, of je nu toekijkt of niet, en alleen dwazen mopperen erover.’ Onverschilligheid is het gevolg van de grootscheepse politieke veranderingen die hebben plaatsgevonden.
Britta heeft samen met Richard een dochtertje: Vera. Ze is eigenares van het bedrijf de Brug en ‘vindt zichzelf soms een slechte moeder, omdat ze stiekem meer van haar werk houdt dan van haar gezin. Maar ze kan tenminste eten wat ze wil.’ Dat is voor Britta blijkbaar vrijheid: dat ze kan kiezen wat ze kan eten. Is dat werkelijk wat ze belangrijk vindt? Ze weet niet meer wat ze belangrijk vindt en ze doet hier ook geen moeite voor, want alles is nu eenmaal zoals het is en ze is geen dwaas die daarover gaat mopperen. Ze wil alleen verantwoordelijk zijn voor wat ze kan ‘aanraken. Waarom zou ze zich ook voor de rest verantwoordelijk voelen? Vandaag de dag weet immers niemand nog waar hij voor of tegen moet zijn.’
Is Britta een vrouwelijke variant op Meursault, de vreemdeling van Albert Camus? Misschien is dat wat Juli Zeh voor ogen had met de creatie van haar personage, maar de beschrijving en karakterisering van Britta mist de filosofische diepgang die van Meursault zo’n interessant personage maakte. Bij Meursault was onverschilligheid een levenshouding, bij Britta lijkt het voort te komen uit de weigering om te weten, want met een beetje inspanning kun je wel bepalen waar je voor of tegen moet zijn. Daarnaast is onthouding ook een keuze: wie zoals Britta niet stemt, kiest immers ook.
En Britta kiest wel degelijk, niet voor het goede ten opzichte van het kwade, maar voor winst en nut. In Duitsland plegen duizenden mensen zelfmoord. De Brug is een bedrijf dat suïcidalen bijstaat. De Brug plukt mensen met zelfmoordgedachten van het internet en onderzoekt of ze daadwerkelijk dood willen. Sommigen zijn te genezen van hun zelfmoordwensen, maar de anderen, die na een lange evaluatie nog steeds dood willen, koppelt de Brug als een soort strijders aan organisaties. Zo is hun zelfmoord niet nutteloos, maar zinvol. Neem bijvoorbeeld pedofiel Dirk, hij wilde zelfmoord plegen en via bemiddeling van de Brug kwam hij in aanraking met de beweging Green Power en stierf hij tijdens een actie ten behoeve van de walvissen. Het is het ultieme kapitalistische idee: dat zelfs de dood nuttig en winstgevend is.
Door een aanslag in Leipzig komt het voortbestaan van de Brug in gevaar. Britta en haar partner Babak denken dat ze concurrentie hebben gekregen van anderen die eveneens mensen die dood willen koppelen aan (terreur-) organisaties. Door de vele ontwikkelingen na deze aanslag wordt Lege harten steeds meer een thriller dan een roman over hedendaagse moraal. De personages dienen voornamelijk als hulpstukken om de plot te construeren, die helaas nooit meeslepend of enerverend wordt. Dat ligt enerzijds aan de houterige, soms kinderlijke stijl, van de roman: zo zijn de beschrijvingen vlak en de dialogen – de spreektaal – regelmatig tenenkrommend. Anderzijds ligt dit aan de personages, die fletse schetsen zijn waardoor er van een werkelijke innerlijke worsteling eigenlijk geen sprake is. Daarnaast is de maatschappijkritiek van de roman niet altijd even subtiel en soms zelfs larmoyant: ‘Rust zacht, publieke discussie, je was de grootste gastvrouw aller tijden. Had altijd plek aan je tafel, was altijd in voor een levendig diner of een bezoekje aan de kroeg, je kon strijd zijn en spel, maar ook vaderland en bestemming. Wij blijven achter, ongetroost, vereenzaamd, verstoord.’
De thema’s en ideeën van Lege harten zijn zeker interessant, maar de uitvoering is jammer genoeg matig. Zo is deze roman geen onderzoek, maar iets te veel een simplistische waarschuwing.
Koen Schouwenburg
Juli Zeh – Lege harten. Vertaald door Annemarie Vlaming. Ambo|Anthos, Amsterdam. 294 blz. € 21,99.
Deze recensie stond eerder in het Friesch Dagblad van 6 oktober 2018