Interview: Paul Gellings vertaalde Awater in het Frans
Paul Gellings, van wie vorige week de roman De wereld als leugen verscheen, is ook als vertaler actief. In La Revue Littéraire verscheen in het november/december-nummer zijn vertaling van Awater in het Frans. Het begint aldus:
Soyez présent ici, tout premier esprit,
Qui plane au-dessus des eaux de l’incipit.
Cette oeuvre, votre bon oeil se doit de la lire,
de même que le monde elle est sauvage et vide.
Elle ne veut pas, comme tout un siècle fini,
voir des décombres et chanter un temps sans pluie
car chanter n’est qu’une passion ulcérative
et quoi que ce fût ne fut jamais en ruine.
Une première pierre a toujours une assise.
Chaque parole innove le silence qu’elle brise.
Het epische gedicht van Martinus Nijhoff zorgt bij Nederlandse interpreten al voor veel hoofdbrekens, dus een vertaling moet extra lastig zijn. We vroegen Gellings naar het hoe en waarom.
Waarom Awater? Wat betekent het gedicht voor jou?
– Bij dwaaltochten door een stad bij avond zit je bij mij altijd goed. Daarom houd ik van Ulysses van Joyce en ook van de romans van Patrick Modiano met Parijs als labyrint. Awater is een avond in Utrecht in 1934 en tegelijk speelt alles zich af in een andere, raadselachtige ruimte en tijd waar je eindeloos over kunt blijven nadenken. Net als over de figuur Awater zelf, trouwens.
Het gedicht kent in Nederland al vele interpretaties. Werd je door de berg secundaire literatuur belemmerd of geholpen?
– Weinig tot geen secundaire literatuur geraadpleegd. Wel in mijn achterhoofd een college dat Nijhoff-exegeet Wiljan van den Akker eens gaf tijdens een congres over poëzie vertalen. Dat deed hij over de Engelse vertaling en zo duidelijk en scherpzinnig dat ik er nu nog steeds op teer. Ook mijn eigen kennis van de Nederlandse literatuurgeschiedenis heeft me een handje geholpen.
Je hebt de vorm van het halve eindrijm aangehouden. In hoeverre was dat een opgave?
– Een opgave, op z’n zachtst gezegd. Een paar keer moest ik er een nachtje over slapen, voordat ik verder kon met een bepaalde klank. Maar er zat niets anders op. Het is immers het belangrijkste vormkenmerk van Awater. Dat mag je een Franse lezer niet onthouden.
Awater kent een aantal haast spreekwoordelijke zinnen. Lisez donc, on ne lit pas ce qu’on voit. Daar verdwijnt de grap met Waterstaat. Kon je elders in het gedicht vondsten in het gedicht kwijt die Nijhoff jaloers zouden maken?
– Jammer van de Waterstaat, maar bij poëzie vertalen raak je soms wat kwijt en soms haal je wat binnen. Het binnenhalen is natuurlijk wel onontbeerlijk, anders ga je de vervlakking in. Ziehier een absoluut voorbeeld van winst: van
Sommigen zeggen, ’s avonds leest hij Grieks,
maar anderen beweren het is Iers. ‘ –
heb ik gemaakt:
Certains disent que le soir il lit l’Odyssée,
mais ce serait Ulysse à en croire d’autres. » –
Waarmee ik een stukje intertekstualiteit heb binnengehaald waar Nijhoff misschien niet jaloers op zou zijn, maar dat wel beantwoordt aan zijn bedoelingen en literaire verwantschappen (met name Joyce).
La Revue Littéraire 75 met de volledige vertaling van het Awater door Paul Gellings ligt nu in de winkel. Gelukkig vertrekt ook daar de trein op het voorgeschreven uur.
Elle chante, lève un genou, noyée dans la vapeur.
Elle part comme convenu à l’heure.