Strips: Fabcaro & Serge Carrère – Olivier Blunder gaat met zijn tijd mee
Niet alleen de wereld van Olivier Blunder is veranderd
De nieuwe Olivier Blunder is uit. Dat klinkt gek omdat zijn laatste album, Olivier Blunder heeft groene vingers, twintig jaar geleden verscheen. En dat was al niet meer van de hand van Greg, die de drieste avonturen van de bolle kletsmajoor vanaf 1963 tekende. Op het hoogtepunt van zijn roem togen stipliefhebbers op een drafje naar de stripspeciaalzaak voor het nieuwe album, maar dat is al even geleden. Want hoewel de oudere delen nog altijd te pruimen zijn, hebben de verhalen -die ogen als een eindeloze optocht van grote tekstballonnen- toch aan impact verloren. Tegenwoordig moet het duidelijk korter, lekker snappy, indachtig het concept van de afgenomen attentiespanne van de gemiddelde mens, en striplezer.
De verhalen uit dit eerste deel van de reeks Olivier Blunder’s nieuwe avonturen, zoals het nu – met loos aanhalingsteken – heet, zijn uit de Franse koker van scenarist Fabcaro en tekenaar Serge Carrère. De titel van het album verraadt dat Blunder met zijn tijd is meegegaan en dus zien wij hem worstelen met een mobieltje, een sms’je en een computer – of beter gezegd: de doos van een computer. Voor iemand als Blunder is dat vast heel wat, voor de lezer van nu zijn grapjes over nieuwerwetse apparaten toch meer iets van vijftien jaar geleden.
De toevoeging in titel dat het om nieuwe avonturen gaat, is evident. De korte verhaaltjes, meestal van een enkele pagina per stuk, raken nergens aan die van weleer en het is maar beter de liefhebber daarvan op voorhand te doordringen. De personages van Blunder en van zijn entourage zijn overgezet naar nu, in een typisch Franse humoristische setting die je ook terugziet bij reeksen als Vrouwen in ’t Wit, Bollie en Billie, G.Raf Zerk en Kleine Robbe. Die setting bestaat uit een reeks figuren, situaties en combinaties van motieven, karaktertrekken en relaties. Het levert vaste grapsequenties op, waarvan er eindeloos veel van zijn te bedenken. Het is oppervlakkig, maar in ieder geval steeds met een pointe of punchline.
Blunder is op z’n koddigst als hij zijn eigen weg kiest in de moderne wereld, vooral als hij zijn onkunde en onwetendheid zo goed mogelijk probeert te verhullen. Dat gaat steevast gepaard met een omhaal van woorden waar je u tegen zegt, en daarin voorzien de korte stripjes prima: er wordt wat afgekletst, gezwateld en gedebatteerd. Het leuke van het album zit ‘m precies daar: vooral de talige kluwen van Blunder en zijn buurman Zuiger maken de kwinkslagen genietbaar. Je ziet dat de vertalers een hoop plezier hebben gehad.
Maar om nu te zeggen dat Blunder weer helemaal terug is, gaat wat ver. Op de eerste pagina stelt hij zelf al moedeloos vast: ‘Blunder is geschiedenis, van zijn voetstuk gevallen, hij heeft zich niet kunnen aanpassen aan de veranderende tijd. Zelfs een Pterosaurus is hipper dan Blunder.’ Zo’n vaart zal het niet lopen, maar als de mopjes in deel 2 net zo belegen zijn, dan gaat hij de Pterosaurus wel achterna.
Stefan Nieuwenhuis
Fabcaro & Serge Carrère – Olivier Blunder gaat met zijn tijd mee. Arboris. 48 blz. € 7,95.