Strips: Jean-Claude Servais – Het blauwe chalet
De spirituele natuur
De Belgische stripauteur Jean-Claude Servais zou een goede reisleider zijn. Wie in zijn albums verzeild raakt, ondergaat de verhalen als een ontdekkingstocht langs koele meren en heilige wouden, waar het dierenrijk samenleeft met de kabouters, dwaallichtjes en bosgeesten. Bij Servais gaan heilige mystiek, new age symboliek en eeuwenoude legenden hand in hand; de lezer trekt langs alle zuilen van geestelijke verdieping en natuurbeschouwing. Dat is in zijn nieuwe graphic novel Het blauwe chalet niet anders.Voordat je aan het verhaal begint, deelt hij een persoonlijk verhaal met de lezer – hij is onlangs voor de tweede keer opa geworden en vertelt wat dat voor hem betekent. Via een bruggetje neemt hij ons dan mee naar de Belgische Ardennen, maar niet voordat hij de legende van de godin Cybele en de herder Attis als bron van zijn nieuwe vertelling heeft aangewezen. Dán is er een epiloog en pas daarna begint het verhaal echt, met de lente.
In dat prille jaargetijde leren we Alice kennen, een meisje van ongeveer dertien jaar dat – net als Servais – houdt van de natuur. Met haar twee broertjes is ze in de Ardense landerijen aan het wandelen als ze in de avond uitkomen bij de Wolvenvallei, een plek die Alice kent uit de verhalen van haar grootvader. In die vallei, bij de heilige eik, staat een blauw chalet. Althans, dat heeft haar opa Alice altijd voorgehouden. De rest van de familie gelooft er uiteraard niet in, en zo ziet de lezer Alice steeds verder afglijden van haar mondaine familie, op weg naar de sprookjeswereld van haar opa en herder Attis.
Losgezogen van haar familie smeert ze ‘m op een avond, geholpen door een roedel puntmutsjes. Alice gaat naar haar geliefde Johanto die in de Wolvenvallei leeft. Lieve ouders, zegt ze, de wereld die jullie me willen opdringen bevalt me niet. Daarin wil ze niet leven. Dan breekt de zomer aan.
Alice en Johanto leven een paradijselijk bestaan en niet lang erna komt er een baby om het geluk te completeren. Curieus is wel dat na de geboorte van het kindje het verhaal verdergaat in de herfst: in de vallei zijn bijzonder korte zwangerschappen blijkbaar de gewoonte. De jaren verstrijken en het drietal wordt zienderogen ouder. Ook dochter Roos komt in de levensfase van volwassenheid terecht. Of zoals haar moeder mijmerend constateert: ‘haar borsten worden voller, haar heupen breder, haar billen ronder. Roos is een vrouw geworden, Johanto.’
Voor de bezorgde vader reden om Roos voor te lichten over de verlokkingen van het leven, ook van het leven buiten het bos. En laat nu juist daarvandaan het gevaar opduiken. De wereldse jonge Simon, die Roos ooit eens bij toeval in het bos tegenkwam, is haar niet vergeten. Dagelijks zoekt hij haar en als ze eenmaal samen zijn, kiest de overdonderde Roos voor de liefde – en daarmee het afscheid van haar ouders. Zien zij Roos ooit terug?
Het verhaal is dan al doorspekt met mythologische en spirituele vertellingen, waarin de natuur een wezenlijke rol speelt. Hier is Servais op zijn best, al zal het beslist niet ieders kopje thee zijn. Toch zou een avontuurlijke lezer zich gerust eens aan een album van Servais moeten wagen: hij temporiseert, laat je over de pagina’s dwalen en zorgt ervoor dat je alles nadrukkelijk beleeft. Hij zet je aan tot het lezen in het nu, als het ware.
Het blauwe chalet is een kundig gecomponeerd, afgerond verhaal, met een uitgeleide waar je even voor moet gaan zitten. Het hele album is daarmee werkelijk een reis, een die je niet dagelijks onderneemt. Dat kenmerkt het werk en de unieke stem van Servais; Het blauwe chalet is een mooie aanvulling op diens oeuvre. Bovendien is het een album dat vanwege de compacte geschiedenis ook geschikt is voor lezers die niet eerder iets van Servais lazen.
Stefan Nieuwenhuis
Jean-Claude Servais – Het blauwe chalet. Dupuis 2018. 88 blz., hardcover. € 22,50.