Recensie: Tommy Wieringa – Dit is mijn moeder
Niet alles kan worden gelijmd
‘Dit is mijn moeder.’ Zo’n zinnetje dat je uitspreekt als je je moeder in je kielzog mee hebt genomen. Enigszins beschroomd (of is het eerder nukkig) uitgesproken. Het was me ook wel een moeder, Lia Wiersema. Uit Tommy Wieringa’s portret rijst het beeld op van een avontuurlijke, excentrieke, vrijgevochten vrouw die het voor elkaar kreeg om iedereen naar haar pijpen te laten dansen. De verhouding tussen moeder en zoon is tumultueus, lijkt op het samenzijn van kat en hond. De nukken en grillen van zijn moeder zorgen ervoor dat Tommy na de scheiding van zijn ouders besluit om bij zijn vader te gaan wonen. Hij verkiest diens lichte verwaarlozing boven haar onvoorspelbare woede-uitbarstingen, haar eeuwige betweterigheid en gemanipuleer.
Nietsontziend én teder brengt Tommy Wieringa zijn moeder voor ons tot leven in dit in eigen beheer uitgegeven boek (dat voorzien is van een tof vliegtuiglogo). Voor haar was het leven ‘een ernstig spel, dat je het beste een beetje laconiek kon spelen.’ Schrijnend is het dan om te lezen dat hij van haar met de zweep kreeg, nadat hij als zesjarige onverschillig onderuitgezakt op een paard had gezeten. Het hoofdstuk waarin Wieringa dit moment bijna terloops noemt behoort tot de beste van de vijfendertig hoofdstukken. Het gaat Wieringa ook in dit autobiografische boek steeds om iets groters, om meer dan zijn eigen particuliere ervaring. ‘Amazone’ begint met een beschrijving van zijn zesjarige dochter die op een koud voetbalveld ergens in Noord-Holland staat. Ze toont een gebrek aan belangstelling voor de bal en precies dat aspect katapulteert Wieringa terug naar zijn leven op Aruba in de jaren zeventig. Vanuit het paardrijden belandt hij natuurlijkerwijs bij de mythische Amazones. Zijn moeder is immers net zo onverschrokken en ook zij verliest in haar leven haar rechterborst. Na deze koppeling komt de reflectie op het verleden en op zichzelf. Verschilt hij wel van zijn moeder als hij ‘naar voren’ loopt te schreeuwen tegen een lusteloze zesjarige? Wat zal zij van hem onthouden? Alle keren dat hij liefdevol voor haar heeft gezorgd of vooral dit soort pijnlijke incidenten?
Ook in dit kleinood laat Wieringa zien dat hij een begenadigd schrijver is: stilistisch gesoigneerd, meticuleus in het weven van het web van het verhaal en een groot observator. Met slechts een paar pennenstreken legt hij een gevoelswereld bloot zonder expliciet gevoelens te benoemen. Een voorbeeld uit het hoofdstuk ‘Steen’ waarin hij beschrijft hoe hij met familieleden naar de natuurbegraafplaats gaat om een robijnrode steen op haar graf te plaatsen:
Omdat ik de paraplu’s in de auto vergeten was, lagen de anderen op me voor tijdens de wandeling naar het graf. Soms zag ik tussen de boomstammen door het verspreide gezelschap. Daar een zus, ginds een neef, voorop een zwager met mijn vrouw en dochters. Ik bedwong de aanvechting om te gaan rennen, ze in te halen en te proberen er een groepje van te maken. Iets wat bij elkaar hoorde. Niet alles kan worden gelijmd.
Miriam Piters
Tommy Wieringa – Dit is mijn moeder. Uitgeverij Wieringa. 160 blz. € 17,99.