Interview: Carlos Ruiz Zafón over Het labyrint der geesten
‘Het gaat om hoe een verhaal verteld wordt’
Met de verschijning van Het labyrint der geesten, de vierde roman in de serie rondom ‘Het Kerkhof der Vergeten Boeken’ van de Catalaanse, en inmiddels door zijn jarenlange verblijf in Los Angeles, veramerikaanste schrijver Carlos Ruiz Zafón (1964), is de serie afgerond die in Nederland in 2004 begon met de verschijning van De schaduw van de wind. De serie is een wereldwijde bestseller gebleken. Tientallen miljoenen gingen er van de verschillende delen over de toonbank. Ter promotie was Zafón in de afgelopen jaren veelvuldig op pad, soms wel zes maanden aaneen.
Bij het interview, zoals gebruikelijk in het hoofdstedelijke Ambassade Hotel, heeft hij een opmerkelijk etui bij zich. Een etui dat zomaar een ukelele of zelfs een wapen zou kunnen bevatten. Zafón wilde altijd al liever muzikant zijn dan schrijver. Of heeft de multi-multimiljonair ineens Amerikaanse behoefte aan protectie? Het blijkt een gimbal te zijn, een apparaat waarmee je stabiele opnames kunt maken vanuit de hand.
Zafón: ‘Nu ik de vijftig ben gepasseerd, wil ik toch echt iets meer van de wereld zien, dan alleen hotels, boekhandels en interview- c.q. optreedruimtes. Mijn schema hier in Nederland en België is weer boordevol, maar ik heb toch kans gezien om vanochtend een filmpje te maken over fietsers. Wat zijn er hier veel, nog meer dan in China. Ik maak nu graag themafilmpjes, puur en alleen voor mijzelf. Ik kan echt genieten van de juiste shots, het monteren van geluid, het maken van bijpassende muziek. Er is mij veel gevraagd naar wat ik na de afronding van de serie wil doen. Er zijn diverse projecten waarover ik denk, maar het is absoluut zo dat ik me alleen nog maar bezig wil houden met dingen die ik echt leuk vind. De promotie van een boek is hard werken, zeker wanneer je werk wereldwijd verschijnt. Het is een eenmanscircus waarvoor ik me graag jaren heb opgeofferd, maar genoeg is genoeg.’
In het vierde deel introduceert Zafón een geheel nieuw personage. Alicia Gris is een soort liefdevolle wraakengel die met vallen en opstaan uiteindelijk het hele mysterie ontrafelt. Een gewaagde gok om juist voor het slotakkoord een nieuwe stem te gebruiken, maar dat pakt goed uit. Het is gemakkelijk om je met haar menselijkheid te identificeren.
‘Een personage als Alicia was eigenlijk al vanaf het begin in mijn gedachten. De grove lijnen van de hele serie heb ik eigenlijk voor en tijdens het schrijven aan het eerste deel uitgezet. Ze zijn natuurlijk aangepast, op een bepaalde manier wel fijn geslepen in de loop der tijd. Voor mij zijn er drie personages in de hele serie die voor mij van groot belang zijn. De eerste is de schrijver Carax, een bijfiguur, maar wel de “aanstichter” van het hele universum. Fermín is pittoresk, barok, flamboyant. Hij is het geweten van het verhaal, het morele kompas, de getuige. Alicia is de agent van de verlossing. Om het meeste effect te sorteren moest ik haar aan het einde pas introduceren. Het verrassingseffect. Niemand mocht haar zien komen. Met haar had ik de kans om alles vanuit een nieuw perspectief te laten zien.
In het begin dacht ik dat dit personage een man moest worden. Ergens wist ik wel dat het niet helemaal klopte, maar ik kon mijn vinger er niet opleggen. Na jaren begreep ik ineens dat de verlosser een vrouw moest zijn, een combinatie van een femme fatale en een wraakengel. Het heeft behoorlijk lang geduurd totdat ik haar op de juiste wijze kon schetsen. Er is een beetje van het originele personage in haar medespeler de politieman Vargas geslopen. Veel lezers lieten mij weten dat ze met hem meevoelden. Ze waren kwaad op het feit dat hij het loodje legt.
Maar Vargas moest, hoe spijtig ook, wel sterven om Alicia te laten realiseren wat haar doel eigenlijk echt is. Tot aan dat punt is ze behoorlijk laconiek. Ze wil eigenlijk nergens meer mee te maken hebben. De wereld heeft haar slecht behandeld. Zij is een slachtoffer van roerige tijden. Het verlies van Vargas doet het vuur van wraak bij haar ontbranden, doet haar inzien dat ze recht moet doen. Ook al zal ze er misschien een hoge prijs voor betalen, zij wil de verantwoordelijken door het vuur naar de hel slepen. Zij is de enige die het kan doen, want zij is de kleine gevallen engel. Niemand anders kan het web van corruptie en misleiding weerstaan. Ze heeft een band met Vargas opgebouwd, hij is net als zij gedwongen tewerkgesteld in de duistere krochten van de machthebbers. Ze lijken op elkaar. Zij is een meisje dat haar ouders al jong heeft verloren, dat door het bombardement ernstig gewond is geraakt. Ze zit van binnen en buiten vol met littekenweefsel. Vargas en zij willen allebei een betere wereld, willen proberen te ontsnappen.
Alicia bezoekt de boekhandel van Sempere en ziet daar de gelukkige Bea. Een pijnlijk spiegelgevecht. Ze wordt geconfronteerd met het leven dat ze eigenlijk had willen leiden. Ze worstelt constant met de persoon die ze is geworden en de persoon die ze had willen zijn. Ze bevindt zich altijd tussen licht en donker en juist in Vargas vindt ze een medestander. Een ongelukkige afloop was helaas niet te vermijden. Ik wilde naar het leven tekenen.’
De hele serie handelt eigenlijk over de gevolgen van de chaos, hoe mensen misbruik maken van crisissituaties om macht te vestigen, om geld en roem te verwerven. Ze gaan zelfs zover dat de identiteit van kinderen wordt gestolen.
‘Veel van de personages lijden onder hun gestolen leven. Het is een centraal thema in het boek, maar ook een centraal thema in het Europa van de twintigste eeuw. Miljoenen mensen zijn door de lust naar macht, ijdelheid en geld van hun levens beroofd. Wat beweegt de daders in godsnaam? Dat is iets dat ik met deze serie heb willen onderzoeken. Minister Valls valt in het gat dat hij voor anderen heeft gegraven. Hij komt op gruwelijke wijze aan zijn einde. Dat past bij zijn groteske benadering van het leven. Het liegen, bedriegen en moorden alleen voor de ijdelheid. Hij wilde herdacht worden als de grote schrijver, als de cultuurpaus, maar ook hij raakt uiteindelijk verstrikt. Een klein beetje gerechtigheid. Mensen die door toedoen van anderen tegen hun wil in allerlei duistere manipulatieve werelden terechtkomen, dat wilde ik allereerst onderzoeken.
Een mens leeft nooit alleen. In de zin van dat je tegen wil en dank bent opgezadeld met de handelingen van eerdere generaties. Verzwegen zaken kunnen nog decennia lang doorzeuren als geesten uit het verleden. Ook al weet je er niets van, je bent er nog niet vrij van, veilig voor. Het leven als een spookhuis vol (vaak nare) verrassingen. De hele serie gaat ook over Isabella, die door Valls wordt omgebracht. De enorme impact die dat het hele leven lang heeft op de zoon, op zijn verrichtingen. Eerst leer je haar kennen via anderen, veel later komt ze zelf aan het woord. Dan wordt pas duidelijk wat er gebeurd is, wie ze eigenlijk echt was. Dat is mijn inziens de kracht van het vierde deel. Het hele web wordt ontrafeld. Alles wordt naar buiten gebracht middels de echo van Alicia. De gestolen levens worden in zekere zin weer een beetje teruggegeven.’
Zafón heeft in de loop van de serie enorm veel ballen in de lucht weten te houden. Na lezing van het slotakkoord lijkt het derde deel bewust klein gehouden.
‘Ik heb mijn originele plan wel aangepast. Toen ik aan De gevangene van de hemel werkte, het derde deel van de serie, dacht ik dat het veel dikker zou worden. Maar ik heb me daar bewust heel erg ingehouden. De schaduw van de wind is het boek van een lezer, Het spel van de engel dat van een schrijver die in de afgrond van zijn eigen gekheid valt, De gevangene van de hemel is het boek van een personage, het personage Fermín, het morele kompas, die laat zien wie hij is, wie hij is geworden. Omdat hij zo pittoresk is, moest de ruggengraat van dat boek een avonturenverhaal worden. Ondanks al de verschrikkelijke dingen die hem overkomen, is het een “licht” verhaal. Dat is de rol die hem is toebedeeld. Net zoals de tweede roman een gothic verhaal van een schrijver moest zijn, een leerling, een navolger. De eerste roman was het verhaal van het kind en het slotdeel is het verhaal van mij, van de schrijver van het geheel. De kerel die alles aan elkaar knoopt.
Deze werkwijze heeft me aangaande de vierde roman heel veel meer werk opgeleverd. Ik heb bewust geen tipjes van de sluier opgelicht in het derde deel en daarmee het werk in deel vier gecompliceerd. Maar het is daardoor wel mijn lievelingsboek geworden, omdat het ook voor mij een grande finale is geworden. Het is mijn meest persoonlijke boek, het is voor mij het meest sensibele deel. Eindelijk kon ik de drie personages die voor mij essentieel zijn samenbrengen. Er worden wereldwijd verschillende voorkeuren uitgesproken. Dat is ook voor mij heel interessant. De een vindt het eerste deel het beste, de andere het laatste. Sommigen vinden het derde deel te licht, anderen vinden het tweede deel te zwaar. Juist die zwaarte kan daarentegen anderen weer bekoren.’
Het einde van het slotdeel lijkt beslist autobiografisch. Via een personage, de jonge schrijver Sempere, verklaart Zafón de vier delen en tegelijk ook zijn eigen printgeschiedenis. Een soort spiegelgevecht.
‘Het is een literair spel. Ik wilde een echo creëren, iets waardoor de lezer denkt dat het over mij persoonlijk gaat. Het is niet meer dan een reflectie, wilde het element van speelsheid in de verhalen nog maar eens onderstrepen. Het slotdeel, de serie, moest niet eindigen met een apocalyptisch slot. Een alles verwoestende brand of zo. Ik denk dat wanneer je de duisternis in een boek goed wil laten werken, je uiteindelijk weer bij het licht moet komen. Op die manier wordt de reis voor de lezer compleet. De manier waarop ik de serie heb vormgegeven, zorgt ervoor dat je verwachtingen schept bij lezers. Ik ben nu al heel lang bezig, maar de reacties van de lezers zijn niet te voorspellen. Ze zijn ook aan verandering onderhevig. Maar elke reactie, elke emotie is welkom. Het betekent dat mensen iets voelen bij wat je hebt gemaakt.’
Zafón eindigt met een epiloog van één pagina. Het maakt duidelijk dat er altijd verhalen zullen zijn.
‘Het slot maakt van de serie een perpetuum mobile. Een vader neemt zijn kind mee naar Het Kerkhof der Vergeten Boeken. Het is de belofte van boeken, van verhalen vertellen. Het verhaal eindigt er niet, het gaat verder, begint opnieuw. Je zou eenvoudigweg weer bij het eerste deel kunnen beginnen, of ergens middenin. Het maakt duidelijk dat je het geheel van alle kanten kunt aanvliegen. Deze wereld had dat nodig. Natuurlijk had ik dit boek eerder kunnen eindigen. Het “autobiografische” deel had ik weg kunnen laten. Het boek vertelt min of meer hetzelfde verhaal, maar het gaat om de magie van de reis. Om het genot van de constructie. De vorm waarin kunst is gegoten is voor mij van wezenlijk belang. Het gaat om hoe een verhaal verteld wordt.’
Guus Bauer
Carlos Ruiz Zafón – Het labyrint der geesten. Vertaald door Nelleke Geel. Signatuur, Amsterdam. 846 blz. € 29,99.
(Foto boven: screenshot via YouTube, interview CGTN America
foto onder: Carlos Ruiz Zafón in Barcelona; Mutari, via Wikimedia)