Recensie: Stephen Fry – Helden
Heldenverhalen sprankelend van humor, intelligentie en actualiteit
De Britse acteur en schrijver Stephen Fry verraste in 2018 met Mythos, zijn hervertelling van de Griekse Godenverhalen. In Helden volgen de avonturen van de stervelingen uit de mythologie. De uitgever introduceert de personages:
Stap aan boord van de Argo en beleef samen met Jason zijn heroïsche queeste naar het Gulden Vlies, maak kennis met Atalante, die opgroeide bij de beren, en die haar aanbidders telkens weer het nakijken gaf. Beleef de avonturen van Oidipous, die het raadsel van de Sfinx weet op te lossen. Volg Herakles op zijn pad als hij zijn twaalf werken moet verrichten en dool rond in het labyrinth van Koning Minos, waar de monsterlijke Minotaurus op je wacht. Huiveringwekkend en meeslepend zijn de verhalen van de Griekse helden, die ons opnieuw laten zien waartoe wij mensen wel in staat zijn.
Wie Mythos heeft gelezen weet dat de scheppingsverhalen nogal abstract kunnen zijn. Je moet je hoofd er goed bijhouden om goed te onthouden hoe het precies zit: de aarde die paart met de hemel, waaruit de dageraad ontstaat, en ettelijke, soms ook ingewikkelde incestueuze stappen verder hebben we een serie Titanen en Goden. Helden kan ook zonder deze voorkennis gelezen worden; de heldenverhalen zijn concreter en eenvoudig te volgen. Hoewel je dan niet altijd alle familieverhoudingen zult vatten, doet dat geen afbreuk aan hoe meeslepend Fry weet te vertellen. Fry heeft een geheel eigen stem waarmee hij je als lezer volkomen weet in te pakken. Ontzettend prettig is het dat je als lezer meteen overtuigd bent dat hij álle nodige kennis paraat heeft, en voortdurend kan hij die eruditie inzetten om je te verrassen en laten glimlachen. Je kunt leunen op deze verteller, als op de geschiedenisleraar of voorlezende vader of moeder uit je jeugd.
Knap is vooral hoe Fry, ondanks zijn stuwmeer aan parate kennis, de verhalen met vaart en smeuïg weet te brengen. De dialogen tussen de helden en andere personages zijn levendig en herkenbaar, zoals wanneer Danaë haar zoon Perseus aanmoedigt op het feestje van Polydektes niet te vergeten nadien de gastheer te bedanken, niet teveel te drinken én: ‘praat als het even kan niet met volle mond’. Vaart zit er ook in de verwikkelingen, zo heeft Perseus bijvoorbeeld in no time Medusa onthoofd. Niets menselijks is de personages vreemd- een orakel kan ijdel zijn, een god onoplettend, een jonge held driest. In de spreektaal zijn zaken gerust ‘gaaf’ en Melas, het broertje van Medea, noemt zijn oma ‘dat ouwe lijk’. Het kan allemaal, het ademt een doordenderende levenslustige actualiteit.
En wat een duizelingwekkende rijkdom in de Griekse heldenverhalen, je blijft maar lezen en je verbazen over de eindeloze creativiteit, en hoe het één weer tot het ander leidt en steeds weer doorgaat. De verhalen bieden zo op een bijzondere manier verklaringen – in Mythos bijvoorbeeld voor hoe de wereld, de schepping, de tijd ontstond, en in Helden voor hoe mensen kunnen zijn, voor goed en kwaad, voor hoe het leven wordt beleefd door mensen van vlees en bloed, met zowel hun heldhaftige als zwakke kanten. De feit dat de helden in deze verhalen monsters hebben verslagen, leidde tot een veiliger wereld, vertelt Fry. In Helden bemoeien de goden zich niet meer zoveel met de mensen, maar toch, soms, wel, en soms ook heel wreed en willekeurig. Mensen zijn overgeleverd aan hun lot, en moeten de consequenties dragen van hun verkeerde keuzes.
Zo zijn de heldenverhalen ook spiegels voor mensen uit alle tijden, zoals de beste verhalen uit de literatuur ook het handelen van mensen van hier en nu bevragen. Hoe oud ook, alles kan actueel zijn. Dat de heldenverhalen mensen door de eeuwen heen hebben geïnspireerd, wordt ondersteund door de kleurige afbeeldingen van kunst (schilderijen, beelden en voorwerpen) uit verschillende perioden van de kunstgeschiedenis, waarin zij figureren.
Door de vlotte verteltoon maakt Fry het heel eenvoudig je kennis van de mythologie eens flink bij te spijkeren. Mijn ervaring is dat het boek het ook prima doet als voorleesboek voor tieners. Het leest anders dan een roman, doordat je steeds te maken met een nieuwe held en nieuwe episoden in het grotere geheel. Dat maakt het zo nu en dan wat fragmentarisch, maar Fry zet alles op alles om je steeds weer mee te nemen.
Marjoleine de Vos bracht in NRC als enige kritiekpunt naar voren dat de toon ook weleens wat ‘te lollig’ kan worden, maar dat maakt het juist voor de jongere doelgroepen een uitstekende introductie in het verhalende corpus van de antieken. Ellen de Bruin beweerde zelfs in diezelfde krant over Mythos dat een hervertelling hiervan ‘niet nodig’ was, (https://www.nrc.nl/ ), maar ik zou geen vergelijkbare, toegankelijke hervertellingen kennen die op eenzelfde manier de ook onkundige lezer weten te boeien. Niet iedereen heeft zijn mythologie op orde of beheerst Grieks en Latijn tenslotte. Wel zegt zij ook: Mythos is duidelijk geen boekje van een beroemdheid die louter probeert wat geld binnen te harken, voor wie zich dat nog afvroeg; het is een werk van liefde. Fry houdt van deze verhalen en vertelt ze met plezier, en op een manier die raakt.’ En dat is zonder meer waar. Net als Mythos is Helden een aanrader voor een heel breed publiek, en mogen we diep buigen voor de humor, intelligentie en sprankelende actualiteit waarmee Stephen Fry ons deze verhalen vertelt.
Agmar van Rijn
Stephen Fry – Helden. Vertaald door Ineke van den Elskamp, Frits van der Waa, Pop Ruiter en Henny Corver. Thomas Rap, Amsterdam. 476 blz. € 24,99.