Recensie: Barry Hines – Kes
De langveter, de vliegdraad, de loer
De moderne Britse klassieker A Kestrel for a Knave uit 1968 is onlangs in het Nederlands verschenen als Kes. Dit boek over een bijzondere vogelaar is geschikt voor oud – en toch ook voor jong.
Billy Casper is een jongen van een jaar of 14 en kan zijn draai niet vinden. Zijn vader is uit beeld, zijn moeder slaapt met vele mannen, zijn broer Jud is een zuipende idioot en veel vrienden heeft hij niet. Op de bikkelharde secondary modern, zeg maar de ambachtsschool of LTS, wordt naar hartenlust geslagen, gevochten en beledigd, gewelddadigheden waar Billy dagelijks mee te maken heeft. Hij groeit dan ook op in de armoedige mijnstreken van Yorkshire, waar het werk ondergronds het enige toekomstperspectief lijkt te zijn – het was het in ieder geval voor Jud.
Nu is Billy zelf ook niet de braafste. Hij steelt wel eens iets uit de plaatselijke winkels en koopt van het wedrengeld voor de paardenkoersen van zijn broer een zak patat. Hij is ook niet de allerslimste van zijn klas. Als hij een opstel moet schrijven met als opdracht ‘Een sterk verhaal’, blijkt zijn Engels hopeloos te zijn.
Wat hem echter nogal van anderen onderscheid is zijn passie voor vogels, en voor valken in het bijzonder. Geheel op eigen kracht en inzicht heeft hij niet alleen een jonge valk uit een nest gehaald, hij heeft het beest ook zelf afgericht.
Aan zijn empathische en nieuwsgierige leraar Engels vertelt hij: ‘Nou, wanneer de d’r eenmaal zeeg hebt gemaakt kun je eigenlijk gelijk met africhten beginnen. Je weet dat ze d’r klaar voor is als ze echt op je zit te wachten als je komt en vlot op je handschoen stapt, zonder al dat geklapwiek van eerst.
Je begint eerst binnen, door d’r op je handschoen te laten springen voor d’r vlees. In het begin alleen maar kleine sprongetjes, dan een beetje verder, en zo door. En elke keer dat ze komt moet je d’r een stukje vlees geven. Als beloning, zeg maar. Zodra ze over de volle lengte van de langveter komt aangevlogen, kun je ’t buiten gaan proberen, vanaf een paaltje of zo. Je zet d’r op dat paaltje, je houdt met je rechterhand het eind van de langveter goed vast en steekt je linker met de handschoen naar voren, zodat ze d’rop kan vliegen. Zo kun je zelfs twee keer zo ver gaan als de langveter. Als ze zover is kun je d’r de langveter afdoen en die vervangen door ’n vliegdraad.’
Africhten is trouwens iets anders dan temmen. Niemand kan getemd worden, weet Billy. In zijn tamelijk instabiele omgeving moet je overleven door altijd ‘gepast’ te antwoorden door onwetend te blijven of het oog om oog-principe te hanteren. Maar er zijn momenten bij waarop hij machteloos is. Wanneer bijvoorbeeld een meevoetballende gymleraar je afrost omdat je het partijtje hebt verloren, kan Billy niet anders dan de vernedering ondergaan, omdat hij als de sodemieter zijn valk moet voeren en belang heeft bij tijdswinst.
Kes bestrijkt een hele dag, waarin Billy’s huis, de straten, de winkels en vooral de school intensief worden geportretteerd. Het is een desolaat landschap van schoorsteenrokende voorsteden, in verval rakend op de grens van stad en land. Behalve zijn leraar Engels is er niemand die zijn kennis en vakmanschap waardeert of wil begrijpen. Het spel van oog om oog kent zijn finale in een aangrijpende confrontatie met Jud. Aangrijpend, omdat met Billy’s werdegang door de buurt het definitieve verhaal wordt verteld.
Schrijver Barry Hines (1939-2016) publiceerde A Kestrel for a Knave in 1968. Het werd meteen een klassieker. Regisseur Ken Loach (o.a. Ladybird Ladybird en Ae Fond Kiss…) debuteerde aansluitend met een verfilming van het boek, een film die ook meteen een klassieker werd. Kes is eigenlijk een heel spontaan geschreven roman: realistisch en rauw als het is, lijkt de taal aangepast aan de belevingswereld van een jongen die kind noch puber is. Het is best lastig om aan te duiden wat het boek zo bijzonder maakt. De stijl lijkt soms wat eenvoudig, maar is zo ook een sterk wapen om Billy’s wereld te leren kennen. De taal wordt trouwens meesterlijk in de passages wanneer Billy hortend en stotend uitlegt hoe je als valkenier moet opereren. Dichtbij deze lad voel je je als volwassene een jongen van dertien, veertien en wens je hem uit de grond van je hart het allerbeste toe.
Jaap Krol
Barry Hines – Kes. Uit het Engels vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema. Podium, Amsterdam. € 19,-.