Recensie: Jacobus Bos – De waan en zin van het bestaan
Kleur geven aan de leegte
Wat betekent ‘De hebzucht van de rede’? Dat de rede het onmogelijke wil hebben? Je weet bijvoorbeeld dat je een dode vriend niet meer levend kunt maken en toch wil je het. Is dat redelijk of juist niet? Moeten we rede dan opvatten als het gebruik van onze rede met behulp van taal om dat onmogelijke op de een of andere manier te bewerkstelligen?
Jacobus Bos schrijft het gedicht ‘De hebzucht van de rede’:
Hoe ik hem terughaal uit de dood
maar hij niet meer levend wil worden.
Zelfs met mijn mond op de zijnewendt hij zich halsstarrig van mij af.
Hoewel ik hem red als een dolfijn
die een haai bij hem verjaagt.Met een werpanker enter ik zijn schip
dat geheel is gehavend en stuurloos
in een wind die oren en vingers bevriest
alsof ik een tennismatch van hem wil winnenen hij als een kangoeroe over het net springt
in de grote grijze zee van een woestijn
die ons onherroepelijk van elkaar scheidt.De een met geopende mond onder water
terwijl de ander zijn adem vast laat vriezen
en het ijs tussen ons beiden langzaam smelt.
Dit gedicht komt uit de bundel De waan en zin van het bestaan. Wat de ik doet in het gedicht is waanzin en toch heeft het kennelijk enige zin, want ‘het ijs tussen ons beiden […] smelt (langzaam)’. De ander wendt zich van de ik af, terwijl de ik hem toch redt of althans probeert te redden. Zijn haaien bang voor dolfijnen? Ze zijn niet bang, maar ze blijven wel uit de buurt, want ze vinden het geluid van dolfijnen irritant. Zo zou de dood uit de buurt kunnen blijven van het geluid van een gedicht. Het schip van de ander is stuurloos, het vriest. De ik komt dan met een onverwachte vergelijking: tennismatch, waarbij de ander als een kangoeroe over het net springt. Hij maakt dus de match onmogelijk. De sprong is tevergeefs, want de twee zijn onherroepelijk gescheiden.
De bundel heeft een motto van Camus, waarin ondermeer staat: ‘Werken en scheppen ‘voor niets’, boetseren in klei, weten dat zijn werk geen toekomst heeft, het werk in een dag vernietigd zien en zich er bewust van zijn dat dat in wezen niet belangrijker is dan bouwen voor eeuwen, dat is de moeilijke wijsheid die door het absurde denken wordt gewettigd.’ Sisyfusarbeid.
De bundel bestaat uit vijf afdelingen: Wat geheim is blijft geheim, De lust tot leven, Het wilde geheugen, Niemand waakt over hem, Tot het tegendeel is bewezen.
Uit het titelgedicht van de tweede afdeling:
Was hij maar zo’n durfal die onverschrokken
op de zwaartekrachtgolven huiswaarts surft
dwars door elk zwart gat in het heelal.Zo’n weergaloze waaghals in de ruimte
waar de aarde nog geen droge traan is
in het oog van een verkouden kameel
en alles vreemd is en donker en zweeft.
Het absurde in kosmisch perspectief. Als we leven, moeten we toch leven, hoe waanzinnig het ook is.
Jacobus Bos is van 1943. Hij publiceerde veel gedichten in De Gids, Tirade en De Revisor en acht dichtbundels. Daarvoor, in 1969, verscheen proza van zijn hand: Ik ga voor niemand uit de weg (alleen voor paard en wagen). Pas in 1987 verscheen de eerste bundel Mijn blauwe evenbeeld. Deze bundel werd genomineerd voor de eerste Buddingh’-prijs.
Wat moet de kunstenaar? Camus zei: ‘Hij moet de leegte kleur geven.’
Misschien moet een dieptepsycholoog een verband, rationeel of irrationeel, vinden tussen vaak voorkomende woorden in deze gedichten. Zo vinden we veel water, zee, woestijn, wind, zand, oorlog, tennisattributen en bloed. Op het voorplat vinden we de afbeelding van een schilderij van Ronald in ’t Hout, getiteld Blood. Aan Ronald is ook een gedicht opgedragen:
De spookachtige klaarheid van het bestaan.
Ruiter die zijn paard uiterst behoedzaam
over een brug van hout en touw laat stappen
boven een lawine van steen en sneeuwdie angstwekkend onder hen davert.
Daarna leidt hij zijn paard naar de rand
van het ravijn waar het zicht beter is
en de wind alle mist uit zijn ogen waait.[…]
Het bestaan is spookachtig klaar; de mist mag uit de ogen waaien, maar het leven blijft een raadsel.
Remco Ekkers
Jacobus Bos – De waan en zin van het bestaan. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 64 blz. € 20,99.