Onversneden rouw

2018 zou voor het symbiotische kunstenaarsduo JF. PIERETS het jaar worden waarin het zijn ‘wereldtournee van de liefde’ zou houden. Samen zouden beide kunstenaars de wereld rondreizen en in alle landen waar het holebihuwelijk was toegestaan symbolisch met elkaar trouwen. Met een performance zouden ze laten zien

wat mogelijk was, maar ook wat nog veel werk vergde – omdat kunst het denken verruimt en we meer bewustzijn over gelijke rechten wilden creëren.

Toen ze in 2017 aan dit project begonnen, waren er maar 22 landen waar zij als twee vrouwen met elkaar mochten trouwen. Ze wilden ‘een tijdscapsule maken van een wereld in beweging, van positieve vooruitgang’. Tijdens het beramen van hun plannen kwamen daar nog drie landen bij: Duitsland, Malta en Australië. Alle huwelijksceremonies zouden ze filmen en dat beeldmateriaal aanvullen met speciaal voor hen ontworpen postkaarten van kunstenaars uit de landen waar ze gingen trouwen, zoals van Marina Abramovic, Jeff Koons, Kara Walker en Klaus Biesenbach. Gezamenlijk zou dat de basis vormen voor een boek en een tentoonstelling in het MoMA.

Maar aan het onbekommerde leven van de twee zielsverwanten komt een plots einde na hun vierde huwelijk (dat op 7 november in Parijs wordt voltrokken). Julian Boom wordt door duizelingen bevangen op de trappen van het stadhuis en de twee reizen af naar Fleur Pierets’ moeder in de Dordogne, zodat Julian kan aansterken. Al snel blijkt echter dat er talrijke tumoren woekeren in Julians hersenen, rond haar hart en dat er uitzaaiingen zijn tot in haar botten. Fleurs vrouw overlijdt op 22 januari 2018. Vlak voordat ze sterft, vraagt ze Fleur om een manier te vinden om hun project af te ronden. En nu is er het boek Julian, waarmee Fleur Pierets een groots eerbetoon aan de liefde van haar leven heeft geschreven.

Pierets laat ons meebewegen in de achtbaan van emoties die haar overvallen na het kwijtraken van haar anker. We worden overspoeld met haar verdriet, ontreddering, pijn en herinneringen. Het is een zeer rauw en intiem verhaal, waarin verschillende tijdlagen kundig door elkaar heen lopen. In de meeste hoofdstukken verkeren we in het verleden en dat is ook niet verwonderlijk, want toen leefde Julian nog. Als we al even in het heden zijn, dan zorgen de malende gedachtes er wel voor dat Fleur rap weer naar het verleden wordt getrokken. Haar ‘hoofd is een kleine ruimte geworden waarin verleden en heden om voorrang vechten.’ Zó werkt onversneden rouw.

Door de verstrekkende openhartigheid lijkt het boek op een particulier dagboek. Voor een lezer die niet bevriend was met het innige kunstenaarsduo is het niet weinig om te verhapstukken (laat staan voor een lezer die nog nooit van hen heeft gehoord). Er komen wel erg veel biografische gegevens voorbij van henzelf, familie en vrienden. Je voelt je ongewild een voyeur. Het heeft iets pervers om zo bovenop de open zenuw van een jou onbekend, levend persoon te verkeren. Als recensent bevind je je al helemaal in een spagaat. Je voelt immense compassie voor wat hen is overkomen, je onderkent hun strijd voor aandacht voor lgbtq+-rechten (wat neer komt op mensenrechten voor iedereen), je beseft dat dit het eerste lesbische rouwboek in de Nederlandse taal is en je wenst Pierets niets dan goeds toe, maar dat wil nog niet zeggen dat haar verhaal grootse literatuur is.

In enkele passages abstraheert Pierets haar verhaal en brengt ze verdieping aan met filosofische bespiegelingen, zoals de pagina’s over Levinas, Jeff Koons, Touko Laaksonen en Delacroix. Die pagina’s tillen het boek uit boven een individueel rouwverhaal. Daar wordt het boek troostliteratuur voor anderen dan diegenen die Fleur en Julian persoonlijk kenden. Ook zijn er gedeeltes waarin Pierets zeer treffend een aantal pijnlijk confronterende, ambtelijke momenten weergeeft die universele waarde hebben. Zoals het moment dat ze bij de Franse uitvaartonderneming de papieren moet invullen. De kraai neemt het op een gegeven moment van haar over, omdat ze door verdriet overmand raakt. Hij vraagt naar Julians beroep en hij begrijpt haar niet:

‘Designer’, zeg ik.
‘Comme un créateur des meubles?’
‘Non, comme une artiste.’
‘Artiste,’ bevestigt hij.
[…]
Later, als ik de kracht vind haar overlijdensakte te lezen, zie ik dat hij ‘sans profession’ heeft geschreven. Zonder beroep. De twee woorden breken mijn hart. Julian vond het zo belangrijk op eigen benen te staan, onafhankelijk te zijn. Reeds op jonge leeftijd nam ze allerhande jobs aan om haar studies te kunnen betalen en om in haar levensonderhoud te voorzien.
‘Zonder beroep.’ Zelfs in dit soort situaties wordt onoplettendheid gestraft.

Miriam Piters

Fleur Pierets – Julian. Das Mag uitgevers, Amsterdam. 340 blz. € 22,99.