Recensie: Anne-Gine Goemans – Glijvlucht
Getrainde ganzen naast het vliegveld
Ganzen die commando’s kunnen opvolgen, een roekeloze, altruïstische moeder in Afrika, een vader en zijn gehandicapte broer in Nederland die vlakbij een startbaan wonen, een flamboyante kapster, een megadikke vetzak in een scootmobiel met interesse in stoomgemalen en een klein gansje dat zelfs tafeltennis kan spelen. Glijvlucht van Anne-Gine Goemans won vorige week de juryprijs van de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs 2012. Maar liefst 15.000 euro voor een rariteitenkabinet.
Hoofdpersoon is de puber Gieles, eigenaar van twee ganzen, die later nog gezelschap krijgen van twee jonge ganzen, waarvan de een zich dus specialiseert in tafeltennis. De vader van Gieles werkt op het vliegveld en is verantwoordelijk voor het wegjaren van de vogels. Een vogel in de motor en je kunt de grootste problemen krijgen met landende en stijgende vliegtuigen. De grootste held van Gieles is captain Sully die ooit een Airbus liet neerkomen in de Hudson Baai nadat er ganzen in de motor waren gevlogen. Vanaf het begin tot het einde van het boek is Gieles bezig om zijn ganzen te trainen voor een spectaculaire actie bij de thuiskomst van zijn moeder uit Afrika.
Goemans laat in haar roman een stoet aan personages opdraven waardoor het soms wat lastig wordt om de hoofdlijn te volgen. Daarnaast vertelt Super Waling, de enorm dikke man, binnen het verhaal nog een historisch biografisch verhaal over de polder waarin het vliegveld ligt en een autobiografisch verhaal over een vliegtuigongeluk. Glijvlucht zit bomvol plots en nevenplots die allemaal zo aan het einde van het boek worden afgehecht. Door die volheid lijkt de roman wel een beetje op de romans van John Irving, inclusief de soms wat morbide wendingen en seksuele abberaties. Zo komt er een vrouw in voor die graag naakt voor de rman gaat staan als de vliegtuigen landen en zij in het volle licht komt en daarnaast is er een merkwaardige rol voor een dildo.
Een sterk punt van Glijvlucht is de humor. Ik heb erg gelachen om de brieven die Gieles schrijft aan Christian Moullec, de man die ganzen traint om mee te vliegen. Het beroerde Frans is weer terugvertaald in beroerd Nederlands:
‘Uw trekkende soorten excelleren in luisteren. Mijn complimenten, ook namens uw vrouw. Uw ganzen beschouwen uw en uw vrouw als een adoptiefvader. Mijn ganzen zien mij, ik huil, als een neef of broer om een lolletje mee te halen. Net als de kinderen van mijn buurvrouw op wie ik babysit.
Ik woon in Nederland, naast een vliegtuigroute. Uw gaat opmerken, ganzen naast de vluigtuigroute geeft moeilijkheden! Ik geef uw het grote gelijk. Gelukkig vliegen mijn ganzen niet door de route. Dat komt, huil ik, door mijn scholing (hier heb ik kleine trots op).’
Glijvlucht is uitstekend geschikt als overgangsliteratuur. De taal is niet moeilijk, de gebeurtenissen volgen elkaar in razend tempo op en de roman holt naar een climax, eindigend in een nogal Hollywood-achtig feelgood-einde met een lach en een traan. Opvallend is dat de doelgroep van de DJP-prijs de publieksprijs toekende aan Arjen Lubach voor zijn roman Magnus, met personages die net even ouder zijn en zich volwassener gedragen. Literair gezien ook een boek dat meer van de lezer vraagt dan Glijvlucht. Niettemin is Glijvlucht een roman die jongeren de literatuur in kan loodsen.
Coen Peppelenbos
Anne-Gine Goemans – Glijvlucht. De Geus, Breda. 412 blz. €19,90.