Recensie: Marion Bloem – Rio
Gedoe met mannen
Terwijl haar debuutroman Geen gewoon Indisch meisje uit 1983 het nog altijd goed doet, trekt Marton Bloem opnieuw de aandacht met twee boeken die kort na elkaar verschenen: Lange reizen korte liefdes en Rio. Hoofdpersoon in eerstgenoemde roman, is Levi, een jonge Indische vrouw die ‘mannen wisselt als schoenen’. Hoofdpersoon in Rio is Gelgel, een jonge Indische vrouw die trouwde met haar jeugdliefde en het daarbij hield. Wat beide vrouwen, behalve hun leeftijd en hun Indische achtergrond, gemeen hebben is dat zij van reizen houden. En hoewel Gelgel niet zo promiscue is als Levi, ook zij is op zoek.
Drie jaar geleden ontmoette zij tijdens een filmfestival in een Duitse stad een Noor met wie ze door de straten huppelde. Meer gebeurde er niet. Ze bellen elkaar geregeld en hebben een wat onduidelijke afspraak gemaakt in Rio de Janeiro, waar ze toevallig min of meer gelijktijdig zijn. Gelgel heeft de reis naar Brazilië, waar ze al jaren van droomde, cadeau gekregen van haar man, is ze er ook eens uit.
Ruimdenkend hij, want als ze het met een ander zou doen, dan wel graag met condoom.
Er is verscheidene keren sprake van een bijna-situatie, want de mannen in Brazilië willen wel, hoewel het niet altijd Brazilianen zijn. Zo is er Arno, een Italiaan die niet uit Florence komt maar uit Rome, maar als Gelgel (wat een gekke naam trouwens) en Arno na een romantisch samenzijn in het hotel zijn aangekomen, is de lust voorbij. Dat de naam Arno een anagram is van Aron (Gelgels wettige echtgenoot) zal wel niet toevallig zijn, maar de zin van deze literaire truc ontgaat mij. Er zijn ook nog ontmoetingen met een Amerikaan en een Duitser.
Marton Bloem kan schrijven, daar hoeven we het niet over te hebben. Haar nieuwste roman bestaat voornamelijk uit fragmenten, geschreven in de onvoltooid tegenwoordige tijd, afgewisseld door korte stukjes in de voltooid verleden tijd die dan ook het verleden behandelen. Verhalen uit Gelgels jeugd vol Indische ooms en tantes geven de vrouw perspectief. Tijdens haar Braziliaanse reis wordt ze vaak voor een Braziliaanse versleten. Ze komt terecht in omgevingen die voor de meeste toeristen terra incognita blijven.
De afspraak met de Noor gaat bijna de mist in. Eerst lang zoeken naar het standbeeld van Machado de Assis (ja, want we zijn wel literair onderlegd!), heeft zij het gevonden, hebben ze de Noor wijsgemaakt dat er helemaal niet zo’n standbeeld is in Rio. Staat-ie in het hotel aan de balie, juist als zij met Arno komt aankakken. Ze hebben nog een half uur.
‘Sorry, no love in twenty minutes,’ zegt Arno als de Noor is weggewerkt. Het boek eindigt als de twee in haar hotelkamer dansen op een radiosamba. ‘Ook hij danst, weet ik, blind, net als ik.’
Dan sla je boek dicht. Terwijl je erin bezig was, was je nieuwsgierig naar de afloop, en nu denk je: ach, wat heb ik nu eigenlijk gelezen? Rio is, kortom, amusante lectuur, maar er blijft weinig van hangen.
Frank van Dijl
Marion Bloem – Rio. De Arbeiderspers.
Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Het Vrije Volk van 21 januari 1988.