Foto: Jakhals Thijs kondigt Jean Pierre Rawie aan
Jean Pierre Rawie komt op., originally uploaded by coen peppelenbos.
Een dichter aankondigen is een delicate zaak. Ik heb wel eens bij een festival gezeten waar een presentator al zijn informatie van Wikipedia had gehaald en de hele avond door de aangekondigde dichters werd gecorrigeerd.
Van Jakhals Thijs had ik geen hoge verwachtingen als presentator van een dichtersfestival. Hij is het neefje van een van de organisatoren werd gezegd en hij trad, net als de dichters, bijna voor niets op in Museum De Buitenplaats in Eelde. Hij had twee uur in de auto gezeten vertelde Jakhals Thijs, onlangs gedebuteerd als prozaschrijver, en dat had zijn gemoed geen goed gedaan. Dat moet je nooit tegen mensen in het noorden zeggen: dat het ver reizen is. Wij doen niet anders.
Daarna kondigde hij de eerste dichters aan. Over Jean Pierre Rawie zei hij dat deze dichter vaak bij Sonja Barend had gezeten en dat zijn werk vergeleken werd met dat van Annie M.G. Schmidt en Toon Hermans.
Ai.
Annie M.G. Schmidt was een compliment vonden de meeste dichters op de tribune, maar of Rawie met Toon Hermans vergeleken wilde worden wisten we niet. (Ik zou het weer niet erg vinden omdat Toon Hermans een van mijn jeugdidolen was.) Als Rawie het al als kritiek zou opvatten dan lijkt hij me wel gehard in de loop der jaren en bestand tegen de zoveelste merkwaardige aankondiging.
Vanavond keek ik op de Wikipedia-pagina van Rawie en zag ik waar de informatie vandaan kwam.
Later werd ik op hetzelfde podium aangekondigd door Jakhals Thijs. Ik had (mede dankzij het verschrikkelijke Jakhalzenfilmpje dat hij over Delphine Lecompte maakte) een beetje een afkeer van zijn optreden. Van dichtbij is Jakhals Thijs echter een zachtmoedige, lieve jongen met angstig-treurige ogen. Zo’n jongen die ook maar zijn best doet voor zijn tante.
Hij kondigde mij keurig aan. Tzum sprak hij uit zoals het hoorde. Mijn Wikipedia-pagina klopt dan ook heel aardig.
Hallo Coen,
Dit is Matthijs alias Jakhals Thijs. Jammer dat ik je zo kort gezien heb zaterdag. Met vrijwel alle aanwezige dichters heb ik wat gedronken, gekletst en/of gelachen, maar helaas met jou niet. Frappant dat dan juist van jou een stukje op het internet verschijnt.
Ik lees Tzum regelmatig en vind het dan ook logisch dat ik de naam correct uitspreek. Anders zou ik niets te zoeken hebben op een literaire bijeenkomst.
Een bijeenkomst die vijf uur duurde en waarvoor ik twintig tekstjes over dichters heb moeten voorbereiden. Twintig is niet een heel exorbitant aantal, maar het is ook niet in vijf minuutjes gedaan. Om over elke dichter wat leuks te kunnen zeggen, heb ik verschillende bronnen aangeboord. Eén van die bronnen is inderdaad Wikipedia, ermee rekening houdend dat niet alles wat op Wikipedia staat correct is. Wat over Jean Pierre Rawie op Wikipedia staat is het volgende: \’Met Annie M.G. Schmidt, Nel Benschop en Toon Hermans behoort hij tot de best verkopende dichters van Nederland.\’ Daar heb ik de volgende aankondiging van gemaakt: \’Hij wordt in één adem genoemd met Annie M.G. Schmidt en Toon Hermans.\’ Op die zin valt niets aan te merken. Of het nu wel of niet klopt, op Wikipedia wordt hij in één adem met hen genoemd. Ik neem aan dat je het daar mee eens bent. Bovendien gaat er geen enkele vorm van negativiteit van uit. Stel je voor dat jij ooit in één adem genoemd zou worden, in wat voor medium dan ook, met Schmidt en Hermans. Zou je het vervelend vinden als je op die manier wordt aangekondigd? Zou degene die jou op die manier aankondigt iets kwaads in de zin hebben? Ik kan het me niet voorstellen.
Het viel me in je stukje op dat je verwijst naar een filmpje dat ik heb gemaakt over Delphine Lecompte. Er waren daarna wat negatieve reacties op dat filmpje, omdat ik Delphine als een ietwat excentriek type heb neergezet. Dat klopt, maar daar hoefde ik weinig voor te doen. Delphine is nogal excentriek van zichzelf en maakt haar daarmee tot een uiterst charmante dame. Dat ze kleptomaan is en een veel oudere partner heeft, zijn twee extra redenen om een filmpje over haar te maken, want saaie mensen zijn er al genoeg op televisie.
Maar goed, een filmpje over een dichteres dus. Die in dat filmpje, voor het oog van ruim een miljoen kijkers in Nederland en Vlaanderen, voordraagt uit haar dichtbundels. Dat zij, na uitzending, reageert op boze critici vind ik heel verstandig van haar in tijden dat de dichtkunst nauwelijks aandacht krijgt, laat staan op nationale televisie. Als het filmpje niet had opgeroepen tot irritatie, boosheid, verwondering of bewondering, was het geen goed filmpje geweest. Dan was het dus nooit uitgezonden. En was er wederom geen aandacht voor poëzie op televisie. Ik vind het bijzonder dat ik dat aan de oprichter van Tzum moet uitleggen.
Hoogstwaarschijnlijk ben je het niet met me eens, maar dat mag. Blijft de vraag wat een filmpje van een tijd terug te maken heeft met mijn optreden bij \’Dichter in de Tuin\’.
Degene die me vroeg om de dichters aan en af te kondigen was niet mijn tante zoals je in je stukje suggereerde, maar de tante van mijn beste vriend. Hij is om het leven gekomen toen hij na één van onze avondjes stappen niet goed uitkeek met oversteken. Omdat vriendschap ook na de dood nog vriendschap is, twijfel ik geen seconde als zijn tante – die dezelfde achternaam als hij draagt – me vraagt om een evenement van haar aan elkaar te praten. Daar hoef ik dan inderdaad geen cent voor te hebben, maar ik snap niet goed waarom dat in je stukje vermeld moet worden. Dat ik tijdens het welkomswoord zeg dat ik twee uur heb gereden, is om aan een ieder duidelijk te maken dat het mijn intentie is om er een zo leuk mogelijke dag voor iedereen van te maken. Het spijt me dat het jou niet heeft kunnen bekoren.
Wellicht zien we elkaar op een volgend evenement weer en kunnen we dan wat uitgebreider met elkaar kennis maken. Maar misschien hou je daar helemaal niet van en schrijf je gewoon liever over mensen zonder ze recht in de ogen te kijken. Zelfs als het angstig-treurige ogen zijn. Ik zal zo eens in de spiegel kijken om te zien of ik mijn ogen in die omschrijving herken of dat ik moet concluderen dat je gewoon niet wist wat je anders moest schrijven, aangezien je geen woord met me hebt gewisseld nadat ik jou de hand kwam schudden.
Tot een volgende keer, we zien wel hoe het loopt!
Matthijs
Dag Matthijs,
Dank voor je reactie. De zin \’Hij wordt in één adem genoemd met Annie M.G. Schmidt en Toon Hermans\’ is niet de meest lovende manier om Jean Pierre Rawie aan te kondigen. Ik weet niet of hij het als een belediging opvatte. Ik sla Rawie als dichter hoger aan dan Toon Hermans. Op de tribune, waar ik zat, merkte ik dat het als een belediging aankwam. Dat dat niet je intentie was geloof ik direct, maar Rawie is ook met andere dichters in één adem te noemen.
Over Delphine Lecompte. Ze is in eerste plaats een dichteres. Niet dat stond centraal in het filmpje, maar dat ze excentriek was (als je een oudere partner hebt, ben je blijkbaar excentriek). Ik weet dat tegenwoordig zo poëzie aan de man gebracht wordt op tv, maar daar verzet ik me wel tegen. Bovendien was het filmpje dusdanig gemonteerd dat het de bedoeling had om te kwetsen. Het screenshot dat boven het artikel staat onderstreept dat nog eens. De Jakhals is bezig met het publiek (\’Oh God, waar zijn we?\’) en niet met de dichteres, laat staan met haar poëzie. Je maakt een karikatuur van de persoon en dat vind ik kwalijk. Op grond daarvan hield ik mijn hart vast bij de gedachte dat iemand die een van de meest talentvolle dichters uit het Nederlandse taalgebied zo behandelt, vervolgens een dichtfestival gaat presenteren.
Ten slotte. Ik noem even dat je weinig, of in jouw geval niets, voor het optreden krijgt omdat ik van verschillende mensen gehoord had dat er wel geld aan de presentator was uitgegeven en weinig aan de dichters (€75,- per dichter, die ook van half elf tot vier uur in touw waren). Toen ik hoorde dat je via een familieconnectie (iets verder en ingrijpender qua aard dan ik wist) daar voor niets kwam optreden leek me het een rechtvaardige actie om duidelijk te maken dat je niet een \’schnabbel\’ had. Los daarvan gaat de standaardopening van elke presentator die uit het westen naar het noorden komt altijd over de tijd of de duur. Ik hoorde direct gemopper om mij heen van de mensen op de tribune en dat heb ik weergegeven.
Dat ik geen woord met je heb gewisseld, ligt niet aan mij. Je was druk met andere dingen en wij waren bezig met de gedichten die we zouden voorlezen. Mijn observatie over je achter de schermen is overigens niet negatief bedoeld. Ik zag daar juist een totaal ander personage dan de jakhals die een dichteres te kakken zette. Een mens, in plaats van een kille itempjesmaker. Vriendelijker, aardiger en toegankelijker dan de jakhals. Ik moest daar dus mijn vooroordeel bijstellen. Dat kon ook zonder gesprek, dat ik de volgende keer met genoegen wil voeren. Over je ogen heb ik gelijk.
Beste Thijs,
Heb je mijn derde bundel \’Blinde gedichten\’ ondertussen al (uit)gelezen?
Omer wil nog altijd een jonagold van je hoofd schieten, maar ik heb je vergeven. Dichters zijn grootmoedig, hoor!
Delphine Lecompte
PS Vele groeten aan je sympathieke cameraman.
PPS Terwijl ik dit schrijf komt er een koets voorbij, en dat is nu eens geen leugen!!