Signalement: De laatste ‘bode’ van Boekhandel Schimmelpennink
Je hebt boekhandelaren en boekhandelaren. Ton Schimmelpennink behoorde onmiskenbaar tot de tweede categorie. Hij is nog actief tot en met zaterdag 16 mei, want de opheffingsuitverkoop is ‘wegens succes verlengd’, zo meldt de laatste ‘bode’ van deze roemruchte, tijdloze winkel aan de Amsterdamse Weteringschans. Het is de dubbeldikke ‘Afscheidsbode’, deze keer meer een cultureel tijdschrift dan een boekhandelskrantje, waarin medewerkers, vrienden en ook Pleun, ‘dochter van’, hun weemoed belijden. Voorop de fijne aquarel van Joanna Blaisse.
Boekhandel Schimmelpennink, ‘boekhalte’, zoals de statige markies aangeeft, was vijfentwintig jaar lang de ontmoetingsplek voor lezers, boekenliefhebbers, buurtbewoners, schrijvers, praatgragen en zoekers van troost, vooral waar het ging om de zo innig gezochte zekerheid dat het papieren literaire boek zal overleven. De lezers van de afscheidsbode zullen die overigens tevergeefs zoeken. De nabestaanden van de boekwinkel met de houten vloeren, de krakende ladder, de hoge kasten en dito vaste lasten, de ouderwetse schoollampen, de goedkope wijn, sigaren, plakken leverworst en niet te vergeten de literaire salons, weten het bijna allemaal wel zo’n beetje: het gaat niet goed komen. Willem Koperdraad meldt zelfs fijntjes dat het tonen van boekenkasten op Funda wordt ontraden.
Maar er zitten in dit laatste nummer dan ook veel bijdragen van oude grijze mannen en die staan nu eenmaal niet bekend om hun opgewektheid. Ton Schimmelpennink als zichzelf voorop. Klanten kon hij bijvoorbeeld begroeten met de hartelijke woorden ‘Wat kom je doen?’. Dan ben je er echt eentje van de tweede categorie boekhandelaren.
NRC-boekenredacteur Michel Krielaars, die er decennia boeken kocht, maar ook zelf boeken verkocht en inpakte, om zo ‘een beter inzicht in de smaak van de lezers’ te krijgen, schrijft dat toch vooral de komst van internetboekwinkel Bol een bedreiging vormt voor de zelfstandige boekhandels. Al 30 procent van de boekenmarkt is in handen van deze Nederlandse online-gigant. En nu komt Amazon daar nog eens bij. Wim Hazeu, weet hij ook, had de mooiste boekwinkel van het land graag willen redden met een stichting of zoiets, maar het was al te laat.
Cees de Groot, lang mede-eigenaar van een al eerder opgeheven, belendende boekwinkel aan de Weteringschans, constateert eveneens dat de relevantie van het fysieke boek razendsnel afneemt. En daarmee ook van de boekhandel. Hij gebruikt zijn bijdrage aan de bode echter vooral voor een aanklacht tegen eendimensionaal feminisme, dat onze cultuur bedreigt:
Zou het verdwijnen van de boekhandel een bedreiging vormen voor de diversiteit en integriteit van het media-aanbod? Dat is maar de vraag. En als er een dreiging is, komt die van een andere kant. In de column van Tommy Wieringa lees ik dat de van misbruik beschuldigde Woody Allen (let wel, zonder bewijs of veroordeling) geen films meer kan maken en dat een journaliste van de Vlaamse krant de Standaard zes uitgevers benaderd heeft om commentaar te geven op het verschijnen van Allens memoires. Eén was daartoe bereid. De vijf anderen, bang om iets verkeerd te zeggen en een feministische banvloek over zich af te roepen, hielden hun kaken op elkaar.
Niet lang daarvoor zag ik bij Omroep Max, dat actrice Tjitske Reidinga de tekst van de toneelversie van Liaisons Dangereuses wil kuisen. In Amerika verwijderen feministes Lolita van Nabokov uit de bibliotheken. In Ladies Night vindt een BN’er dat Turks Fruit nu echt niet meer kan. […]
Irvings Garp is achterhaald; de nieuwe lichting feministes snijdt niet haar eigen tong af, maar de onze.
Jan van Mersbergen schrijft Ton Schimmelpennink vooral zo te hebben gewaardeerd omdat hij nog durfde te selecteren. Geen Vijftig tinten grijs hier, geen trendy thrillers, geen vakantieboeken, geen glossy’s, geen strippenkaarten, schrijft hij. En: ‘Hij was de laatste boekhandelaar die zei wat hij van een boek vond, positief of negatief’.
Wat bijna iedereen aanhaalt in de laatste bode is Ton’s opgewekte, graag anti-kapitalistische, maatschappijkritiek, wat hem zijn orakelstatus opleverde. Tegen al dat Engels, tegen huisjesmelkers, tegen middenstandersmentaliteit, tegen klimaatopwarming, tegen patjepeeërs in het algemeen en die bij Ajax en DWDD in het bijzonder, tegen bruinhemden, tegen bol.commers, tegen het neoliberalisme, tegen dure wijnen, tegen bestsellers, maar vóór het genoegen dat goede schrijvers en dichters bieden. Graag wees hij op de planken met Andreus, Claus, Gorter, Lucebert, Oosterhoff, Wigman en Zwaal. En verderop Dostojevski, Melville, Joyce, Tolstoi, Camus, Grunberg, Flaubert, Lanoy, Grossman, Wieringa.
Ton wil met zijn Marianne spoedig afreizen ‘naar zijn geliefde Friesland’, alwaar de pipowagen wacht in het groen. Tot en met 16 mei is hij voor het algemene publiek nog benaderbaar in Amsterdam. Misschien valt daar voor wie dat wenst ook nog een nummer van de dikke Afscheidsbode te bekomen.
André Keikes