Is dit nu later

Iedereen kent liedjes van zijn of haar favoriete zanger of zangeres uit het hoofd. Maar zonder melodie zal het lastig zijn de tekst op te zeggen. Toch zijn er genoeg liedteksten die niets aan kracht inboeten wanneer ze op papier staan en je ze kunt lezen als een gedicht. Cadans en rijm houden alles bij elkaar, de betekenis van de zinnen spreekt voor zich. Het is daarom mooi dat er van tijd tot tijd een bundel verschijnt met liedteksten. Om mee te lezen met de muziek of juist de woorden eens los te horen van de melodie.

In de serie ‘Taalkunstenaars’ van uitgeverij Nieuw Amsterdam reflecteert Stef Bos op het ontstaan van zijn liedteksten. Enigszins thematisch rangschikt de zanger de liedjes, zo begint hij met de lange weg die een tekstschrijver moet afleggen. Een van zijn grote leermeesters is Michel Oukhow, zijn leraar literatuur op de theaterschool: ‘Elke les begon hij met Russische passie te vertellen over eender wat, want voor hem was álles literatuur: van de levensloop van Baudelaire tot de dochter van de fietsenmaker.’
Ook kreeg hij les van Johan Verminnen en Raymond van het Groenewoud en werkte hij samen met Ramses Shaffy en Boudewijn de Groot, die zijn tweede cd produceerde.

Onmiskenbaar trad hij met sommige liederen in de voetsporen van Franse chansonniers, zoals Léo Ferré, naar wie Stef Bos veel luisterde in de tijd dat hij ‘De eenzaamheid’ schreef.  Het fantastische ‘Ik bestond, Ik besta’ voerde hij weer uit met het charisma en de dictie van Jacques Brel. Dan merk je dat het lied gaat leven en een andere glans krijgt door de performance van Bos. Maar ook sec op papier voel je de kracht van zijn woorden.

Doodgelopen
In de liefde
Daarna gekust
Door het geluk
Zo ging ik van de hemel
Naar de hel
Heen en weer
En weer terug

Hij pleit voor het Nederlands als liedtaal, juist omdat er veel medeklinkers in zitten. Het Engels en Italiaans hebben volgens hem veel open klanken, waardoor je gemakkelijk een golvende melodie kunt zingen. ‘Maar in de Nederlandse taal kun je de golven op de rotsen laten slaan. Onze medeklinkers kunnen bijten en hakken…’.

Met recht kan hij een taalkunstenaar genoemd worden. Hij speelt met woorden, klanken, betekenissen, laverend tussen persoonlijke gevoelens en universele emoties.
Doordat hij zijn opleiding in Antwerpen volgde en in België woont en daarnaast veel in Zuid-Afrika is, liggen sommige liedteksten op het snijpunt van Vlaams, Nederlands en Afrikaans.

Soms duurt het acht jaar voor een tekst af is, zoals het lied ‘Wees welkom’ dat voor zijn kinderen is geschreven. Het idee was er al, maar het duurde tot het derde kind ‘uit de hemel viel’, toen was ook het lied er. Sommige zangers komt het aanwaaien, anderen moeten er hard voor werken, hij behoort tot de tweede groep, zegt hij zelf.

Het idee van een lied begint dikwijls met een zin die iets samenvat van wat je voelt. Verlangen, woede, lust of wat dan ook. Daaromheen bouw je de rest van het lied en wordt het liedschrijven meer schilderen dan fotograferen.

Het lied ‘Witsand’ noemt hij een van zijn belangrijkste teksten. In 2000 zat hij twee weken in een verlaten dorpje aan de kust van Zuid-Afrika. Het was winter, er was weinig anders te doen dan eindeloos langs het strand lopen. Hij zat in een fase in zijn leven die hij ‘de rust tussen de twee helften van een voetbalwedstrijd’ noemde. ‘In de tweede helft moet je worden wie je bent.’ Schrijven lukte niet tot hij besefte dat hij de omgeving op zich moest laten inwerken en moest opschrijven wat hij zag. Toen ontstond ‘Witsand’.

De bundel is een mooie compilatie van de teksten en ideeën van de zanger. In het voorwoord merkt Ali B terecht op dat we Stef Bos nodig hebben: ‘want zolang niemand in Nederland betere zinnen schrijft, heeft hij hier een verantwoordelijkheid.’

Stef Bos – Taalkunstenaars, Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 160 blz. € 15,-