Recensie: Graham Swift – Hier zijn we
Een magistrale verdwijntruc
Het is eigenlijk geen doen om een ingetogen, ja, heel intieme roman – waarin ook nog eens voor het eerst wat expliciete persoonlijke informatie in doorklinkt – zoals Moeders zondag te overtreffen of op z’n minst te evenaren. Vooral als je als schrijver zelf ook het idee hebt dat je met je oeuvre, met die tiende roman in het bijzonder, je helemaal hebt gegeven, zo’n beetje alles wel hebt gezegd. Maar de Londenaar Graham Swift (1949) voegt met Hier zijn we alsnog een parel toe aan zijn rijke kroon. Net als de voorganger geen vuistdik epos, maar een mooi bescheiden kunststuk. Wat omvang betreft. Aangaande de zeggingskracht barst ook deze roman welhaast uit de voegen, ware het niet dat Swift – wat stijl en spanningsboog betreft – zoals gewoonlijk de zaak subliem in de hand heeft.
Hier zijn we! De personages, de intermenselijke strubbelingen, de mensheid in het geheel op de bühne. Zoals wel vaker bij Swift functioneren de Engelse klassenmaatschappij en een stuk lotsbepalende geschiedenis ook hier de basis. Een solide fundament die de schrijver de kans geeft om daar omheen ogenschijnlijk losjes te pivoteren. Maar Swift weet exact wanneer hij de teugels moet vieren en weer aantrekken. Het decor is de badplaats Brighton in het illustere jaar 1959, de vooravond van de allesbepalende sixties. Het theater aldaar aan het einde van de pier heeft sinds jaren niet zo’n succesvol zomerseizoen gekend. Dat alles onder de bezielende leiding van spreekstalmeester Jack Robinson, een echte theaterman, van alle showmarkten thuis. Een geboren charmeur, een rokkenjager, aan zijn arm, aan de tafel bij de nazit steeds een nieuw jong wicht als meisje van dienst, inwisselbaar en daarom voor de entourage voor het gemak steevast aangeduid met dezelfde naam.
Naarmate het seizoen vordert groeien illusionist Ronnie en zijn assistente Evie uit tot de onbetwiste sterren van de show. Een ideaal stel. Ronnie heeft Spaanse wortels, Pablo zijn tweede naam, de mysterieuze zwijger met een borende donkere blik, Evie doet door haar adembenemende schoonheid – getooid met hier en daar een paar veren – de mannen grote ogen opzetten. (Had ik Ronnies magie maar!) Een mooie afleiding voor steeds ingewikkelder trucs, nee, ware illusies die Pablo op het toneel tovert. Ja, eerste zaagt hij zijn beoogde bruid nog doormidden, steekt zwaarden door haar heen en laat haar verdwijnen en weer tevoorschijn komen, maar allengs krijgen zijn illusies een magisch karakter. Waar komt die regenboog vandaan? Je moet het met je eigen ogen hebben gezien om het te geloven. (Het motto van Joni Mitchell zegt alles: ‘Het zijn de illusies in het leven die ik me herinner.’ Ook toepasselijk vanwege de dubbele betekenis, in de zin van teleurstellingen.) Wordt Evie de volgende verovering aan de arm van Jack, is het alleen een kwestie van tijd, of is de verlovingsring die Ronnie haar aan de vinger heeft geschoven een voldoende afweermiddel?
Net als in Moeders zondag is een mysterieuze gebeurtenis, een stuk ‘levensverhaal’ de kern van deze roman. Een mise en place voor de handelingen van de mens. Het verhaal dat het lot bepaalt. Ronnie’s moeder is een werkster in west-Londen, zijn vader een zeeman op de grote vaart, maar zelden thuis. Wanneer papa Sid een keer in Engeland passagiert, neemt hij een papegaai voor het gezin mee, voor de vader een vanzelfsprekend cadeau, voor de moeder een extra mond c.q. bek om te voeden. Pablo heet de gevederde vriend. Op een dag komt Ronnie van school en is de ara weg, verkocht aan een handelaar zo blijkt. Wanneer Sid er bij zijn volgende verlof naar informeert, zegt de moeder dat hij is weggevlogen, maakt op die manier Ronnie deel van een leugen, maakt hem medeschuldig. Een eerste moment van volledig weggeslagen worden uit je omgeving, je routine.
Voor de eerste keer maakt Swift in Hier zijn we gebruik van alliteraties, passend in de sfeer van de bühne, uiteraard goed gedoseerd, maar in de Nederlandse vertaling volledig achterwege gelaten. Best lastig natuurlijk. Hoe zou je ook de uitroepen van Jack moeten vertalen. ‘You’re in Brighton, folks, so bloody well brighten up!’ Iets met Brighton en breeduit lachen bijvoorbeeld in plaats van ‘wees verdomme eens wat vrolijker’. ‘…your host with the most’ zou zomaar ‘meer van de gastheer’ kunnen zijn. Ach, je wint in een vertaling iets en je verliest iets. Het zijn maar details. Belangrijker is dat de sfeer goed is gegrepen, dat ook in het Nederlands het magistrale van Swift, de literaire en verhaaltechnische tovenarij zo u wilt, fier overeind blijft.
Ook nu, Hier zijn we is echt een evenknie, geen neef, maar eerder een tweelingbroer van Moeders zondag, zijn we in feite in retrospectief in het hoofd van iemand op leeftijd, Evie in dit geval. Swift die via haar de lezer de kans geeft om het verhaal, de allesbepalende gebeurtenissen van dat mooie jaar 1959, vijftig jaar later te reconstrueren. Het zorgt voor een spanningsboog, die tot aan de laatste pagina voortduurt. Een prestatie gezien het feit dat het hier geen thriller betreft. Maar is het gewone leven niet vaak spannender, intrigerender dan een bij elkaar verzonnen verhaallijn. Ja, maar dit is toch ook een roman? Natuurlijk, maar het is de oprechtheid die deze saga zo waarachtig maakt. Een aantal verhalen die tegen elkaar aan schuren, vuur maken, en zo in het hoofd van de lezer een nieuw totaalverhaal creëren.
Londen wordt gebombardeerd, de jonge Ronnie wordt voor de zekerheid op transport gezet naar het platteland. In zijn geval naar Oxford. Zoals altijd is Swift ook in deze roman weer fijn ingehouden geestig. Zijn surrogaatvader merkt op een gegeven moment op dat Ronnie altijd nog eens kan zeggen dat hij jaren in Oxford heeft gestudeerd. Ronnie heeft het getroffen in die oorlogsjaren. Waar velen werden uitgebuit, als gratis hulp in de huishouding werden ingezet, komt hij bij een echtpaar in goeden doen terecht, met een geërfd groot huis, welopgevoed, gemanierd, gestudeerd. Van een totaal andere klasse. Een kinderloos ouder stel dat maar wat graag ‘de verloren zoon’ opneemt, onderwijst, inwijdt. De plek waar Ronnie naar zijn gevoel echt thuishoort.
Hier begint voor de tienjarige zijn nieuwe – zijn echte? – leven. De bewustwording, een andere taal, een ander soort Engels. Door Swift met die typische kleine statements, zinswendingen aangeduid. Kleine zinnen – zoals in eerder werk, Wish you were here bijvoorbeeld – die een scala aan betekenissen krijgen, een enorme gelaagdheid. De letterlijke ‘dunheid’ van de woorden die je tegelijk doet beseffen dat ze fragiel zijn door de druk die het leven op ze legt.
Prachtig hoe Swift de verwondering over ‘het nieuwe leven’ van het niet-verwende kind neerzet. De jongen met de grote ogen, die het leven gretig opslurpt. Al snel is hij zijn moeder min of meer vergeten, wordt ze gereduceerd tot zinnetjes op een briefkaart. ‘Alles goed hier.’ Veelzeggend wederom. Wederzijds communicatief ongemak waarin zoveel, zo niet alles verborgen is. Een eerste bewuste leugen. (De frases waarvan we ons bedienen, die de realiteit recht doen en tegelijk vertroebelen, de kracht en de zwakte van het eufemisme. Ronnie vaders is verdronken, maar de jongen krijgt te horen dat Sid op zee is vermist.)
Zijn surrogaatvader is in zijn vrije tijd een begenadigd illusionist, beslist geen goochelaar. Natuurlijk wil Ronnie dat ook worden en hij vindt in de oude man een goede, gepassioneerde leermeester. Iemand die nadenkt, die de nuance overbrengt, teder is. Voor het eerst ervaart de jonge Ronnie de kracht van een aanraking wanneer het nieuws van de dood van zijn vader door zijn leermeester wordt verteld.
Hij stak zij arm uit en legde zijn hand op Ronnies smalle voorhoofd. Het was een spontaan gebaar dat misschien niet vaderlijk bedoeld was, meer als het gebaar van een arts die voelt of er sprake is van koorts, maar Ronnie beseft dat zijn echte vader nooit zoiets teders had gedaan, ook al zou hij daar misschien wel toe in staat zijn geweest. Van de hand op zijn voorhoofd ging een vreemde tintelende kracht uit.
De kleine scènes waarin Swift zo sterk is, waarin het gemis, de transitie naar een ‘nieuwe vader’ zit opgesloten. Ook in Hier zijn we – en in ons aller leven – gaat het om het momentum, het werkelijke startpunt van het leven, zoals in het geval van Graham Swift toen hij als kind bij zijn opa thuis op zolder – de eigenaar van een schrijfmachinefabriek – een paar schrijfmachines vond en daar blaadjes in deed en met een verhit hart van opwinding gewoonweg woorden begon te tikken. Woorden die later pas werden voorzien van gelaagdheid. Hier zijn we is een magistrale verdwijntruc. Je moet een beetje een dromer zijn om illusionist te worden, om schrijver te worden hoef je alleen maar vast en zeker in illusies te blijven geloven, in spiegelsituaties. ‘Maar hoe kun je het verdragen, ermee leven, zonder die verleidelijke, reddende illusie?’ Hier zijn we, voor altijd evacuees, maar waar is de grote Pablo eigenlijk? Bewaar het beste tot het laatst. De belangrijkste regel van de showbusiness, van het leven wellicht.
Guus Bauer
Graham Swift – Hier zijn we. Vertaald door Irving Pardoen. Arbeiderspers, Amsterdam. 192 blz. € 21,50.
Lees ook deze recensie van Hier zijn we.