Gedicht: Catharina van Daalen – Corona, een sonnettenkrans (7)
7.
Eenmaal wordt de tijd zelf ingekort
tussen slapen en waken, niet gemerkt
hoe de nachtrust stilletjes ingeperkt
hand over hand binnengehaald wordt
wakker geworden in licht dat al prikt
gordijnen doorsteekt, vlekken maakt
op een gezicht dat korzelig ontwaakt
zich langzaam naar het mijne keert en schrikt
het einde ziet hij in dode ogen
waar we tot seconden geleden
samen lagen te dromen
achter zijn rug om met een ander bedrogen
vertrouwen doorbroken en we zitten
gevangen in huis, aan de dood ontkomen
Catharina van Daalen
(foto: CDC/ Alissa Eckert, MSMI; Dan Higgins, MAMS, publiek domein)