Recensie: Jannetje Koelewijn – Fresia’s voor mevrouw Brak
Een reconstructie van twee levens die de meeste tijd achter zich hebben liggen
Het openingstafereel zet meteen de toon in Jannetje Koelewijn Fresia’s voor mevrouw Brak, een boek dat te lezen is als het vervolg op het succesvolle De hemel bestaat niet, waarin ze over het leven van haar ouders Renske en Wim schrijft. ‘Hij had blauwe plekken op zijn armen. Zijn broek zat vol donkere vegen en was bij de knieën gescheurd. Ik zat bij hem aan de keukentafel en hij schuifelde met een pan water van de gootsteen naar het fornuis. Een voor een liet hij er de slordig geschilde aardappelen in plonzen. ‘Zo,’ zei hij. ‘Nu de bloemkool.’ In deze zinnen klinkt mededogen en bekommernis door, maar ook, en dat is kenmerkend voor dit verhaal, humor. Koelewijn heeft een scherp oog voor de komische oprispingen van het leven. Het einde van een mensenleven bestaat tenslotte niet enkel uit kommer en kwel, zelfs niet als de ouderen in kwestie hulpbehoevend zijn of als je ziet hoe het verleden stilaan wordt uitgegomd door ouderdomsdementie.
Aan het begin van dit boek gaat het niet goed met haar vader en daar komt in de volgende bladzijden geen verandering in. Maar hij houdt er, gedreven door zijn geloof, stevig de moed in. Sterker nog, hij bruist zo van de mentale energie dat hij zijn dochter en echtgenote, van wie hij al vijftien jaar gescheiden leeft, geregeld op de heupen werkt met zijn bedilzucht en bemoeizucht. Het spreekt voor zich dat hij dat helemaal anders ziet, want, zo ging dat in de strenggereformeerde wereld waarin hij is opgegroeid, ‘de man is het hoofd van de vrouw’. Wim, een welbespraakte, belezen en intelligente man, is een van die ‘gereformeerde mannen die geen tegenspraak duldden en hun gezag in gezin en maatschappij ontleenden aan God’. Een man die voor elke gelegenheid een Bijbelse spreuk heeft. Hij is zich daar terdege van bewust en geeft dat ruiterlijk toe: ‘Ik kan niet ontkennen dat het gereformeerde geloof altijd een grote aantrekkingskracht heeft uitgeoefend op eigenwijze mannen zoals ik.’
Die houding maakt hem soms onuitstaanbaar, hij kan bij wijlen hinderlijk aanwezig zijn, maar het maakt hem tegelijk een geweldig personage om een boek aan op te hangen. Een personage, omdat Koelewijn zich in dit boek, dat de weerslag is van tientallen gesprekken met haar ouders, niet alleen als dochter opstelt, maar ook als de journaliste die ze is. Dat creëert een fragiele spanning tussen afstand en nabijheid, die ze tot aan het eind van het boek met brio in stand weet te houden en die ervoor zorgt dat het verhaal over haar ouders, twee mensen die op weg zijn naar hun dood, nergens verzandt in zieligheid of klagerigheid.
Met moeder Renske gaat het al evenmin goed. Tijdens haar jeugd was het voor Koelewijn al geen sinecure om hoogte te krijgen van haar moeder. Ook in latere jaren bleef ze een raadsel, een afwezige in haar gezin. Haar gestaag voortschrijdende dementie maakt die afstand definitief onoverbrugbaar, hoe aandoenlijk en ontroerend Koelewijns inspanning om de kloof ook maar een fractie te dichten ook zijn. Er komt zelfs een punt waarop de moeder zich niet meer herinnert dat zij en haar man allang niet meer bijeen wonen, wat die laatste handig uitspeelt als blijkt dat het niet verantwoord is om Renske nog langer alleen te laten wonen. Dat de moeder sinds enige tijd een hang naar de dood vertoont, speelt daarbij in zijn voordeel.
Ze wekt de indruk dat ze voor de trein wil springen. Dat wordt dus heel moeilijk, want hoe komt ze zonder mij op het station? Van het balkon springen is er ook niet bij, want de deuren zitten op slot. Blijft over vergif. En dat heeft ze niet.
Fresia’s voor mevrouw Brak is de reconstructie van twee levens die de meeste tijd achter zich hebben liggen, een verhaal over het steeds dichterbij kruipen van een onafwendbaar einde. Over de lichamelijke en geestelijke aftakeling die daarmee vaak gepaard gaat, de pijn die dat bewerkstelligt en het verdriet dat die gang naar het einde met zich meebrengt. Maar in de handen van Jannetje Koelewijn krijgt die tocht behalve iets heroïsch tegelijk een humoristische ondertoon. Want ja, er mag al eens gelachen worden. Dat haalt bij veel mensen een deel van druk weg waar verlies ons mee opzadelt. In plaats van nadrukkelijk stil te staan bij het overlijden van twee geliefden, kijkt ze naar wat haar ouders voor haar betekend hebben, waarbij ze de minder prettige momenten niet uit het oog verliest. Als je dat met gevoel voor verhouding doet, bitter en zoet zorgvuldig afweegt, leidt dat tot een monument. Dit boek is zo’n monument.
Martin Overheul
Jannetje Koelewijn – Fresia’s voor mevrouw Brak. Van Oorschot, Amsterdam. 255 blz. € 22,50.