Recensie: Mira Feticu – Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal
‘Ik besta omdat ik Nederlands spreek’
Mira Feticu woont inmiddels zestien jaar in Nederland en leerde in die periode zo goed Nederlands dat zij al vijf boeken in haar nieuwe taal schreef. En die vijf boeken zijn vijf liefdesverklaringen aan de Nederlandse taal, schrijft ze in haar nieuwe boek. Mooi vlak voor Valentijnsdag verschijnt Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal, een bundel met korte teksten over taal. Een extra goede reden om een bestelling te doen bij je plaatselijke boekhandel dus: Feticu leerde Nederlands omdat ze verliefd werd op een Nederlandse man en was tegelijkertijd in haar moederland Roemenië al dichter en gepassioneerd lezer van literatuur. Die passie spreekt uit alle 43 korte essays die dit boek rijk is.
Nederlands is voor Feticu een ‘helende taal, een taal waar voor mij een genezende werking van uitgaat, een taal waarin ik veel over pijn heb geschreven’, schrijft ze in de inleiding van de bundel. Als je ander werk van Feticu hebt gelezen, weet je precies waar ze het over heeft. De indrukwekkende roman Al mijn vaders, waarin een vrouw het misbruik en de verwaarlozing uit haar jeugd verwerkt door de daders een plekje in de kringen van de hel van Dante te geven, gaat over de pijn aan de wonden van het verleden. En die pijn kreeg voor het eerst woorden in de Nederlandse taal. In een anekdote in het eerste essay laat Feticu mooi zien hoe dat werkt wanneer haar Roemeense ouders voor het eerst in Nederland zijn. In de auto terug vanaf Schiphol praat ze voor het eerst gemakkelijk Nederlands met haar man: ‘De nieuwe taal die zij niet kennen, brengt mijn bloeddruk omlaag, schept afstand, beschermt en geeft kansen. […] De taal redt me. Ik besta omdat ik Nederlands spreek. Ik ben iemand’.
Toch gaat dit boek eigenlijk niet alleen over de liefde voor de Nederlandse taal, maar des te meer over de liefde en de fascinatie voor taal in het algemeen. De korte essays die het boek bevat hebben namen als ‘taal en vrijheid’, ‘taal als wapen’, ‘taal en onmacht’, ‘taal en volksaard’ en zijn anekdotes, overpeinzingen en persoonlijke schetsen waarin de schrijfster vragen stelt, gedachtes en standpunten uitprobeert.
De taal van de plek waar je leeft, bevrijd je. Werden de Roma dan bevrijd, doordat ze Roemeens spraken? Anders formuleren. Hebben ze zich vrij gevoeld als ze Roemeens spraken?
Het zijn zoekende teksten maar doordat er zoveel in zo frisse, verrassende en soms prettig botsende taal voorbijkomt, vormen die teksten bij elkaar een ongelooflijk rijk boek, rijk van taal en gedachtes. Feticu gebruikt haar ervaringen met het optimaal leren van een nieuwe taal om dat proces van alle kanten te bekijken en zo opent ze perspectieven op het fenomeen taal.
Maar Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal gaat natuurlijk ook wel degelijk over een Roemeense die Nederlands heeft geleerd. Dat merk je aan de vergelijkingen die Feticu maakt, die een Nederlander nooit zal maken: ‘Als ik woedend ben, praat ik veel, omdat ik veel herhaal; de woede heeft dan de helft van mijn brein in het donker gezet, zoals Ceausescu de Roemenen in de jaren tachtig’. Dat merk je aan de interessante taalweetjes over verschillen tussen de twee talen: ‘Door deze geleide taalontwikkeling bestaan er in het Roemeens nu niet de lastige (en voor een buitenlander vervelende) gevallen die we kennen in het Nederlands, waarbij je een en dezelfde letter, zelfs binnen één woord, op drie verschillende wijzen (‘vèrvélunduh’) moet uitspreken’. En dat merk je ook aan opmerkelijke dingen die haar opvallen aan onze taal. Zoals dat er zoveel uitdrukkingen bestaan die met varen te maken hebben maar dat een ‘enorm religieus register’ ontbreekt of hoe Nederlands een werkwoord als ‘uitpraten’ is en dat in onze taal de avond kan ‘vallen’. En ook de ontdekking dat zingen haar in het Nederlands niet goed afgaat: ‘Ligt dat aan mij of is het te wijten aan de taal? Is de Nederlandse taal een uniform dat ik tijdens mijn “werkzame” leven draag?’
Zo stuit je in elk van de 43 teksten wel op mooie vondsten, geestige vergelijkingen en Nederlandse woorden die voor een buitenlander mooi, schunnig of raar klinken. Ook krijg je van deze Roemeense een lesje dictatuur, meertaligheid en leesbevordering en uiteindelijk een lesje liefde voor je eigen taal. Want taal is de basis van je identiteit dus niet te veronachtzamen. ‘Ik wist niet dat ik door de verandering van taal iemand anders zou worden. Ik wist niet dat door de nieuwe taal mijn hele identiteit zou veranderen’, concludeert Feticu. Dat die nieuwe identiteit door een nieuwe taal van een verdiepende veelkleurigheid is, laat zij met deze zesde liefdesverklaring aan de Nederlands taal opnieuw zien.
Martijn Nicolaas
Mira Feticu – Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal . De Geus, Amsterdam. 224 blz. € 20,00.