Gedicht: Maarten Inghels – ‘Er zijn geen blaffende honden meer’
Er zijn geen blaffende honden meer
Gerrit, ik zou willen weten: wat maakt het de moeite waard om dit leven
te blijven leiden, te volharden in boosheid en door te blijven schrijven;
brieven, opstellen, gedichten, waarin je jezelf aanprijst en er de wereld
in verguist, vecht tegen onverschilligheid, de dagen van faits divers.
Gerrit, ik zou willen weten: wat maakt het de moeite waard,
het navelstarende zwijgen bij de waakvlam van je badkamerboiler,
bij elk niezen de liefde preken, piekeren over de potsierlijkheid van
voornamen want vandaag sprak ik een bassende albinohond op straat
die de wratten op zijn ballen als braille las en daarna nog steeds niet wist
of we gedichten over de maan mogen schrijven.
Gerrit, ik zou willen weten: wat maakt het de moeite waard verder
te blijven schrijven tot men je debuut vergeet wanneer
onze vinger niet meer dient om naar de maan te wijzen maar
je vier lezers liever knuffeljunks googelen.
Alle hoop is ijdel wanneer je vanuit de fermette kwetterverzen de
wereld in kweelt, je gedachten comprimeert in een statusbalk of twee,
een essay schrijft in honderdveertig tekens. (Ik ken een dichter
die van zijn baard een strop vlecht – er zijn geen blaffende honden meer.)
Gerrit, mijn droom is onmogelijk en nefast, alle blaaskaken zijn op drift
in deze nep-aan-neprace en wat overblijft is een riem papier
met het hopeloze gehengel op, maar ik beloof:
ik haal het hoofd uit de borstkas, gun de ribben ruimte, blijf
schrijven; brieven, opstellen, gedichten, etcetera.
Ik ben die hond, vergeef mij niet.
Maarten Inghels
Dit gedicht van Maarten Inghels verscheen eerder in het Komrij-nummer van Tzum.
(foto: Jan Glas)
Mooi gedicht. Jammer dat ik me niet wat eerder in Komrij ben gaan verdiepen (hoewel ik \’Over de bergen\’ en zijn poeziebloemlezingen wel in de kast heb staan). Berouw komt na de zonde, nietwaar -.