Recensie: Maarten Buser – Geertje van de Kamp in Japan
Ongevouwen origami
Ze is linkshandig en heeft een aangeboren afwijking aan een van haar ogen, die in het midden van haar blikveld een grote zwarte vlek veroorzaakt met daar omheen als een krans de beelden die ze had moeten zien. Niet meteen de uitgangspunten die je verwacht bij een kunstenaar die minimalistisch werk maakt met strakke, geometrische invloeden, waarbij het aankomt op uiterste precisie. In Geertje van de Kamp in Japan belicht dichter en kunstcriticus Maarten Buser Van de Kamps uitgangspunten en werkwijzen naar aanleiding van de toekenning aan haar van de Van Vlissingen Art Grant.
De cultuur van Azië, Japan in het bijzonder, staat de laatste jaren sterk in de belangstelling. Paulien Cornelisse, Jannie Regnerus, Cees Nooteboom, Luk van Haute, Paul Muys, Martijn Crowe benaderden Japan in meerdere of mindere mate literair, maar ook documentaire tv-reeksen over Azië doen het goed, om over opruimgoeroe Marie Kondo nog maar te zwijgen. Dat Geertje van de Kamp (Alkmaar, 1986) Japan koos voor de bij de Van Vlissingen Art Grant behorende reis, past dus bij de tijdgeest, die over westerse grenzen heenkijkt.
Het Aziatische eilandenrijk biedt enorme tegenstellingen: van de ongekende massaliteit en drukte in de metropool Tokio tot pure verstilling in het traditionele Japan van de tempels, rituelen, zen en ambachtelijkheid. Natuurlijk neemt Van de Kamp kennis van beide aspecten, maar haar werk ligt mogelijk dichter bij het hedendaagse Japan, met zijn wolkenkrabbers en ongewoon praktische oplossingen van alledaagse vraagstukken. Denk aan leidingen, bedradingen, airconditioners en brandtrappen als stapsgewijs tot stand gekomen, ongewilde kunstinstallaties en -reliëfs. In het boek staan eigen foto’s van dergelijke stadslandschappen, waarmee we een indruk krijgen van Van de Kamps fascinaties, die op zekere dag mogelijk aan de basis liggen van nieuwe interpretaties.
Moet je ergens afslaan? Dan staat er een bord dat je verzoekt om eerst even om de hoek te kijken, zodat je tegen niemand aanbotst.
Al sinds 2008 ondersteunt de Van Vlissingen Art Foundation talentvolle Nederlandse beeldend kunstenaars, mede in de hoop nieuwe vormen van kunst te ontdekken. De Art Grant omvat dus een reis en een boek, maar daarnaast ook een tentoonstelling. Door de coronamaatregelen is van dat laatste onderdeel, in het Singer Museum in Laren, niet veel terechtgekomen. Het door Gert Jan Slagter zorgvuldig vormgegeven boek krijgt daardoor een belangrijker positie in het geheel om Van de Kamps werk te leren kennen.
Buser belicht vanuit drie invalshoeken Van de Kamps kunstenaarsloopbaan, waarbij al snel duidelijk wordt dat stillevens of abstract-expressionisme haar minder aanspraken. Japanse vouwtechnieken, de onmogelijk constructies van Maurits Escher, maar ook een boekje met foto’s van mineralen en edelstenen, hielpen haar beter op weg, uitmondend in het tegenwoordige werk, waarvoor zij achter elkaar geplaatste en vervolgens verlijmde platen van acrylglas gebruikt. Licht, spiegeling en schaduwen vertellen mede het verhaal, dat begint met strakke beschilderingen in acrylverf, niet zelden gebaseerd op de Japanse vouwtechnieken. Maar ook Escher is nog enigszins aanwezig, want de kleurschakeringen, het deels echt aanwezige, maar ook deels gesuggereerde perspectief als een geometrisch trompe l’oeil, dus een optische illusie, keert steeds terug.
De Japanse origami-vouwtechniek behelst veel meer dan de clichématige kraanvogels, vindt Van de Kamp ook. Dus mogen die gevouwen vogeltjes geen reden zijn alle origami maar op één hoop te gooien. Kunst bestaat door voortdurend nieuwe wegen te zoeken. In Japan deed ze duidelijk volop inspiratie op, of het nu gaat om de talloze pictogrammen in het Japanse straatbeeld, de uit een veelheid aan lijnen bestaande verkeersinfrastructuur, religieuze symbolen als de shide (een papieren bliksemschicht, die in het shintoïsme juist wordt gezien als bliksemafleider) of zelfs de afwijkende beschildering van de kopse kantjes van plafondbalken. Door het grote verschil in lichtabsorptie ontstaan zo opmerkelijke contrasten. Net als in Van de Kamps werk, maar dan met uitgesproken hedendaags materiaal.
André Keikes
Maarten Buser – Geertje van de Kamp in Japan. Waanders, Zwolle en Van Vlissingen Art Foundation, Zeist. 96 blz. € 29,95.