Recensie: Frank Martinus Arion – De laatste vrijheid
Rijke en spannende nieuwe roman van Arion
Toevallig behandelt de nieuwe roman van Frank Martinus Arion, zijn eerste sinds 1979, een voor Nederlandse lezers actueel thema: de mens versus natuurgeweld, en daaruit voortvloeiend: de verantwoordelijkheid van de overheid jegens haar onderdanen versus de vrijheid van het individu om zijn eigen lot te bepalen. De dreiging van overstroming leidde in januari tot de gedwongen evacuatie van honderdduizenden mensen uit het Nederlandse rivierengebied.
In De laatste vrijheid wordt het (fictieve) Caribische eiland Amber bedreigd door een op uitbarsten staande vulkaan. Voor de in wankel evenwicht verkerende regering-Deschampes is dat aanleiding om haar gezag te doen gelden door alle inwoners van de hoofdstad Constance en naburige plaatsen te bevelen hun huizen te ontruimen.
Deze evacuatie wordt gezien als een politieke samenzwering die de invoering van het Creools als officiële voertaal — waar het na dertig jarar gepalaver bij het begin van het nieuwe schooljaar eindelijk van moet komen — moet vertragen zo niet verhinderen. Bovendien herinnert het feit dat de geoloog Arnold Brouce, die de regering het advies gaf om te evacueren, blank is de Amberianen al te pijnlijk aan de koloniale tijden die duurden tot de onafhankelijkheid van 1974.
Zo’n vijftigduizend mensen verlaten niettemin have en goed om zich te laten onderbrengen in loeristenhotels, leegstaande scholen en tentenkampen. Dan blijft de voorspelde catastrofe uit. CIN (het equivalent van CNN) stuurt een verslaggeefster om over de onhoudbare toestanden op het eiland te berichten. Het is knap hoe Arion, die in de jaren zeventig de drie romans Dubbelspel, Afscheid van de koningin en Nobele wilden publiceerde, drie persoonlijke geschiedenissen door dit algemene gegeven heen vlecht zonder het centrale thema geweld aan te doen. Sterker: dit thema, dat menigeen in de verleiding zou brengen om zich te buiten te gaan aan manifestachtige betogen op de bekende betweterige toon, krijgt er bij Arion een zeer menselijk, ja, zelfs ontroerend accent door.
Frank Martinus Arion roept in De laatste vrijheid tal van tegenstellingen,en daarmee evenzoveel spanningsbogen op. Blank en zwart; man en vrouw; wetenschap en intuïtie; mens en natuur; collectief en individu; leven en dood; de Caribische eilanden en Holland; Amerika en Afrika; het Creools en de talen van de vroegere overheersers. Met elk van die tegenstellingen moeten de hoofdpersonen in het boek leren omgaan. Dit zal hen als het ware de kracht geven om het geweld van de natuur te weerstaan.
In dit laatste schuilt natuurlijk ook weer de tegenstelling tussen de nuchtere ratio en een mystiek oergevoel. De ratio wordt vertegenwoordigd door de blanke Amerikaanse televisiejournaliste Joan Mikolai, de mystiek door Daryll Guenepou, een zwarte iedealistische oud-onderwijzer die een pension drijft, zo goed als aan de voet van de op uitbarsten staande vulkaan. Hij weigert echter te vertrekken omdat hij er stellig van overtuigd is dat de vulkaan hem (en zijn kinderen) geen kwaad zal berokkenen. Op de televisie zegt hij: ‘We kunnen sterven door bij de vulkaan te blijven. Maar we sterven zeker als we van hem weggaan!’ Zijn woorden zijn aanleiding tot de terugkeer naar hun huizen van de vijftigduizend evacués.
Daryll is de spilfiguur van het boek. In hem draaien de tegenstellingen man-vrouw en vadermoeder om hun as. De zorg waarmee hij zijn vrouw en hun kinderen omringde, verstikte haar creativiteit en stootte haar tenslotte af. Op Joan, zelf kinderloos gebleven, werkt zijn goedmoedig feminisme juist als een magneet.
Als hoogste ideaal schetst Arion in zijn vierde roman jezelf trouw te blijven, ook al kijk je daardoor de dood in de ogen. De laatste vrijheid is een rijk boek dat je doet hopen dat de schrijver niet wéér zestien jaar zal wachten voordat hij er nog een schrijft. Het is ook buitengewoon spannend. Want: zal die vulkaan inderdaad exploderen? En: krijgen ze elkaar?
Frank van Dijl
Frank Martinus Arion: De laatste vrijheid. De Bezige Bij.
Deze recensie stond eerder in Algemeen Dagblad, 14 april 1995. (Het in de eerste alinea beschreven thema is tegen de achtergrond van de huidige pandemie opnieuw actueel.)
Frank Martinus Arion overleed in 2015.