Gedicht: Philip Gross – Een rapport van de diefstal
Een rapport van de diefstal
Niets van waarde werd meegenomen.
Maar de wezens van deze woning, de vogelstemmigen,
waren geschrokken. Ze gleden weg door het ingeslagen
achterraam waardoor de nacht naar binnen kwam.
Hij kwam thuis en vond laden uitgerukt,
kleren rondgestrooid. Nergens waren
de vreemdelingen niet geweest, niets was niet aangeraakt
of zou misschien ooit nog schoon aanvoelen. En de stilte…
Verdwenen, de zachtaardige wezens, die hem iedere avond
verwelkomden, met een bijna onwaarneembaar
duivengemurmel, die hem troostten met een dans
als stofjes in de lucht, die de fragmenten één maakten.
De stilte. Elke deur verborg een leegte.
Hij zag losgetrokken papier, splinters, spinnewebkieren,
enkele gastenkamers, wat prullen.
Het vreemde vond een weg bij hem naar binnen.
Er kwamen onderzoeken. Een rapport werd opgesteld:
Niets van waarde werd meegenomen. Op dat moment,
toen de laatste vreemdelingen waren vertrokken, wist hij het
niets van waarde was gebleven.
Philip Gross (Vertaling Tsead Bruinja)
Uit de bundel Change of Address Poems 1980-1998 (Bloodaxe)
Meer vertalingen van het werk van Philip Gross zijn te lezen in het huidige nr. van de Poëziekrant. Een bundel met vertalingen zal begin volgend jaar verschijnen bij Azul Press.
Voor meer info over Philip Gross: http://www.philipgross.co.uk/