Recensie: Elif Shafak – Het eiland van de verdwenen bomen
Hoe een verdriet in de genen van de volgende generatie blijft zitten
De in Straatsburg, Frankrijk, geboren Elif Shafak (1971) is van Turkse afkomst en heeft een niet gering oeuvre op haar naam staan. Het eiland van de verdwenen bomen is inmiddels haar twaalfde roman en ze mag zichzelf in Turkije de best verkopende vrouwelijke auteur noemen. De uitspraak van een van de personages in haar boek De bastaard van Istanbul – dat de moorden, waar de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog slachtoffer van werden, als genocide konden worden gezien – werd haar niet in dank afgenomen. Dit werd opgevat als het beledigen van de Turksheid en leidde er in 2006 toe dat ze werd vervolgd, doch later werd vrijgesproken. In haar nieuwe roman beschrijft ze de bloedige segregatie van de Turkse en Griekse eilandbewoners.
Na jaren van guerrilla, crises, een staatsgreep tegen president Makarios en een burgeroorlog met de nodige moorden en verdwijningen, vond in 1974 een tweedeling plaats van de voormalig Britse kroonkolonie Cyprus. De Turks-Cypriotische moslims bezetten het noorden van het eiland, de christelijke Grieks-Cyprioten werden naar het zuiden verdreven en de etnische segregatie op het eiland was hiermee een feit. Er is destijds letterlijk sprake geweest van gedwongen huizenruil. Het verboden niemandsland tussen de vijandelijkheden, met patrouillerende ‘soldaten […] op wacht met machinegeweren’, werd ‘De groene lijn’ genoemd.
De tijd is een zangvogel, en net als elke andere zangvogel kan die worden gevangen. Hij kan worden opgesloten in een kooi, en wel veel langer dan je voor mogelijk zou houden. Maar de tijd kan niet voor eeuwig in bedwang worden gehouden.
In het Londen van 2010 rouwen Kostas Kazantzakis en zijn zestienjarige dochter Ada om de dood van hun vrouw c.q. moeder. Ada is vaak droevig en worstelt met haar gevoelens. Ze is als Britse opgevoed, spreekt de respectievelijke talen van haar ouders niet, er zijn geen familieleden in hun leven en haar ouders hebben nooit iets willen vertellen over hun verleden op Cyprus. Op school voelt ze zich een buitenbeentje en het gevoel niet begrepen te worden triggert haar angst, waardoor ze in de klas onbedwingbaar begint te schreeuwen en later niet kan verklaren wat de oorzaak was. De lezer echter zal al snel ontdekken dat er hier sprake is van overgeërfd verdriet.
Kostas ‘wist dat hij zijn moeder nooit zou kunnen vertellen dat hij verliefd was op een Turks moslimmeisje’. Ook Defne kan onmogelijk thuiskomen met deze boodschap. Ze ontmoeten elkaar regelmatig heimelijk in De Blije Vijg [sic], de taveerne van Yiorgos en Yusuf, maar wanneer de Turkse invasie het leven kost aan de vader en broer van Kostas, en Yusuf en Yiorgos plotseling verdwijnen, komt daar een abrupt einde aan. Uit angst om ook haar enig overgebleven zoon te verliezen stuurt Kostas’ moeder hem naar Londen. Zijn onbeantwoorde brieven aan Defne, die ook zo haar verliezen heeft te verwerken, betekenen het einde van hun relatie.
Wanneer hij in 2000 voor zijn werk terugkeert naar Cypres, treft hij Defne weer. Ze heeft zich aangesloten bij een commissie die zich inzet om (massa)graven te vinden. Lange dagen zoeken ze minutieus en haar persoonlijke missie is om eens de stoffelijke resten te vinden van Yusuf en Yiorgos.
Menselijke resten… Wat betekent dat precies? Een paar botten? Kleren en accessoires? Dingen die massief en compact genoeg waren om in een doodskist te leggen? Of was het eerder het ontastbare, de woorden die we het hemelruim in sturen, de dromen die we voor onszelf houden, […] de leegtes die we proberen op te vullen en die we nooit goed onder woorden kunnen brengen; als alles was gezegd en gedaan, wat bleef er dan over van een heel leven, een mens… en kon dat echt uit de grond worden opgegraven?
Een van de stijlmiddelen die Shafak gebruikt is de personificatie, waarbij ze een vijgenboom opvoert als getuige van de ontluikende liefde tussen Defne en Kostas, en die tussen Yiorgos en Yusuf. Ook de omineuze dreiging en misstanden op het eiland worden vanuit het perspectief van de boom uit de doeken gedaan. Het lijkt een overdreven magische en ontsierende keuze, maar gaandeweg blijkt dit wel degelijk functioneel en plausibel te zijn.
De vogel- en vlindertrek gebruikt de auteur als tegenhanger voor de vrijheidsbeperkende tweedeling van het eiland en hoofdstad Nicosia.
Ook wij bomen hadden te lijden, al sloeg niemand daar acht op. Het was het jaar waarin hele bossen in brand vlogen tijdens de jacht op rebellengroepen die zich schuilhielden in de bergen. Dennenbomen, ceders, coniferen… er restten enkel zwartgeblakerde stompjes van ze.
De roman staat vol met tegenstellingen, zoals verschillen in etniciteit, feminisme en masculinisme, hetero- en homoliefde, progressivisme versus conservatisme. Grote onderwerpen die aan de orde komen zijn homofobie, xenofobie, religie, afkomst en de mystiek van het soefisme. Hierdoor worden er diepere lagen gecreëerd en pregnante thema’s aangestipt met een waarheidsgetrouw tijdbeeld. Het lieflijke en tot de verbeelding sprekende Mediterrane eiland kende vrolijkheid en plezier, maar een burgeroorlog liet diepe wonden achter. Met haar prachtige zinnen weet Shafak het vermorzelen van het incasseringsvermogen en het terugvinden van veerkracht op begeesterde wijze te verbeelden. Het eiland van de verdwenen bomen is een verhaal over een inktzwarte geschiedenis, waarmee Shafak laat zien dat ze niet zelf vonnist, maar een kritisch waarnemer is.
Marjon Nooij
Elif Shafak – Het eiland van de verdwenen bomen. Uit het Engels vertaald door Manon Smits. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 386 blz. € 22,99.