Gedicht: Anne Provoost – Het andere brak
Het andere brak
Stervelingen zien de dood overal
maar wij niet, hoor, wij maken foto’s
van gebouwen en houden de auto’s
uit beeld zoals uit het landschap de mensen
Wij zien geen tekens in stegen die blind
zijn verklaard en het kan waar zijn
dat rook uit onze neusgaten blazen
vooral hielp tegen de veestapelgeur
We hebben onze complexen geslacht
in het bijzin van onze kinderen
maar ze werden vroeg in de ochtend
als vogels met een lied alweer wakker
We hebben aan onze jeugdboekenplank
onze akte van geloof afgelegd en
we ontdekten allicht daardoor te laat
dat de aarde aan het rollen was gegaan
Door die bloedstremmende realiteit
begon onze rij aan de kassa
op die voor een mausoleum te lijken
van een of andere wiskunstenaar
Er is vroeg in ons leven gezegd
dat de dood niet precies hoeft te gaan
zich soms soepel voltrekt, uit het mouwtje
‘Doei!’ zou dan het sleutelwoord zijn
Om niet op drift te slaan moet er een anker
in je passen als een pacemaker en
als een pacemaker roffelden wij
op batterijen met zekerheid
dat we nooit zullen weten welk ei
in de mand het andere brak
Anne Provoost