Interview: Tamsin Calidas over haar memoir Ik ben een eiland
Wanneer Tamsin Calidas voor het eerst aankomt op een afgelegen Schots eiland voelt het voor haar als thuiskomen. Ontgoocheld door Londen verlaten zij en haar man de stad en hun succesvolle carrières om 800 kilometer naar het noorden te trekken, zonder ervaring in het runnen van een boerderij of het leven op een eiland. Een tijdje is het idyllisch. Maar naarmate de maanden verstrijken, de kinderen waar ze zo naar verlangde uitblijven, en haar huwelijk stukloopt, komt Calidas in een steeds groter isolement terecht. Gewond, ziek, zonder geld of vrienden wordt ze teruggeworpen op zichzelf, uitgekleed tot een rauw element van het vaak barre landschap. Maar met die onderdompeling in haar omgeving komt de mogelijkheid van wedergeboorte en vernieuwing. Calidas begint de langzame reis terug vanaf de rand van de afrond.
Vorig jaar publiceerde ze haar memoir I Am an Island (in het Nederlands bij uitgeverij Pluim verschenen als Ik ben een eiland), een rauw en soms pijnlijk boek over eenzaamheid, vriendschap, veerkracht en zelfontdekking. Het boek is een grote hit in Engeland, maar staat ook in Nederland al meer dan twaalf weken in de Bestseller 60. Inmiddels is er ook in Duitsland een vertaling verschenen en Frankrijk volgt komend voorjaar. Calidas heeft met haar krachtige verhaal bij veel lezers een snaar weten te raken.
Op zaterdag 6 november is Calidas te gast op het Crossing Border festival in Den Haag. In aanloop hiernaartoe publiceert Tzum alvast een interview met deze Britse schrijfster.
– U had een goede baan in de media in Londen en toch kozen u en uw man ervoor om uw geluk te beproeven op een afgelegen Schots eiland. Dat is best een stap. Waar kwam die wens vandaan om een boerderij te bestieren, met schapen en paarden?
Ik heb genoten van mijn jaren in Londen. Ik woonde in Notting Hill Gate, lang voordat de film uitkwam. Het was een spannende en dynamische plek, maar het werk was veeleisend en meedogenloos. Mijn carrière zat in de lift, maar op een nacht kreeg ik een auto-ongeluk. De taxi waarin ik reed ramde halsoverkop op volle snelheid een andere taxi. Tijdens de intensieve revalidatie heb ik een streep onder en door mijn leven gezet. Bewust worden van je eigen sterfelijkheid brengt het leven scherp in beeld. Het maakte de simpele dingen in het leven belangrijker. Enige tijd later ontmoette ik mijn man. We begonnen erover te denken een gezin te starten. Het was een simpele droom – simpelweg een rustige plek vinden, betaalbaar, iets dat we konden opknappen en waar we kinderen zouden kunnen krijgen. De buurt in Londen waar we woonden was veranderd – het was verwilderd geraakt. Na maanden van inbraken, kapotte ruiten, vuurwerk door onze voordeur, inbraaksporen in mijn auto en vervolgens andere buren die werden aangevallen, begonnen we te dromen van een stillere omgeving. Op een nacht gebeurde er iets waardoor we echt niet langer konden blijven – en dat was de katalysator om naar het noorden te gaan.
– Ik ben een eiland is een groot succes in Nederland. Ondertussen is er een Duitse vertaling verschenen en sinds het boek vorig jaar is verschenen heeft u ook in het Engelse taalgebied een groot lezerspubliek weten te bereiken. Proficiat! Wat brengt de toekomst voor uw boek? Staan er nog meer vertalingen op stapel? Zijn er plannen voor een verfilming of serie?
Heel erg bedankt – om eerlijk te zijn ben ik verbijsterd. Hoe is dit gebeurd? Er zijn veel redenen. Maar uiteindelijk denk ik dat het een eerbetoon is aan iedereen die van mijn boek houdt, het gelezen heeft, erover heeft gesproken en het met anderen heeft gedeeld. Het is ongelooflijk ontroerend en nederig makend voor een auteur om contact te maken met haar lezers – dit is zo belangrijk, zo ontstaat er een diepe verbinding. Het is een ongelooflijke ervaring om te weten dat je door wat jij geschreven hebt kort het leven van anderen kunt raken. Mijn ongelooflijke team bij Peter Fraser Dunlop, geleid door de briljante Caroline Michel, is nu druk bezig met de buitenlandse rechten – het boek staat in Frankrijk aangekondigd als een belangrijke titel voor komend voorjaar en we kijken ernaar uit om binnenkort nog meer opwindend nieuws te delen…
– De meeste mensen zouden het eiland allang verlaten hebben als ze ook maar de helft van de vervelende gebeurtenissen meegemaakt zouden hebben die u heeft meegemaakt. Het is een teken van grote wilskracht dat u toch besloot te blijven. Wat zorgde ervoor dat u toch bleef?
Dat is een interessant uitgangspunt. De ervaringen die mij hebben gevonden zijn tenslotte dezelfde die zovelen van ons in het leven treffen – liefde, verlies van dierbaren, vriendschap, verraad, financiële moeilijkheden en verwondingen, en het maken en breken van lang gekoesterde dromen. Dit is waar het leven uit bestaat – het voelt zo solide zolang het solide is, maar het is interessant hoe de structuren waaraan je vasthoudt soms onherroepelijk uit elkaar vallen. Ik denk dat een van de redenen waarom mijn boek een snaar heeft geraakt bij zoveel lezers over de hele wereld is dat dit onze gedeelde menselijke ervaring is. We hebben allemaal veel van deze dingen meegemaakt tijdens de afgelopen twee jaar met de pandemie, toch? Als je midden in de problemen zit, ben je op een unieke manier aanwezig – je bent gewoon aan het leven, aan het omgaan met dingen, je overleeft, probeert rond te komen. Het is alsof je in de deining van een golf zit – je probeert gewoon te blijven drijven en je te concentreren op het nemen van je volgende ademteug. Pas later, als je veilig op het droge bent, kun je terugkijken en denken: hoe ben ik daar eigenlijk doorheen gekomen?
Op dat moment had ik niet de luxe om te kiezen. Nadat een huwelijk stukloopt is er een langere periode waarin wettelijk alles in een lockdown voor onbepaalde tijd gaat. Ik had geen geld. Ik kon mijn huis niet verkopen. Het huis was niet af, het had geen afvoeren, de basiswerkzaamheden waren nog niet af en dus was het benodigde voltooiingscertificaat er niet. Soms sijpelt verdriet ook de vaste aarde onder je voeten in. Ik had mijn baby’s, mijn huwelijk, mijn vader en mijn gezondheid verloren en ik had twee gebroken handen. In deze situatie leer je om gewoon de ene voet voor de andere te zetten. Kleine dingen worden oneindig veel moeilijker. En toch zijn er elke dag momenten van hoop, schoonheid. Deze inspiratie, veerkracht en troost vond ik in de natuur. Het was het begin van een mooie verandering – waarvoor ik eeuwig dankbaar ben.
Ik geloof echt dat het vaak de moeilijke momenten zijn – de momenten die je hart pijn doen of sneller laten kloppen – die de zaadjes vormen voor onze innerlijke groei. De dood, het verlies van dierbaren bijvoorbeeld, is een van de meest ingrijpende ervaringen die we allemaal delen. En toch brengen we vaak onze stem tot zwijgen, de waarheid van onze emoties. Die buitengewoon rauwe, diep vanbinnen gevoelde tijd die ons eenvoudig laat zien dat, ongeacht onze inspanningen om goed te leven en ons leven vol of gestroomlijnd te houden, ongeacht al onze plannen of dromen, er een moment (of meerdere momenten) komt waarop het leven ons een andere kant laat zien – het leven wordt zo kostbaar door zijn kwetsbaarheid. De wetenschap dat we niets meer dan de kracht van onze adem zijn. Wanneer we ons dit in de natuur realiseren beginnen we onze manier van leven opnieuw te kalibreren. En tellen we alle immense zegeningen die we hebben – ook al leven we heel eenvoudig.
– Wat was de aanleiding om dit boek te schrijven? Wanneer begon het?
Ik wist dat ik een groot verhaal te vertellen had. En toch wist ik nog niet hoe ik het aan moest vliegen. Ik was me simpelweg bewust van een gevoel dat ik moest proberen een stem te geven. Ik vond het makkelijker om dit in de natuur te vinden. Er is een zekere vrijheid als je omringd bent door weer en wind. Elke dag ging ik bij zonsopgang naar zee, met mijn camera, ongeacht de seizoenen, zonlicht, sneeuw, regen of stormen. Ik merkte dat het me hielp om alles wat ik voelde te distilleren. Het was altijd groter dan mijzelf, dus het voelde veilig om eraan vast te houden. De ijskoude zee hielp me. Het leerde me om op mijn instinct te vertrouwen en een stap voorwaarts te zetten, zelfs als aarzelde. Wanneer je uit je comfortzone stapt leer je alles te omarmen waar je anders misschien voor terug zou deinzen. In het zoute water drijf je – de zee is woest, maar door getijden, landschap en weer te leren lezen, door contouren, licht, vogels en wilde dieren, begin je een andere wereld te voelen en je ermee te verbinden, een wereld waarmee je uiteindelijk diep verbonden bent. Toen ik in het water lag en ademhaalde voelde ik dit diep vanbinnen. Het werd een enorme bron van kracht en inzicht. Het gaf me ook de inspiratie om te proberen dit op papier te delen.
Vanaf dat moment begon ik echt te schrijven. Elke dag, als mijn voeten terug de kust op kropen, schreef ik een herinnering op of probeerde ik een gevoel vast te leggen. Ik nam me voor de dag vast te leggen met een beeld van de natuur of het wolkenlandschap, of zelfs alleen mijn ijskoude huid. Zo simpel was het. Een paar woorden, een paar beelden. Een paar dagen, een paar maanden. Na enkele weken had ik het begin van mijn verhaal. Dat waren de eerste 75 pagina’s van Ik ben een eiland. Daarna ging het allemaal buitengewoon snel. Het voelde alsof het universum met me meewerkte. Ik schreef een e-mail naar een literair agent. Ze belden me en het contract werd vrijwel onmiddellijk ondertekend. Maar daarna wist ik dat ik dieper moest gaan. Mijn woorden vielen op de pagina, meer als poëzie dan als proza. Toen begon het echte werk. Pas toen ik Akte 2, Hoofdstuk 5 Zwaluw schreef, en het hartverscheurende verhaal van mijn beste vriendin Cristall, werd er een membraan doorboord en stroomden de woorden uit me. Dat was het echte begin. Twee maanden later werd het boek aangekocht door mijn Britse uitgever, Transworld Doubleday, nadat het van de ene op de andere dag al door Harper Collins Duitsland was gepre-empt. Maar zelfs vóór die eerste 75 pagina’s, en het boek dat daarop volgde, waren het de koude ochtenden dat ik met blote huid in de ijskoude zee stond te kijken naar de zonsopgang die gloeide over de horizon; dat was het begin.
– De lezer kan voelen dat sommige passages in het boek je nog steeds pijn doen. Het moet een hele strijd zijn geweest om deze stukken van uw leven op papier te krijgen. Heeft het schrijven van dit boek u geholpen om deze momenten te verwerken?
Het schrijven van het boek was een belangrijk proces. Een stem geven aan alles wat we het zwijgen opleggen geeft ons een unieke kracht. Ik heb zoveel brieven, e-mails, berichten van lezers over de hele wereld gehad. Ik ben een eiland is een boek dat elke lezer uitnodigt om met mij op reis te gaan – door de taal, de natuurbeelden en de diepere emoties – de lezer wordt ook uitgenodigd om stiltes te omarmen. Dit is belangrijk voor mij als schrijver – dat we ruimte geven aan anderen om hun eigen stem en betekenis te vinden. We hebben allemaal momenten wanneer we echt aanwezig zijn, wanneer het leven ons in het gezicht grijnst. Maar als het onze intentie is om te helen, een vlam aan anderen door te geven, dat licht aan te wakkeren, te beschermen en te delen, dan zijn we in staat om onze schaduwen achter ons te laten – en anderen te helpen hetzelfde te doen.
Als beoefenaar van natuurgeneeskunde, schrijver, fotograaf en spoken word-artiest werk ik met veel patiënten om hen te helpen ziekte en trauma te herkaderen, met behulp van traditionele therapieën, maar ook door middel van zintuiglijke verhalen en somatisch bewustzijn in de natuur.
– Om het eiland en zijn bewoners te beschermen heeft u het anoniem gelaten. Noch in het boek, noch in interviews heeft u de naam of locatie van het eiland genoemd. Toch kan ik me voorstellen dat uw boek door medebewoners is gelezen. Zijn er reacties geweest van mensen op het eiland?
Het eiland is mijn thuis en ik woon hier nu bijna 20 jaar. Het zijn interessante jaren geweest. De pandemie die de wereld nu doormaakt heeft vele muren neergehaald en vele gesprekken mogelijk gemaakt.
De ervaringen waarover ik schrijf zijn particulier, maar gebaseerd op een bredere context van situaties die niet alleen door mijzelf, maar ook door anderen worden ervaren. Velen hiervan zijn vrouwen, alleenstaand of in kwetsbare situaties. Mijn boek geeft een stem aan gedeelde ervaringen, die maar al te vaak zijn geëuthanaseerd, het zwijgen is opgelegd of routinematig in stand werden gehouden in situ. Het schrijven van het boek heeft te lang uitgestelde gesprekken op gang gebracht over veel moeilijke onderwerpen – onderwerpen die, interessant genoeg, vaak ook in de wereldwijde mainstream media zijn onderzocht de laatste jaren. Dit omvat thema’s als eenzaamheid of isolatie; onbewuste vooroordelen; de vrouwelijke stem; vrouwenhaat; en onze fragiele relatie met onze prachtige planeet en de levende natuur. Al deze draden hebben als gemeenschappelijk thema het bredere onderwerp van onderlinge verbinding. We zijn allemaal mensen, sterk en kwetsbaar, mooi en feilbaar en delen onze aarde.
Op het eiland zijn we duidelijk een microkosmos van een grotere macrokosmos. We zijn recht evenredig met de bredere bevolking als je kijkt naar onze demografie, successen en uitdagingen.
Ik ben een eiland is een universeel verhaal – het gaat verder dan de specifieke kenmerken van één plaats. Het is een metafoor voor iedereen die de grote momenten ervaart die op ons levenspad komen – liefde, verlies, vriendschap, verraad, gelach, verdriet en eenzaamheid. Dit zijn de verhalen die ertoe doen, die we delen.
– Het contact dat u en (in het begin) uw man hebt gehad met enkele van de andere bewoners van het eiland was nogal moeilijk. Ik kan me voorstellen dat u achteraf misschien hebt gedacht ‘Wat als ik dit of dat anders had gedaan?’. Als u terugkijkt op het verleden zou u dan iets anders hebben gedaan op het eiland?
Het eiland was toen heel anders. Het had een fractie van de huidige bewoners, weinig buitenstaanders en een afnemende, vergrijzende bevolking.
We waren jong en hadden al het optimisme, de opwinding en naïviteit van de jeugd. We hadden ons hart op onze tong. We waren open en vertrouwend. Achteraf gezien denk ik dat we onszelf misschien niet zo volledig hadden moeten geven en niet zo ons best hadden moeten doen om deel uit te maken van en geaccepteerd te worden door de gemeenschap. We waren gewend om in een hechte gemeenschap te leven, maar dat was een gemeenschap met een eclectische en brede waaier van achtergronden, politiek, ras, religie en houdingen – we beseften misschien niet voldoende dat sommigen op het eiland, ongeacht onze openheid en inspanning, ons daar misschien niet wensten, nadat zovelen van de jongeren waren vertrokken. Ik denk dat we in veel opzichten te open waren. Nu, achteraf gezien, met meer volwassenheid en ervaring, zou ik zeggen dat we gewoon hadden moeten leven zoals we wilden leven – in plaats van ons in allerlei bochten te wringen en te proberen erbij te horen. In een gemeenschap kun je samenleven en naast elkaar bestaan, bijdragen en deelnemen, in plaats van te anticiperen of te proberen hechte of intieme vriendschappen op te bouwen. Sommige dingen, zoals dierenwelzijn, waren ook een uitdaging. Ook tijden waarin het geweten vereiste dat we ons uitspraken. Van deze dingen zou ik eerlijk gezegd niks anders hebben gedaan.
– U beschrijft in uw boek dat u graag poëzie leest op lange, donkere avonden op de boerderij. Welke dichters gaven u kracht en wijsheid in moeilijke tijden?
Ik lees een breed scala aan poëzie. Zelf dicht ik ook graag. De dichters waar ik het meest naar teruggrijp zijn divers – ik zou ze graag allemaal willen noemen, maar hier zijn in elk geval een paar van mijn bakens:
Anne Carson
George MacKay Brown
Sylvia Plath
Dylan Thomas
Anna Achmatova
Sujata Bhatt
W.B. Yeats
Norman MacCaig
R.S. Thomas
T.S. Eliot
Champa Vaid
– Wat zijn de belangrijkste boeken in uw leven?
Oorlog en vrede (Tolstoi)
Aardzee (Ursula Le Guin)
De Jungleboeken (Rudyard Kipling)
Over God (J. Krishnamurti)
Tao te King (Lao Tse)
I Tjing
De Morte d’Arthur (Sir Thomas Malory)
Heer Gawein en de groene ridder
Het einde van de Rode mens (Svetlana Alexijevitsj)
De lange route (Bernard Moitessier)
De zwarte hengst (Walter Farley)
Flicka, het veulen (Mary O’Hara)
De kleine prinses (Frances Hodgson Burnett)
De mens en zijn symbolen (C.G. Jung)
De gouden tak (James Frazer)
Green Dolphin Country (Elizabeth Goudge)
De golven (Virginia Woolf)
Ulysses (James Joyce)
De grens (Cormac McCarthy)
Hoe het groeide (Knut Hamsun)
De sneeuwkoningin (Hans Christian Andersen)
– Is deze coronatijd een droge periode voor u als schrijver gebleken of juist een vruchtbare?
De afgelopen twee jaar waren een ongelooflijk productieve en leerzame tijd. Mijn werkdag begint vroeg – ik word om 4 uur ’s ochtends wakker, mediteer en dan schrijf ik tot 10 uur, met een kan koffie naast me en een omslagdoek om. Het is een kostbare, intens lonende tijd – en ik merk dat ik dan het meest productief schrijf. Ik heb tijdens de pandemie aan twee nieuwe boeken gewerkt die binnenkort zullen verschijnen en ook aan een samenwerkingsproject, dus ja – het is een zeer verrijkende tijd geweest.
Het was ook een tijd om me op mijn fotografie te concentreren en een rijke beeldbank met nieuw materiaal op te bouwen. Ik heb geïnvesteerd in een nieuwe uitrusting met technische apparatuur en dit heeft me de ruimte gegeven om mijn vaardigheden echt aan te scherpen, ook mijn waterfotografie. Met twee nieuwe fotoboeken op komst – het ene een solo-opdracht, het andere een samenwerkingsproject met de ex-curator van het Tate Modern – is dit werk dat me dichter bij de eilandluchten, woeste golven, vogels en de natuur brengt waar ik zo van hou.
– Wat brengt de toekomst voor Tamsin Calidas? Een vervolg op Ik ben een eiland, een nieuw boek, poëzie, iets anders?
Het is de afgelopen maanden erg druk geweest – de komende jaren beloven een flinke nieuwe creatieve output te brengen voor mij. Mijn nieuwe boek A Wilder Voice, uitgegeven door Hanbury Press, verschijnt 1 december aanstaande en is nu beschikbaar voor pre-orders. Het is een handgestikte en handgebonden gelimiteerde editie die de jaren van Ik ben een eiland viert met mijn woorden en fotografie. Ik ben onlangs naar Londen gereisd om het proces van het naaien en inbinden van de eerste exemplaren, vers van de drukpers, te filmen en te fotograferen. Het is een prachtige productie – en de eerste keer dat mijn afbeeldingen worden geproduceerd in zwart-wit, op prachtig fine art amnia papier.
Vorig jaar heb ik getekend voor mijn nieuwe non-fictie memoires, het vervolg op Ik ben een eiland. Dit zal in het voorjaar van 2023 worden gepubliceerd. Dit is echt een opwindend boek, een boek waar ik echt van hou om het te schrijven. Het heeft me steeds dieper ondergedompeld in het leven op het eiland, de seizoenen, het weer, de wilde dieren en de natuur – en voor iedereen die van Ik ben een eiland heeft genoten: dit volgt mijn leven en het proces van wild worden steeds intensiever. Ik wil niet te veel weggeven, maar als onderdeel van mijn reis heb ik zeldzame Schotse inheemse bijen gehouden en geleerd hoeveel ze ons kunnen leren
– Tot slot, welk advies zou u een beginnend schrijver meegeven?
Begin vroeg. Als je geen tijd hebt in je huidige dagelijkse schema, maak dan tijd. De vroege uurtjes zijn vaak het meest productief om te schrijven. Het voelt ook heel bijzonder wanneer je nieuwe ideeën en verhalen creëert terwijl de wereld nog slaapt. Wat er voor de rest nog gebeurt tijdens je dag, jij hebt je ingezet voor het schrijven.
Probeer niet te moeilijk te denken. Schrijven is als een slipstream. Het komt niet uit de geest, maar uit een plaats dieper dan het hart. Als het aan je trekt, ga dan mee in alle vrijheid – met je volledige wezen, licht en duisternis, zowel je lichaam als je schaduw.
Vertrouw op je eigen stem. Blijf doorgaan, zelfs als het veeleisend of moeilijk is. Je eigen verhaal is genoeg. Schrijf het eenvoudig op. Zodat anderen je hart kunnen voelen kloppen. Wanneer we onze verhalen delen, openen we ons leven – de wereld wordt zowel groter als kleiner. We kunnen onze mooie waarheid voelen – en hoe die waarheid anderen altijd zal raken.
Casper Schaaf
(foto’s © Tamsin Calidas Photography)