‘Mag ik daar even in snuffelen?’ Mevrouw Kratz wees naar het bureau. ‘Het is nu van jou dus zeg het eerlijk als je me te vrijpostig vindt.’

‘Natuurlijk mag u dat… Hildegard,’ voegde ik er snel aan toe.

‘Dank je.’ Ze opende een la. ‘Ik heb hier namelijk nog veel meer foto’s die interessant zijn. Een album vol.’

‘Dat kan ook straks.’ Haar man gaf zachte stompjes tegen mijn buik. ‘Beneden liggen twee dampende pizza’s te smeken om te worden verslonden door een hongerig joch.’

Mijn mond liep vol speeksel, toch hoorde ik mezelf beweren op het moment niet zo’n trek te hebben.

‘Misschien wil onze zoon gewoon even alleen zijn,’ zei mevrouw Kratz. ‘Neem rustig de tijd, schat.’

Zwijgend verlieten ze de kamer.

En nu?

Eerst ging ik maar eens languit op het bed liggen. Mijn bed. In mijn kamer. Voorlopig hield ik het hier wel uit. Nieuwe ouders. Karl en Hildegard. En hun nieuwe zoon, die gewoon even alleen wilde zijn. Die rustig de tijd mocht nemen. Die een paar keer: ‘Niet doen,’ fluisterde, toen toch zijn mobiel pakte en memory 1 indrukte.

Neil nam meteen op.

‘Hé,’ riep hij, ‘ben je al gedumpt? Sturen ze je terug?’

‘Ze houden van me,’ zei ik.

‘Waar ben je nu?’

‘Op mijn kamer.’

‘Beetje de moeite waard?’

‘Zo’n stalen bureau met een stoel op wieltjes. Alles nieuw. Een eigen badkamer. En een uitzicht… Net een natuurfilm.’

‘Maar de ramen op slot zeker?’

‘Alleen voor de veiligheid.’

‘Geloof je het zelf?’

Toen ik geen antwoord gaf, zei hij: ‘Fijn voor je. Van die kamer. En dat ze van je houden. Ik ben echt blij voor je, man.’ Daarna zweeg hij ook.

‘Ben je er nog?’ vroeg ik.

‘Ik ga stoppen,’ zei hij. ‘Je had niet moeten weggaan. Echt een rotstreek van je. Ik dacht dat we iets hadden afgesproken, jij en ik. Nog een paar jaar in dat kutinstituut hier en we waren vrij. We zouden samen… Je had het beloofd.’

‘Ik vraag of je in de herftvakantie mag komen. Gaan we leuke dingen doen.’

‘Jezus, wat een tekst. Meer iets voor adoptieouders.’

‘Sorry.’

Hij zuchtte. ‘Weet je, ik vind het niks…’ Zijn stem daalde. ‘Alleen in het slaaphok. Mis je me?’

‘Ik ben nauwelijks een halve dag weg.’

‘Lul, dat vroeg ik niet.’

‘Oké, ik mis je.’

‘Echt?’

‘Echt.’

‘Wat mis je dan?’

‘Gewoon. Je verhalen en alles.’

‘Nou…’ Hij leek te aarzelen. ‘Om je te troosten een quiz dan maar?’

Hij begon met de gebruikelijke dingen. Grootgeschapen voetballers met een W. Racistische Afrikaanse ex-presidenten met een M. Welk woord komt 46.227 keer in de Bijbel voor?

Maar toen, na een korte stilte, kwam het toch.

‘Jongens die iets op hun geweten hebben. Met een S.’

Wordt vervolgd

(eerdere afleveringen: 1, 2, 3, 4, 5)

Gerard van Emmerik