Recensie: Jaap Krol – Bovendien ziet niemand je als je zwemt
Morsige man in tent
In de buurt van Mans’ ouders mag niets geboren worden. De middertiger die op een camping in de buurt van zijn woonplaats verblijft, verzwijgt dat hij tijdens het onverwachte telefoontje met zijn ouders getuige is van de geboorte van een kalfje. Eigenlijk wil Mans helemaal niet met zijn ouders bellen (‘Mans had de neiging om de telefoon te begraven, maar dat zou hem niet helpen.’), maar is niet bij machte een einde aan het gesprek te maken. Hij wil ook liever geen relatie met Annet, een hard pratende buschauffeur die hij in de kroeg heeft ontmoet, maar hij kan zich niet aan haar onttrekken. Het gesprek met Mans’ ouders maakt meteen duidelijk waar de makken en frustraties van de mislukte kunstenaar die in een matrassenfabriek werkt vandaan komen. Als Annet en zijn ouders elkaar tijdens het telefoongesprek voor Mans’ deur ontmoeten, voltrekt zich een kleine ramp.
Mans is de hoofdpersoon van het eerste verhaal in Jaap Krols nieuwe verhalenbundel Bovendien ziet niemand je als je zwemt. Hij is zo eenzaam dat hij zich inbeeldt dat de hond die op de camping voor enig vertier zorgt met hem praat. Ook de drie andere verhalen ‘Meino’, ‘Harma’ en ‘Diana’, spelen zich op dezelfde camping af, camping Overdaip aan het Reitdiep, ingebed in het Groningse wierdenlandschap tussen Engelum en Saaksum.
Mans mag een wat morsig type zijn, Meino is dat beslist niet. Hij is tandarts en heeft een eigen praktijk en een camper. Een geslaagd man die alle zeven privileges van Joris Luyendijk kan afvinken, kortom. Toch escaleert de boel ook in dit verhaal al snel. Meino heeft namelijk buiten de afgewezen sollicitante Josefien gerekend. Hij is vergeten haar na haar sollicitatie een nette afwijzingsbrief te sturen. Omdat Josefien al zes jaar tevergeefs op zoek is naar een baan neemt ze dat Meino zo kwalijk dat ze hem achtervolgt tot op de camping. Ze dwingt een gesprek af.
Net als Mans is Josefien een typisch Jaap Krol-personage: introvert, levend aan de zelfkant in ‘een grote bloemkoolwijk’ aan de rand van de stad. Een tatoeage vindt ze het toppunt van ‘standvastige agressie’ en haar kampeerspullen koopt ze bij de Action. Aankopen in winkels als de Jumbo, Gamma, Welkoop en Intersport spelen een belangrijke rol in alle vier de verhalen. Ze lijken het bestaan van de hoofdpersonen zin te verschaffen en roepen een alledaagse sfeer op die vaak maar schijn is. Voor vertegenwoordiger in keukenapparatuur Cees verlenen de merken en types van zijn leasewagens hem de status die hij als hardwerkende laagopgeleide niet vanzelfsprekend heeft. Cees’ geheim is dat hij zijn vrouw Tine stiekem afblaft tijdens het autorijden: ‘Af!’ ‘In je mand!’ Hij vindt haar beroep als fysiotherapie-assistente minderwaardig, maar voelt nog meer minachting voor ‘mensen met uitkeringen, lui met bewustzijnsberoepen of andere zalvende despoten.’
In alle verhalen, die zich gelijktijdig afspelen – alle personages horen de koe die klaaglijk loeit als haar kalf wordt afgevoerd, een luide gil, de blaffende hond en de rinkelende bel van de ophaalbrug -, heerst een vage dreiging. Mans is op de vlucht voor zijn eenzaamheid, Meino raakt ontregeld en paranoïde door het gesprek met Josefien, Harma’s bekentenis over haar affaire met Ties wakkert de moordlust van Tine aan, Leo wordt bijna door een meerkoet aangevallen (hoe gevaarlijk dat is valt te lezen in Henk Wolfs Een meerkoet in mijn oog, Diana voelt zo bedreigd door haar bijna instortende huis dat ze op haar 78e aan krachttraining gaat doen en zo sterk wordt dat ze haar man Leo mishandelt als hij niet met haar naar bed wil. Krols personages die hun biertjes bij de Jumbo, hun visdoosjes bij de Welkoop, hun schuurmachines bij de Gamma en hun slaapmatjes bij de Action kopen, lijken zo gewoon, maar zijn het niet.
Net als in zijn vorige verhalenbundel De hond die overstak blinkt Krol in Bovendien ziet niemand je als je zwemt uit in mooie observaties die de kloof tussen de modieuze optimalisatietaal waarin de personages zich uitdrukken (‘Josefien heeft vanochtend een heel eind gezwommen, dan kun je wel wat hydraterend herstelvocht gebruiken, denk ik zo.’) en hun verwrongen innerlijke levens blootleggen. Aan het einde van het vierde verhaal komt het tot een ontknoping die alle verhalen met elkaar verbindt en die Leo zijn bijna-doodervaring, het gevolg van Diana’s mishandeling en decennia verstikkend huwelijk, opnieuw laat beleven.
Marie-José Klaver
Recensie: Jaap Krol – Bovendien ziet niemand je als je zwemt. Uitgeverij kleine Uil, Groningen. 150 blz. € 21.