Zwaar geschut

In het Belgische Meise, op een steenworp van Brussel, staat het kasteel van Bouchout, een strenge, middeleeuwse burcht waar pracht en praal à la Versailles ver te zoeken is. Weinig mensen weten het, maar in dit optrekje bracht prinses Charlotte van België, die in 1864 keizerin van Mexico werd, haar laatste levensjaren door.

Een Belgische prinses als keizerin van Mexico, het klinkt nogal ongeloofwaardig, maar het is echt gebeurd. De voorgeschiedenis van dat verhaal gaat als volgt: in 1861 schortte de Mexicaanse president Benito Juárez de afbetaling van de buitenlandse schuld op. Dat was vanzelfsprekend niet naar de zin van de westerse mogendheden, en in hetzelfde jaar stuurden de Fransen een leger om een marionettenregering te installeren. Als staatshoofd kozen ze Maximiliaan van Habsburg, die zich drie jaar lang keizer van Mexico mocht noemen totdat hij na een burgeroorlog werd gefusilleerd. Zijn vrouw Charlotte was al naar Europa gevlucht, werd waanzinnig en overleed in 1927.

De Mexicaanse auteur Fernando del Paso (1935-2018) liet zich door het verhaal inspireren tot de zeer lijvige, caleidoscopische roman Berichten uit het keizerrijk. Een van de belangrijkste personages is precies Charlotte van België, die in 1927 terugkijkt op haar bewogen leven:

Vandaag is de bode mij berichten van het Keizerrijk komen brengen. […] Hij nam een handvol zand van het Isla de los Sacrificios voor me mee, een paar handschoenen van hertenleer en een enorme ton van edelhout boordevol hete en schuimende chocola, waarin ik me al mijn levensdagen ga baden totdat mijn huid van Bourbon-prinses, totdat mijn huid van dwaas van in de tachtig, totdat mijn witte huid van kant uit Alençon en Brussel, mijn besneeuwde huid gelijk de magnolia’s in de Tuinen van Miramare, totdat mijn huid, Maximiliaan, mijn huid gekloofd door de eeuwen en de stormen en de inzinkingen van de dynastieën, mijn witte huid van engel van Memling en van bruid van het Begijnhof, in stukken uit elkaar valt en een nieuwe donkere en geparfumeerde huid, donker als cacao uit Soconusco en geparfumeerd als vanille uit Papantla, mij helemaal bedekt, Maximiliaan, van mijn donkere voorhoofd tot het puntje van mijn ongeschoeide en geparfumeerde voeten van Mexicaanse indiaanse, van donkere maagd, van Keizerin van Amerika.

Het moge duidelijk zijn dat del Paso geen zuinig domineesproza uit zijn pen liet vloeien en ook niet bepaald aanhanger was van de vaak voorkomende opvatting dat er ‘geen woord te veel’ moet staan in een roman. Maar al ben ik zelf geen aanhanger van die opvatting en kan ik bij tijden best wat literaire barok smaken, toch had ik het gevoel dat del Paso wel wat overdreef en met Berichten uit het keizerrijk een soort rococoliteratuur schreef, met heel veel krullen en tierlantijnen en een overvloed aan historische details, personages en dergelijke die het geheel niet bepaald licht verteerbaar maken. Dat bedoel ik niet als waardeoordeel: ik ben niet te beroerd om toe te geven dat ik ook ergens in het vierde deel van Prousts A la recherche du temps perdu ben gestrand, dus het kan best aan mij liggen.

Daarbij komen de experimentele zijsprongen in deze roman – zo is er een scène waarin een Romeins senator een Venetiaanse edelman ontmoet in Parijs. Ook de monologen van de steeds dieper in de waanzin wegzinkende prinses Charlotte worden steeds moeilijker leesbaar. Andere delen van de roman, bijvoorbeeld over de campagne van het Franse leger, zijn dan weer vrij helder geschreven.

Als ik uiteindelijk na ga waarom ik zoveel moeite had om Berichten uit het keizerrijk te doorploegen, terwijl dat met pakweg het eveneens lijvige, groots opgezette Machten der duisternis volstrekt niet het geval was, denk ik dat het ligt aan de humor en vaak ook lichtvoetige toon van Anthony Burgess, die leek begrepen te hebben dat het geen pretje is om een zevengangenmenu naar binnen te werken als elk gerecht in een loodzware roomsaus zwemt: tenzij je een ijzeren spijsverteringsstelsel hebt, krijgt je zonder sorbet of vederlicht voorgerechtje een indigestie.

Dat del Paso in 2015 desalniettemin de prestigieuze Cervantesprijs kreeg voor zijn hele literaire oeuvre, ligt geheel in lijn met de traditie van de Real Academia Española om waardering te tonen voor het zwaardere werk. Wie daarvan houdt, hoeft geen moment te twijfelen en kan Berichten uit het keizerrijk blindelings aanschaffen, maar ondergetekende heeft nu toch wel even behoefte aan iets lichtvoetiger werk.

Daan Pieters

Fernando del Paso – Berichten uit het keizerrijk. Vertaald door Frans Oosterholt. Bananafish, Amsterdam. 1116 blz. € 49,95.