Recensie: Lydia Sandgren – Verzamelde werken
Freud zou graag zijn tanden gezet hebben in deze roman
Op de vloer ligt de man tussen vijfentwintig jaar aan herinneringen in smoezelige aantekeningen; het onvoltooide verhaal van een bewogen leven. Martin Berg is een uitgebluste vijftiger die de troosteloosheid van zijn leven overziet. Het succes van zijn kleine uitgeverij is nooddruftig, zijn zoon en dochter zijn inmiddels uitgevlogen en jaren daarvoor is ook zijn vrouw uit zijn leven verdwenen. Meer dan af en toe een kortdurende affaire heeft hij er al die jaren niet uit weten te peuteren en diep in zijn hart beseft dat hij er beter bij gedijt door als alleenstaande door het leven te gaan.
Met dit tafereel opent de Zweedse Lydia Sandgren (1987) haar prijswinnende debuutroman Verzamelde werken – een bedrieglijke titel, want het is wel degelijk een roman – waar ze maar liefst tien jaar aan heeft gespendeerd; met als resultaat een ontzagwekkende saga van 784 bladzijden.
Wanneer Martin Berg en Gustav Becker bij elkaar in de klas komen, is dat het begin van een levenslange vriendschap. De gedreven Martin studeert filosofie, maar heeft al jong de ambitie om schrijver te worden. Gustav is meer het kunstenaarstype; schilder in hart en nieren, die zichzelf regelmatig verliest in het drinken van overmatige hoeveelheden alcohol. Toch blijkt er tussen hen een blijvende chemie te zijn. In hun beider leven verschijnt de mooie Cecilia Wikner, geboren en opgegroeid in Ethiopië doordat haar vader daar als arts was gestationeerd.
Vol ambitie vertrekken de mannen naar Parijs; elk met het plan om aan een persoonlijke droom te werken. Cecilia voegt zich later bij hen en wordt de muze en model van Gustav. Ze is behept met een sterke wil, maar worstelt met haar afkomst en verleden. Wanneer ze zwanger blijkt te zijn van Rakel, trouwen Martin en zij in Göteborg, waar een aantal jaar later ook hun zoon Elis wordt geboren. Steeds meer lijkt Cecilia zich terug te trekken van haar moederlijke verplichtingen; ze blijft dagen achtereen in haar bed liggen, toont openlijk haar onvermogen om lief te hebben en is niet te vermurwen om deel te nemen aan het gezinsleven.
Dat mama hele dagen in de kamer boven doorbracht met de deur dicht leek iets te maken te hebben met de geboorte van Elis. […] Als hij huilde droeg iemand – meestal papa – hem rond door het Atelier, de minst gebruikte en best geïsoleerde kamer van de benedenverdieping, en Rakel hoefde alleen maar naar de andere kant van het huis te gaan om in stilte te kunnen lezen.
Cecilia is echter nog niet klaar met haar studie en met grote hartstocht stort ze zich op haar proefschrift. Haar vrije momenten vult ze haast dwangmatig met hardlopen, waardoor er steeds minder tijd vrijmaakt wordt voor haar gezin en huishouden. Martin weet de boel draaiende te houden, ondanks dat hij hierdoor zelf niet verder komt met zijn eigen plannen. Wanneer ze op een dag – met medeneming van slechts wat persoonlijke spullen en zonder achterlating van een afscheidsbrief – verdwijnt, dringt het tot de achterblijvers maar langzaam door dat ze niet meer van plan is om terug te keren.
Cecilia’s moeder was ervan overtuigd dat het ‘gewoon weer een van haar grillen’ was. Vroeg of laat zou ze thuiskomen. Ze was altijd al egoïstisch geweest. […] Ze had zich nooit iets aangetrokken van het effect dat haar daden op andere mensen hadden.
De tweede laag verhaalt over het leven van Martin en zijn volwassen kinderen. Van haar vader krijgt Rakel het verzoek om een Duitse roman te vertalen. Tot haar grote verbazing leest ze allerlei aanwijzingen die haar aan haar moeder doen denken en ze besluit naar haar op zoek te gaan, in de hoop antwoord te krijgen op vele vragen. Op een overzichtstentoonstelling van Gustav ziet Rakel billboards met de beeltenis van haar moeder. Stukje bij beetje groeit de duidelijkheid wie Een jaar van liefde heeft geschreven en komen de losse draadjes bij elkaar.
Een interview met Martin, dat gefragmenteerd door het boek is verweven, zorgt voor een diepere laag. Hierin wordt het duidelijk wat zijn onzekerheden zijn, zijn fascinatie voor de auteur William Wallace en dat hij nooit de kans heeft aangegrepen om een succesvol auteur te worden. Hij wist wat hij wilde en hoe hij het wilde, maar hij heeft het nooit in daden kunnen omzetten.
De personages zijn psychologisch sterk en realistisch uitgewerkt. Sandgren heeft overduidelijk niet de drang gehad om ze sympathieker te maken. De behoefte om lief te hebben en liefde te ontvangen wordt niet vervuld. Ze draaien rond in hun eigen wereldje, vinden het moeilijk om relaties aan te gaan, te voeden of in stand te houden, en kunnen zich maar moeilijk naar buiten richten of invoelend communiceren met de ander.
De vraag of Cecilia een persoonlijkheidsstoornis heeft, of misschien een postnatale depressie, wordt niet beantwoord, maar Freud had er waarschijnlijk graag zijn tanden in willen zetten. Het feit dat de auteur psychologie heeft gestudeerd komt in ruime mate naar voren door het vakjargon en de existentiële thema’s die ze in haar boek heeft verwerkt.
Doordat de auteur haast in extenso het leven van haar personages beschrijft en menig onderwerp over meerdere pagina’s uitspint, is het een omvangrijke roman geworden. Sandgren is er evenwel in geslaagd om de aandacht van de lezer vast te houden. Verzamelde werken is een rijke en gelaagde ontwikkelingsroman over onvoorwaardelijke vriendschap, de zin van het bestaan, een levenslange zoektocht naar verloren liefde, en vol vingerwijzingen naar grote namen uit de psychologie en filosofie, literatuur, klassieke muziek en kunst, met gebruikmaking van veel metaforen en verwijzingen. De lichte schrijfstijl en ironische toetsen maken het een plezier om te lezen.
Marjon Nooij
Lydia Sandgren – Verzamelde werken. Uit het Zweeds vertaald door Eline Jongsma en Janny Middelbeek-Oortgiesen. Oevers, Zaandam. 784 blz. € 32,00.