Recensie: Pieter Waterdrinker – Biecht aan mijn vrouw
Ik kots op types zoals jij!
‘Deze kleine autobiografische roman is een werk van fictie,’ schrijft Pieter Waterdrinker aan het eind van Biecht aan mijn vrouw. In de bladzijden ervoor hebben we gelezen dat de Pieter Waterdrinker-achtige schrijver voor een poosje mocht verblijven in de Schrijversresidentie aan het Spui in Amsterdam, boven boekhandel Athenaeum, om een tijdje te werken aan een nieuwe roman.
Van werken komt echter niets. Buiten is de hoofdstad uitgestorven vanwege de pandemie en binnen zit Waterdrinker opgescheept met het meisje Jeva, als verstekeling overgebleven van de zwarte dichter Winstow Wow, de vorige tijdelijke bewoner van het huis. Wow is niet zo gecharmeerd van zijn opvolger.
Dat het Letterenfonds jou hier laat zitten is een fucking schande. Ik heb je gegoogeld. Je hebt geschreven voor die fascistische kutkrant. Fout in de oorlog. Ik heb geen komma van je gelezen. Gelukkig. En dan voortdurend je witte privilege uitventen. Ik kots op types zoals jij! Ik kóts erop.
Waterdrinker is oud-correspondent van De Telegraaf in Rusland en heeft zich jaren de benen uit het lijf gelopen voor de krant. Als hij zijn correspondentschap beëindigt om zich fulltime te storten op het schrijverschap, gaat hij nog wel bedelen om een column zodat hij een vast inkomen houdt. De hoofdredacteur die de naam Thomas Leegte meekrijgt in de roman, is echter alleen maar geïnteresseerd in de clickbaits van de online versie van de krant. Ondanks zijn staat van dienst wordt Waterdrinker door Leegte afgepoeierd:
Nogmaals: ik heb nog nooit een boek van je gelezen. Ben ik ook niet van plan. Vrije columns zijn voor de elite van de krant. En daartoe reken ik jou niet.
Het mooie van het werk van Waterdrinker is dat hij boeken schrijft waarin allerlei zijpaden worden bewandeld, maar waarin de eenling steeds een gevecht levert tegen de schijnheiligheid van mensen die de touwtjes in handen hebben, de mensen met geld en macht. Daarbij kunnen verhaallijnen over zijn jeugdliefde, zijn voorouders, het kinderloze huwelijk met zijn jaloerse vrouw die in Frankrijk verblijft, de woke literaire wereld en de onverschillige dagbladjournalistiek moeiteloos door elkaar heen lopen. Het wordt ook steeds duidelijker dat Waterdrinker bouwt aan een enorm oeuvre waarbij de romans en de meer autobiografische boeken steeds meer gaan samenhangen en naar elkaar verwijzen.
Biecht aan mijn vrouw is een tussenboek dat weliswaar met enorm veel vertelplezier geschreven lijkt te zijn, maar preludeert op een grotere roman waarin Waterdrinker teruggaat naar de zeventiende eeuw. Laten we hopen dat dat stuk in deze roman geen fictie is.
Coen Peppelenbos
Pieter Waterdrinker – Biecht aan mijn vrouw. De Arbeiderspers, Amsterdam. 286 blz. € 23,99.
Deze recensie verscheen eerder in een iets andere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 29 april 2022.