Recensie: Jennifer Egan – Het snoephuis
Een mozaïek over technologie, het geheugen en de grenzen van kennis
De eerste drie romans van de Amerikaanse Jennifer Egan waren vakkundig geschreven, maar conventioneel en dus niet verrassend. Daar kwam verandering in toen ze een dikke tien jaar geleden Bezoek van de knokploeg publiceerde: een roman waarin niet rechttoe rechtaan een verhaal wordt verteld, maar waarin elk hoofdstuk een andere verteller heeft die in de andere hoofdstukken ook weer opduikt. Egan schreef een roman als een mozaïek waarin ze tevens experimenteerde met verschillende wijzen van vertellen. Zo is een hoofdstuk geschreven in de vorm van een powerpointpresentatie.
Het snoephuis is een soort vervolg op Bezoek van de knokploeg. Egan schrijft opnieuw vanuit verschillende perspectieven en gebruikt aparte manieren van vertellen. Er wordt heen en weer gesprongen in de tijd: de afzonderlijke hoofdstukken spelen zich af op verschillende momenten en de volledige roman bestrijkt de tijd tussen de jaren zestig van de vorige eeuw en het jaar 2035. De auteur schrijft een hoofdstuk in de vorm van twitterberichten en een ander hoofdstuk bestaat uit e-mails. Opnieuw is de roman een soort mozaïek of een netwerk waarbij de afzonderlijke verhalen een fascinerende samenhang hebben. Bovendien duiken dezelfde personages op die de lezer kent uit Bezoek van de knokploeg – en toch kan Het snoephuis als zelfstandige roman worden gelezen.
Een mozaïek laat zich niet gemakkelijk samenvatten. Centraal staat wel het menselijke geheugen. De firma Mandala heeft het mogelijk gemaakt om het persoonlijke geheugen extern te bewaren in een Mandalakubus. Bovendien is het mogelijk om vrijwillig het persoonlijke geëxternaliseerde geheugen over te brengen naar een collectief geheugen zodat je toegang hebt tot de gedachten en herinneringen van anderen. Dit Collectief Bewustzijn heeft veel voordelen: misdrijven worden opgelost, Alzheimer wordt sterk teruggedrongen, vermiste personen worden gevonden. Maar de keerzijde is natuurlijk het verdwijnen van de privacy. In de roman komen dan ook een aantal personages voor die sterk gekant zijn tegen het uploaden en het delen van het geheugen.
Dit alles klinkt alsof Het snoephuis een dystopische sciencefictionroman is. Dat is niet het geval. Technologie wordt niet verketterd, maar gepresenteerd als een onlosmakelijk onderdeel van de samenleving. Het grootste deel van de roman handelt bovendien over de levens van mensen, de relaties die ze met elkaar hebben en hun bezigheden, eigenaardigheden en angsten. De plaats van technologie in de maatschappij is wel een rode draad in de verhalen van de personages. Daarbij worden belangrijke vragen gesteld over het geheugen, privacy, authenticiteit en de wenselijkheid van kennis. Bovendien staan er mooie passages in over de betekenis van het kwantificeren van gegevens en over wat gegevens nu precies zijn, want kennis zonder verhaal is slechts informatie. Op literair vlak zit de schoonheid niet zozeer in de afzonderlijke zinnen, maar wel in de aparte structuur van het boek. Het snoephuis is zeker een waardige opvolger van Bezoek aan de knokploeg.
Kris Velter
Jennifer Egan – Het snoephuis. Vertaald uit het Engels door Arjaan & Thijs van Nimwegen. De Arbeiderspers, Amsterdam. 368 blz. € 24,99.