Reportage: Dichters in de Prinsentuin slotavond
Op vrijdagavond eindigt het festival Dichters in de Prinsentuin altijd op het terras van de Souffleur. Zoals gewoonlijk waren er weer stoelen te weinig, zodat we op de stoeprand bij de Stadsschouwburg opeens twee oud-festivalorganisatoren zagen, alsmede een dichter.
Helaas heb ik geen foto kunnen maken van Pieter Boskma, die na de pauze onder meer voordroeg uit Doodsbloei, en het terras muisstil kreeg. Er werd niet eens meer geklapt tussen de gedichten door, alsof dat de spanning zou doorbreken. Voor de pauze trad theatergroep Flint op, met gedichten die op muziek waren gezet en oud-Hollandse hits (‘Mensch durf te leven’). De groep had ook een dichter meegenomen aangekondigd als ‘het beest uit Beesd’, maar dat was gênant gerijmel. Gelukkig kregen Krijn Peter Hesselink en Anne Büdgen ook de kans om gedichten voor te dragen. Daarbij speelde de trombonist zacht mee, maar de gitarist stond kromgetrokken te priegelen op zijn instrument. ‘Je denkt wat een akelig geluid,’ zei een toeschouwer naast me, ‘maar volgens mij zitten z’n haren tussen de snaren.’
Het gaf allemaal niets want ondergetekende werd meteen verliefd op de trombonist Bastiaan Woltjer. Bij thuiskomst bleek de helft van zijn foto’s te bestaan uit portretten van Bastiaan Woltjer. Als de hele wereld als Bastiaan Woltjer was, dan was er heel wat minder oorlog.
Na de pauze viel de duisternis snel in. Melle Hijlkema gaf een goede performance met zijn gedichten in het Westerkwartiers: passioneel zoals we het gewend zijn. Els Moors wist de harten van de toeschouwers te veroveren en Menno Wigman sloot de avond en daarmee het hele festival af met slechts vijf gedichten. Het publiek met drie festivaldagen achter de rug protesteerde een beetje: nog meer poëzie graag en zeker van Wigman! Volgend jaar dan maar weer, bij de 16e aflevering van Dichters in de Prinsentuin.
Voor meer festivalfoto’s kijk hier.