Recensie: Lia van Bekhoven – Klein-Brittannië en Tim de Wit – Wankel koninkrijk
’t Is een bijzonder land, en dat is het
Als je als (oud-)correspondent in Londen een boek wil schrijven over het Verenigd Koninkrijk dan kun je natuurlijk geen beter moment kiezen, want er gebeuren de laatste jaren wel heel veel wonderlijke dingen aan de overkant van de Noordzee. Hoewel, de laatste jaren? Als ik het rijtje gekke, grappige, verklarende, anekdotische, lichte en zwaardere boeken zie dat bij mij thuis in de loop der jaren een aardig boekenplankje heeft weten te vullen, dan is er altijd al een steekje los geweest aan dat land. Bill Bryson, Peter Ackroyd, Graig Taylor, Boris Johnson (jazeker), Kate Fox, George Mikes, Ian Mortimer en van bij ons: Peter Brusse, Hans Steketee, Titia Ketelaar, Patrick van IJzendoorn, Harry de Paepe, Peter de Waard en veel, heel veel anderen. Allemaal hadden ze hun eigen unieke verhaal over dat land en zijn excentrieke bewoners. En zoveel, dat kan geen toeval zijn.
Natuurlijk, er valt over andere vreemde culturen ook volop te vertellen. Maar het bijzondere van de Britten, en vooral de Engelsen, is dat ze eigenlijk ook heel erg op ons lijken. Alleen is het daar altijd net iets dwazer, extremer, eigenzinniger. Is het hebben van een koningshuis al iets geks, dan is dat van hen nog een stuk gekker. Ben je bang dat ons kiesstelsel tot te veel versplintering leidt, in het Verenigd Koninkrijk telt doorgaans meer dan de helft van de stemmen gewoon niet mee. Lijkt het ons handig om je in de sociale omgang een beetje te gedragen, aan de Britse glibberige boterberg van ongeschreven regels is geen doorkomen aan.
Naast al die boeken over Engeland en de Engelsen die er al staan, kunnen nu ook Wankel koninkrijk van Tim de Wit en Klein-Brittannië van Lia van Bekhoven op de plank. Beide boeken zijn inmiddels verkoopsuccessen en de schrijvers zijn bij allerlei media te gast. Want het is natuurlijk heerlijk om over die malle Engelsen te praten. Al was het maar opdat wij onszelf dan zo lekker normaal kunnen vinden.
De Wit was van 2014 tot 2021 correspondent in Londen, Van Bekhoven woont en werkt er al sinds 1976 en voelt zich een echte Londense (maar geen Britse!). Ze hebben allebei een erg persoonlijk boek geschreven, maar wel met de nodige afstand. Als insiders verbazen zij zich niet langer over dat typisch Britse; ze storen zich er eerder aan. Vooral Van Bekhoven kan weinig begrip opbrengen voor volstrekt verouderde instituties als the House of Lords, waarvan het lidmaatschap, en dus levenslange politieke macht, kan worden verworven middels een forse donatie aan de heersende politieke partij.
Ook het bestaan, en opnieuw: de macht, van de tabloids is beide auteurs een doorn in het oog. Tim de Wit hierover:
Het is een type journalistiek zoals we dat in Nederland niet kennen. Geroemd om hun hilarische koppen en altijd in het oog springende voorpagina’s. Maar de gewetenloosheid waarmee de tabloids jarenlang te werk zijn gegaan, de hijgerige drang naar de smerigste privéverhalen en het totale gebrek aan zelfreinigend vermogen zijn afschuwelijk. Hoewel er in de loop der tijd genoeg alarmbellen zijn afgegaan, kunnen de eigenaren en hoofdredacteuren nog steeds ongestoord hun gang gaan en is de manier waarop ze de macht zijn binnengedrongen volkomen ongezond in een democratie.
De twee boeken hebben, hoe kan het anders, de nodige overlap. Noord-Ierland, de Schotse onafhankelijkheid en natuurlijk de Brexit komen uitgebreid aan bod. Maar omdat beide schrijvers er hun persoonlijk touch aan geven is het zelfs niet storend als je de twee boeken, zoals ik deed, gelijk op leest, ook niet als de meningen van de auteurs nagenoeg gelijk zijn. Maar verschillen zijn er ook. Van Bekhoven duikt iets vaker de geschiedenis in (een van haar hoofdstukjes heet ‘1066’), terwijl De Wit wat analytischer het heden beschouwt.
Hebben ze dan nog misschien ook nog iets positiefs te melden over het land waar ze, dat geloof ik zeker, toch ook wel erg van houden? Zeker. Van Bekhoven besteedt er zelfs haar hele slothoofdstuk, ‘Brittannië op zijn grootst’, aan. De BBC, Shakespeare, theater en film, het is vooral op cultureel terrein dat Brittannië zich van zijn grootste kant laat zien, zo blijkt:
Als er iets is waarin Klein-Brittannië groot blijft, dan is het wel de Britse creatieve industie in al haar verscheidenheid: van Alfred Hit chcock tot Christopher Nolan, van Audrey Hepburn tot Benedict Cumberbatch, van Joanna Lumley tot Stephen Fry, van Doctor Who tot Peaky Blinders, van John Cleese tot Ricky Gervais, van Virginia Woolf tot J.J.R. Tolkien, van Benjamin Britten tot Andrew Lloyd Webber, van The Beatles tot Adele, van Vivienne Westwood tot John Galliano, van Four Weddings and a Funeral tot James Bond, van David Attenborough tot beertje Paddington, van John Constable tot David Hockney, van The Crown tot Downton Abbey… De lijst van culturele iconen is eindeloos. Dit is waar dit land groot in is.
De Wit eindigt minder opgewekt en beschrijft wat iemand die over vijftig jaar met een helikopter over het land vliegt, ziet: misschien wel een zeer ‘Onverenigd Koninkrijk. Waarbij van het glorieuze empire, dat met al die vroegere koloniën ooit zo groot was dat de zon er nooit onder ging, vooral het regenachtige Engeland is overgebleven.’
Het ene slot sluit het andere niet uit. Want zo ongeveer alles wat Lia van Bekhoven opsomt, komt nou eenmaal uit dat regenachtige Engeland. Dat dan weer wel.
Jan de Jong
Lia van Bekhoven – Klein-Brittannië. Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 232 blz. €22,99
Tim de Wit – Wankel koninkrijk. De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen. 296 blz. €20,00