Recensie: Franz Kafka – Verzameld proza
Een iets lichtere Kafka
Als je alleen al stilstaat bij de talloze interpretaties, pogingen tot toe-eigening en categorisering van het werk van Franz Kafka (1883-1924), van marxistisch tot religieus, is het toegankelijk maken van diens oorspronkelijke handschriften, dus zonder tussenkomst van anderen, van immense waarde. Kafka-deskundige Willem van Toorn vertaalde op verzoek van Athenaeum Kafka’s proza ‘naar de ‘Fassung der Handschrift’,’ zoals hij dat zelf aangeeft in het nu in fraaie gebonden vorm uitgekomen Verzameld proza. Bovendien in een iets minder plechtige toonzetting dan bij eerdere vertalingen, want al die stellige opvattingen en uitgesproken meningen over wie de ware Kafka zou zijn en hoe zijn werk gelezen dient te worden, hebben van hem ten onrechte een ‘zwaar’ schrijver gemaakt, meent Van Toorn.
Het is een interessante opmerking, die het lezen en herlezen van de in Praag geboren, Duitstalige Kafka tot een opgefrist avontuur maakt. Niet langer is hij dan permanent de verwachte aanzegger van ongrijpbare, dystopische machtsstructuren, maar zowaar ook de brenger van soms lachwekkend overkomende vertellingen omtrent de onverbeterlijkheid van de mens. Want Kafka kan op een ambigue manier lachwekkend zijn. Zelf moet hij van de pret soms even zijn opgehouden met voorlezen, zo wil het verhaal, maar de buikpijn die zich in zulke situaties niet zelden voordoet, kan niettemin heel uiteenlopende oorzaken hebben gehad.
Van Toorn beperkt zich bij zijn bescheiden uitleg over die wat minder hoogdravende woordkeus tot vertaalkundige veranderingen. ‘Bruiloftsvoorbereidingen’ in plaats van ‘huwelijksvoorbereidingen’ bijvoorbeeld. Want ‘er wordt geen huwelijk voorbereid, maar een bruiloftsfeest’. Voor wie het plechtige en zware aspect in Kafka’s werk juist niet kwijt wil, valt er over deze wijziging natuurlijk te twisten. De (on)mogelijkheid om je op een huwelijk voor te bereiden is immers best een punt in een verhaal dat slechts de onzekere en verder tamelijk onbeduidende bewegingen van de kandidaat-bruidegom Eduard Raban door een stadje omvat, suggererend: waar ben ik aan begonnen.
Voor de vertaler tellen natuurlijk de oorspronkelijke Duitse termen en betekenissen. Hochzeit in dit geval, dat geen onderscheid maakt tussen huwelijk en bruiloft. Doorslaggevend lijkt de toevoeging uit het manuscript dat het om voorbereidingen ‘auf dem Lande’ gaat, wat de balans lijkt te doen doorslaan naar bruiloft. Al kan een lang huwelijk vanzelfsprekend ook geheel op het platteland uitgezeten worden.
Het zijn kleine aanpassingen, weet Van Toorn, maar talrijk als ze zijn, kunnen ze helpen de gewone lezers af te helpen van het idee dat Kafka ‘niet om door te komen is’. Maar echt gemakkelijk zijn zijn al dan niet bekende romans, verhalen en aforismen natuurlijk ook weer niet. Het Verzameld proza bevat, behalve veelgelezen en –besproken teksten als Het proces, Het vonnis en De gedaanteverwisseling, met de onsterfelijk geworden Gregor Samsa, ook aanmerkelijk minder gekende korte verhalen, waarvan er een aantal aanvankelijk alleen in tijdschriften of kranten is gepubliceerd. Geen schijnbaar alledaagse impressies, maar juist tijdloze, universele thema’s, die altijd veel verder reiken. Even rationeel als irrationeel. De uiterst geluidsgevoelige Kafka schrijft in ‘Hevig lawaai’ bijvoorbeeld over zijn frustraties aangaande het nooit eindigend geraas van de medemens, auditief of anderszins:
Vader is weg, nu begint het zachtere, meer verstrooide, meer hopeloze lawaai, aangevoerd door de stemmen van de twee kanarievogels. Vroeger dacht ik er al over, bij de kanarievogels valt het mij opnieuw in, of ik niet de deur op een kier open zou moeten doen, als een slang in de kamer naast de mijne kruipenen zo op de vloer mijn zusters en hun kindermeisje om stilte smeken.
Daarnaast bevat deze definitieve verzamelbundel proza uit de nalatenschap, deels incompleet en soms in meerdere versies, alsmede een reeks aforismen, die nog eens onderstrepen hoezeer Kafka ook de koning van de paradoxen is:
De kraaien beweren dat één enkele kraai de hemel kan vernietigen. Dat lijdt geen twijfel, maar het bewijst niets tegen de hemel, want hemel betekent nu juist: kraaien niet mogelijk.
Om de lezer op geen enkele manier te sturen, zijn alle nagelaten teksten opgenomen, bij de aforismen bijvoorbeeld geregeld met de noot ‘In het handschrift zijn deze regels met potlood helemaal doorgehaald’. Het laat de ruimte om je af te vragen of Kafka de fragmenten echt definitief heeft afgekeurd of slechts ‘in de wacht’ heeft gezet. ‘Dichter bij Kafka kan de Nederlandse lezer niet komen’, merkt de uitgever dan ook terecht op.
Max Brod, de vriend en biograaf van Kafka, die ooit van hem de opdracht kreeg al zijn manuscripten en tekeningen te vernietigen, maar dat niet deed, speelt in deze uitgave geen rol. Over zijn belangwekkende verdienste als bewaarder van Kafka’s nalatenschap bestaat geen discussie, over zijn vérgaand redigerend ingrijpen echter wel. Tot nu toe baseerden Kafka’s vertalers zich veelal op Brods herziene versies. De handschriftedities kunnen nu de uiterst haalbare helderheid verschaffen over Kafka’s ware bedoelingen.
Het stijlvolle, titelloze omslag van Verzameld proza is voorzien van het portret dat Ewa Klos van Kafka maakte. Geen zelfportret van Kafka zelf dus, al had dat ook gekund. Ze bestaan, zo bleek vorig jaar nog eens, toen Athenaeum De tekeningen van Kafka uitgaf in een al even fraaie band. Maar die zelfportretten zijn aanzienlijk minder markant. Klos is een illustrator van onze tijd, al zoekt ze naar een uitdrukkingsvorm die past bij die van de geportretteerde. Daar kun je kritische kanttekeningen bij plaatsen, maar als blikvanger doet Kafka’s kop het hier erg goed.
André Keikes
Franz Kafka – Verzameld proza. Vertaling en nawoord Willem van Toorn. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam. 1128 blz. €49,99.
Dat Van Toorn een prima Kafka-vertaler is staat buiten kijf, maar dat eerdere vertalingen zwanger gingen van “zware” interpretaties is gewoon onzin.
Overigens is deze uitgsve een bundeling van eerder verschenen aparte uitgaven.